Organisatie | Baarle-Nassau |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening WWB |
Citeertitel | Toeslagenverordening WWB |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Inwerkingtreding per 01-12-2004 (conform publicatie).
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2004 | 14-04-2012 | nieuwe regeling | 16-09-2004 Ons Weekblad, 26-11-2004 | 01-12-2004 |
artikel 1 Begripsomschrijving.
In deze verordening wordt verstaan onder:
artikel 3. Toeslag voor een alleenstaande van 21 tot 65 jaar.
Een alleenstaande van 23 tot 65 jaar heeft, onverminderd het bepaalde in artikel 6, recht op een toeslag van 15% in de hierna onder a en b genoemde gevallen als hij:
hoofdbewoner is van de woning, hij in die woning hoofdverblijf heeft met uitsluitend een of
meer bloedverwanten in de eerste graad van 21 jaar of ouder van wie tenminste een bloedverwant een inkomen heeft van 50% of meer van het netto minimumloon, al dan niet in combinatie met een of meer bloedverwanten in de eerste graad van 18 tot 21 jaar en hij voor die woning woonkosten of woonlasten verschuldigd is.
artikel 4. Toeslag voor een alleenstaande ouder van 21 tot 65 jaar.
Een alleenstaande ouder van 21 tot 65 jaar heeft, onverminderd het bepaalde in artikel 6, recht op een toeslag van 15% in de hierna onder a en b genoemde gevallen als hij:
hoofdbewoner is van de woning, hij in die woning hoofdverblijf heeft met uitsluitend één of meer bloedverwanten in de eerste graad van 21 jaar of ouder van wie tenminste een bloedverwant een inkomen heeft van 50% of meer van het netto minimumloon, al dan niet in combinatie met een of meer bloedverwanten in de eerste graad van 18 tot 21 jaar en hij voor die woning woonkosten of woonlasten verschuldigd is.
Een alleenstaande ouder van 21 tot 65 jaar heeft, onverminderd het bepaalde in artikel 6, recht op een toeslag van 10% in de hierna onder a tot en met c genoemde gevallen als hij:
alleen een woning bewoont en hij voor die woning uitsluitend woonlasten verschuldigd is;
b hoofdbewoner is van de woning, hij in die woning hoofdverblijf heeft met uitsluitend één of meer bloedverwanten in de eerste graad van 18 tot 21 jaar en/of van 21 jaar of ouder met (elk) een inkomen tot 50% van het netto minimumloon, en hij voor die woning uitsluitend woonlasten verschuldigd is en
artikel 5. Verlagen bijstandsnorm gehuwden waarvan beide echtgenoten 21 tot 65 jaar zijn
Het normbedrag voor gehuwden waarvan beide echtgenoten 21 tot 65 jaar zijn, wordt, behoudens het bepaalde in artikel 6, verlaagd met 5% in de hierna onder a en b genoemde gevallen als zij:
hoofdbewoners zijn van de woning, zij in die woning hoofdverblijf geven aan uitsluitend een of meer onderhuurders of medebewoners op commerciële basis die geen bloedverwanten zijn in de eerste graad van de hoofdbewoner of diens partner en zij voor die woning woonkosten of woonlasten verschuldigd zijn en
hoofdbewoners zijn van de woning, zij in die woning hoofdverblijf hebben met uitsluitend één of meer bloedverwanten in de eerste graad van 21 jaar of ouder van wie tenminste een bloedverwant een inkomen heeft van 50% of meer van het netto-minimumloon, al dan niet in combinatie met een of meer bloedverwanten in de eerste graad van 18 tot 21 jaar en hij voor die woning woonkosten of woonlasten verschuldigd is.
Het normbedrag voor gehuwden, waarvan beide echtgenoten 21 tot 65 jaar zijn, wordt, behoudens het bepaalde in artikel 6, verlaagd met 10% in de hierna onder a tot en met c genoemde gevallen, als zij:
hoofdbewoners zijn van de woning, zij in die woning hoofdverblijf hebben met uitsluitend een of meer bloedverwanten in de eerste graad van 18 tot 21 jaar en/of van 21 jaar of ouder met (elk) een inkomen tot 50% van het netto minimumloon, en hij voor die woning uitsluitend woonlasten verschuldigd zijn en
artikel 6. Verhogen of verlagen van het normbedrag bij zorgbehoevendheid.
Een zorgbehoevende die door een hoofd- of medebewoner wordt verzorgd, dan wel een verzorger die een zorgbehoevende hoofd- of medebewoner verzorgt, wordt voor de toepassing van de rechtsgrond als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder a en b van deze verordening (inzake het kunnen delen van de kosten met een of meer anderen respectievelijk de woon-situatie), voor wat betreft hun onderlinge zorgrelatie, niet als kostendelende hoofd- of medebewoner aangemerkt.
artikel 7. Afstemmen toeslagbeleid op inkomstenkorting.
Bij samenloop van keuzemogelijkheid tussen het verhogen dan wel het verlagen van het normbedrag op grond van deze verordening of het in aanmerking nemen van het inkomen uit onderhuur/kostgangers ingevolge artikel 33, lid 4, van de wet prevaleert de toepassing van deze toeslagverordening.