Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Venlo 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Venlo 2012
CiteertitelWmo-verordening Venlo 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

wet maatschappelijke ondersteuning, art. 5 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-03-201201-01-2015nieuwe regeling

29-02-2012

E3 Journaal/De Trompetter d.d. 07-03-2012

Gemeenteblad jaargang 2012, nummer 3

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Venlo 2012

De raad van de gemeente Venlo;

gelezen het voorstel van het college van 10 januari 2012, raadsnummer 2;

besluit

vast te stellen:

de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Venlo 2012

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Lid 1 Wet:

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

Lid 2 College:

college van burgemeester en wethouders.

Lid 3 Compensatieplicht:

de plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de Wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.

Lid 4 Aanmelding:

de mededeling aan het college dat er problemen zijn op grond waarvan iemand verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.

Lid 5 Gesprek:

het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden, via mogelijkheden van het netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.

Lid 6 Aanvraag:

het verzoek om in aanmerking te komen voor één of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening, dat schriftelijk via een aanvraagformulier, op elektronische wijze, mondeling of telefonisch is gedaan.

Lid 7 Belanghebbende:

een persoon die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging door een ander, een aanmelding of een aanvraag doet.

Lid 8 Psychosociaal probleem:

een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door problemen die iemand heeft in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.

Lid 9 Algemene voorziening:

een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4 lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.

Lid 10 Algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, gewoon in de winkel te koop is en niet – aanzienlijk – duurder is dan vergelijkbare producten.

Lid 11 Collectieve voorziening:

een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, bv. het collectief vraagafhankelijk vervoer.

Lid 12 Voorliggende voorziening:

een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.

Lid 13 Wettelijk voorliggende voorziening:

een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden.

Lid 14 Individuele voorziening:

een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 Wmo wordt verstrekt en waarop alle regels van de Wmo van toepassing zijn.

Lid 15 Gebruikelijke zorg:

de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor alle meerderjarige leden van een leefeenheid geldt om gezamenlijk voor het huishouden te zorgen.

Lid 16 Voorziening in natura:

een voorziening, in te zetten om een resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.

Lid 17 Persoonsgebonden budget: een geldbedrag om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura

Lid 18 Financiële tegemoetkoming:

een geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening mee aan te schaffen voor het te bereiken resultaat.

Lid 19 Mantelzorger:

een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.

Lid 20 Hoofdverblijf:

de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.

Lid 21 Besluit:

het door het College op grond van deze verordening vast te stellen Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Venlo 2012 (Wmo-besluit Venlo 2012) waarin nadere regels staan over de uitvoering van deze verordening.

Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie

Artikel 2. De te bereiken resultaten

De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:

  • a.

    een schoon en leefbaar huis;

  • b.

    wonen in een geschikt huis;

  • c.

    beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

  • d.

    beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

  • e.

    het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

  • f.

    zich verplaatsen in om en nabij de woning;

  • g.

    zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

  • h.

    de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

Hoofdstuk 3 Hoe te komen tot de te bereiken resultaten

Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag

Lid 1 Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:

  • a.

    de aanvraag afkomstig is vn een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de Wmo heeft gedaan;

  • b.

    de aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd, maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;

  • c.

    belanghebbende of het college daarom verzoekt.

Lid 2 In het Besluit bepaalt het college in welke situaties kan worden afgeweken van het eerste lid.

Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek

Lid 1 Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk, telefonisch, mondeling of elektronisch worden gedaan door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.

Lid 2 Het college legt in het Besluit de procedure voor de aanmelding voor een gesprek vast.

Artikel 5. Het gesprek

Lid 1. Het gesprek wordt gevoerd bij de belanghebbende thuis of op een hiervoor door het college in het Besluit aangewezen locatie, tenzij belanghebbende aangeeft het gesprek liever elders te voeren.

Lid 2 Als de belanghebbende een mantelzorger is, wordt met de mantelzorger en zo mogelijk en noodzakelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke problemen er bestaan bij de uitvoering van mantelzorg.

Lid 3 Bij het voeren van het gesprek zal de International Classification of Functions, Disabilities and Health (ICF classificatie) als basis voor het begrippenkader worden gehanteerd.

Artikel 6. Het verslag van het gesprek

Lid 1 Het gesprek wordt afgesloten met een verslag. Opmerkingen van belanghebbende over dit verslag worden als bijlage aan het verslag toegevoegd.

Lid 2 Het college legt in het Besluit vast welke gegevens er in het verslag komen te staan.

Lid 3 Na het voeren van een gesprek kan de belanghebbende een aanvraag indienen voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet. Hij kan daarbij gebruik maken van een beschikbaar aanvraagformulier.

Hoofdstuk 4 De aanvraag van een individuele voorziening

Artikel 7. De aanvraag

Het college legt in het Besluit de regels vast voor indiening van een aanvraag voor een individuele voorziening.

Hoofdstuk 5 Beoordeling van de te bereiken resultaten

Paragraaf 1 Algemene regels

Artikel 8. Het maken van een afweging

Lid 1 Bij het beoordelen van de noodzakelijke compensatie neemt het college het verslag van het gesprek, indien aanwezig, als uitgangspunt. Het college gaat uit van de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager. Daarbij wordt onderzoek gedaan naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.

Lid 2 Alle wettelijke, voorliggende, algemeen gebruikelijke, algemene en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn worden, voor zover die niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of voor zover geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.

Hoofdstuk 5 Beoordeling van de te bereiken resultaten

Paragraaf 1 Algemene regels

 

Artikel 9. Een schoon en leefbaar huis

Lid 1 Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken en sanitaire ruimten.

Lid 2 Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.

Lid 3 Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, zal dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld worden.

Lid 4 Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 10. Wonen in een geschikt huis

Lid 1 Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken, keuken, sanitaire voorzieningen, berging, tuin en balkon.

Lid 2 Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.

Lid 3 Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden, waarbij het uitgangspunt ‘goedkoopst adequaat’ leidend is.

Lid 4 Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt. Een tegemoetkoming in de verhuiskosten kan dan wel worden verstrekt. Het college legt in het Besluit vast onder welke voorwaarden de tegemoetkoming in de verhuiskosten wordt verstrekt.

Artikel 11. Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften

Lid 1 Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van dagelijkse benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.

Lid 2 Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden en aanreiken van maaltijden.

Lid 3 Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, zal dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld worden.

Lid 4 Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening of andere mogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat, zoals beschreven in lid 1, zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden.

Lid 5 Voor zover de in lid 3 en 4 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 12. Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding

Lid 1 Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van gewassen, al dan niet gestreken en zo nodig opgevouwen of opgehangen kleding.

Lid 2 Als het gaat om het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.

Lid 3 Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, zal dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld worden.

Lid 4 Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare was- en strijkservice of andere mogelijkheid die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat, zoals beschreven in lid 1, zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden.

Lid 5 Voor zover de in lid 3 en 4 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 13. Het thuis kunnen zorgen voor gezonde kinderen die tot het gezin behoren

Lid 1 Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige gezonde kinderen.

Lid 2 Als het gaat om het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen - vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.

Lid 3 Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, zal dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld worden.

Lid 4 Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de aanvrager kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

Lid 5 Voor zover de in lid 3 en 4 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 14. Zich verplaatsen in en om de woning

Lid 1 Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, de keuken, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon kunnen bereiken en er zich zodanig kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.

Lid 2 Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.

Lid 3 Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool of andere mogelijkheid die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat, zoals beschreven in lid 1, zal deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.

Lid 4 Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 15. Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

Lid 1 Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van gewenste activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.

Lid 2 Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon- en leefomgeving.

Lid 3 Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare scootermobielpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur of een andere mogelijkheid die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat, zoals beschreven in lid 1, zullen deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.

Lid 4 Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheid beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Artikel 16. De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

Lid 1 Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.

Lid 2 Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.

Lid 3 Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisatie of andere mogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat, zoals beschreven in lid 1, zullen deze mogelijkheden eerst beoordeeld worden.

Lid 4 Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn zullen ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen worden verstrekt.

Hoofdstuk 6 Verstrekking in natura, als persoonsgebonden budget en als financiële tegemoetkoming; eigen bijdrage en eigen aandeel in de kosten

Paragraaf 1 Verstrekking van voorzieningen

Artikel 17. Mogelijke verstrekkingwijzen

De te treffen voorzieningen kunnen als voorziening in natura, als financiële tegemoetkoming of als persoonsgebonden budget worden verstrekt.

Paragraaf 2 Verstrekking in natura

Artikel 18. Inhoud beschikking

Lid 1 Bij het treffen van een voorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

  • 1.

    welke de te treffen voorziening is;

  • 2.

    wat de duur is van de verstrekking is;

  • 3.

    hoe de voorziening in natura verstrekt wordt;

  • 4.

    of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld;

  • 5.

    welke de voorwaarden zijn die aan de verstrekking worden verbonden.

Lid 2 Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 3 Verstrekking als persoonsgebonden budget

Artikel 19. Overwegende bezwaren

Het college legt in het Besluit vast in welke situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.

Artikel 20. Inhoud beschikking

Lid 1 Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

  • 1.

    voor welk te bereiken resultaat het persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, eventueel aangevuld met een programma van eisen waaraan bij de besteding voldaan moet worden;

  • 2.

    wat de omvang van het persoonsgebonden budget is en hoe deze omvang tot stand is gekomen;

  • 3.

    wat de duur is van de verstrekking waarvoor het persoonsgebonden budget bedoeld is;

  • 4.

    welke regels gelden ten aanzien van verantwoording van het persoonsgebonden budget;

  • 5.

    welke voorwaarden er aan de verstrekking worden verbonden.

Lid 2 Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 4 Verstrekking als financiële tegemoetkoming

Artikel 21. Inhoud beschikking

Lid 1 Bij het treffen van een voorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd:

  • a.

    de hoogte van de financiële tegemoetkoming;

  • b.

    voor welke te treffen voorziening de financiële tegemoetkoming bestemd is;

  • c.

    wat de duur van de verstrekking is;

  • d.

    of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld;

  • e.

    welke voorwaarden er aan de verstrekking worden verbonden.

Lid 2 Als er sprake is van een te betalen eigen aandeel in de kosten wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 5 Eigen bijdrage / eigen aandeel

Artikel 22. Eigen bijdragen en eigen aandeel

Lid 1 Bij het verstrekken van een voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:

  • a.

    een schoon en leefbaar huis;

  • b.

    wonen in een geschikt huis;

  • c.

    beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

  • d.

    beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

  • e.

    het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

  • f.

    zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;

  • g.

    zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

  • h.

    de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

Lid 2 Het college legt in het Besluit de hoogte van de te vragen eigen bijdrage of het eigen aandeel in de kosten vast.

Hoofdstuk 7 Bepalingen rond beslistermijn, beperkingen, advisering, voorwaarden, wijziging situatie, intrekking en terugvordering

Artikel 23. Beslistermijn

De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden bedraagt voor:

  • a.

    een voorziening voor het wonen in een schoon en leefbaar huis: maximaal 8 weken;

  • b.

    een voorziening voor het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften: maximaal 8 weken;

  • c.

    een voorziening voor het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding: maximaal 8 weken;

  • d.

    een voorziening voor het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren: maximaal 8 weken;

  • e.

    een voorziening voor het wonen in een geschikt huis:

    • 1.

      als het gaat om voorzieningen waarvoor geen bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 8 weken;

    • 2.

      als het gaat om voorzieningen waarvoor wel bouwkundige offertes opgevraagd moeten worden: maximaal 16 weken;

  • f.

    een voorziening voor het zich verplaatsen in en om de woning: maximaal 8 weken;

  • g.

    een voorziening voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel: maximaal 8 weken;

  • h.

    een voorziening voor het ontmoeten van medemensen het op basis daarvan sociale verbanden aangaan: maximaal 8 weken.

Artikel 24. Beperkingen

Lid 1 Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:

  • a.

    de noodzaak voor het te bereiken doel langdurig noodzakelijk is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat;

  • b.

    de te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is;

Lid 2 Geen voorziening wordt toegekend:

  • a.

    indien de voorziening algemeen gebruikelijk is;

  • b.

    indien de aanvrager niet woonachtig is in de gemeente Venlo;

  • c.

    voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de aanvrager voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als de goedkoopst-compenserend valt aan te merken;

  • d.

    voor zover een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.

Lid 3

a. Indien het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van gehuwde personen meer bedraagt dan 1,5 maal de geldende WWB-norm inclusief vakantietoeslag, wordt het bezit van een personenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbare voorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet in aanmerking komen voor verstrekking of vergoeding.

b.

  • 1

    Indien het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van gehuwde personen meer bedraagt dan 1,5 maal de geldende WWB-norm inclusief vakantietoeslag, wordt betrokkene geacht over een inkomen te beschikken dat toereikend is om zelf in de kosten van het collectief vraagafhankelijk vervoerde (regiotaxi) te voorzien. Betrokkene ontvangt dan geen Wmo-regiotaxipas.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid kan betrokkene in aanmerking komen voor een Wmo-regiotaxipas, als hij zonder zo'n pas niet met de Regiotaxi kan reizen. De hoogte van het in deze situatie door betrokkene zelf te betalen tarief wordt bepaald door de provincie c.q. de vervoerder.

Artikel 25. Advisering

Lid 1 Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op de aangevraagde voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

  • a.

    op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te ondervragen;

  • b.

    op een door het college te betalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen ondervragen en/of onderzoeken.

Lid 2 Het college vraagt een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies indien:

  • a.

    het onduidelijk is wat de aard van de problemen is en welke prognose er bestaat;

  • b.

    de aanvraag om medische redenen wordt afgewezen;

  • c.

    het college dat overigens gewenst vindt.

Artikel 26. Wijziging situatie

Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 27. Intrekking

Lid 1 Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

  • a.

    niet of niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening

  • b.

    beschikt is op grond van gegevens en gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

Lid 2 Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Lid 3 In afwijking van het tweede lid kan een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten worden ingetrokken, indien blijkt dat de belanghebbende 2 jaar na de toekenning niet daadwerkelijk is verhuisd.

Lid 4 In de in de leden 1 en 2 bedoelde gevallen dient de verstrekte voorziening te worden gerestitueerd binnen 6 weken nadat het intrekkingbesluit aan betrokkene is meegedeeld

Artikel 28. Terugvordering

Lid 1 Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.

Lid 2 Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

Lid 3. Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken kan deze voorziening worden teruggehaald indien de voorziening is verleend op basis van valselijk verstrekte gegevens.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 29. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 30. Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit geldende bedragen indexeren. In het Besluit is opgenomen voor welke bedragen dit geldt en welk prijsindexcijfer gehanteerd wordt.

Artikel 31. Inwerkingtreding

Lid 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 maart 2012.

Lid 2 Op die dag vervalt de "Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Venlo 2011" zoals die door de raad van de gemeente Venlo is vastgesteld bij besluit van 23 februari 2011.

Artikel 32. Overgangsbepaling

Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag is ingediend op grond van de in artikel 31 lid 2 genoemde verordening en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop overeenkomstig de in artikel 31 lid 2 genoemde verordening beslist, tenzij de bepalingen van deze verordening gunstiger zijn voor de aanvrager, in welk geval de bepalingen van deze verordening worden toegepast.

Artikel 33. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Wmo-verordening Venlo 2012”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 29 februari 2012

de griffier,de voorzitter,