Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rozendaal

Toeslagenverordening WWB

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRozendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingToeslagenverordening WWB
CiteertitelToeslagenverordening WWB
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, art 8, lid 1c en art 30

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-02-201201-01-201207-01-2013Nieuwe regeling

07-02-2012

Gemeentelijk informatieblad "In de Roos"d.d. 10-2-2012

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Toeslagenverordening WWB

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Toeslagenverordening WWB

Artikel 1

Begripsbepalingen

  • 1

    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand (WWB) en de Algemene wet bestuursrecht (Abw).

  • 2

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand;

    • b.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rozendaal;

    • c.

      gezinsnorm: de norm als bedoeld in artikel 21, eerste lid van de wet;

    • d.

      zorgbehoevend gezinslid: de belanghebbende, bedoeld in artikel 4, vijfde lid van de wet;

    • e.

      zorgbehoevend niet-gezinslid: de belanghebbende die voldoet aan het gestelde in artikel 4 vijfde lid, van de wet, waarbij geen sprake is van eerstegraads bloed- of aanverwantschap tussen verzorger en verzorgde;

    • f.

      schoolverlater: met de schoolverlater, bedoeld in artikel 28 van de wet wordt de persoon gelijkgesteld die zich heeft gevestigd in of is teruggekeerd naar Nederland, zolang de zes maanden nog niet zijn verstreken, gerekend vanaf de eerste dag van de maand, volgend op die waarin hij de deelname heeft beëindigd aan onderwijs of beroepsopleiding;

    • g.

      woonlasten: 1. indien een huurwoning wordt bewoond: de per maand geldende huurprijs bedoeld in artikel 1, onderdeel d van de Wet op de huurtoeslag, verminderd met de huurtoeslag; 2. indien een eigen woning wordt bewoond: de maandelijkse netto hypotheeklasten en het eigenaarsdeel WOZ;

  • 3.

    bij kamerbewoning: 75 procent van de all-in prijs.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1

    Deze verordening is uitsluitend van toepassing op belanghebbenden van 21 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar. In geval van een gezin gelden de bepalingen van deze verordening uitsluitend indien alle gezinsleden jonger dan 65 jaar zijn en ten minste twee gezinsleden 21 jaar of ouder.

  • 2

    De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet onverlet.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Artikel 3 Toeslag voor alleenstaanden en alleenstaande ouders

1De norm, genoemd in artikel 20, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdeel

b, van de wet wordt verhoogd met een toeslag van 20 procent van de gezinsnorm voor de belanghebbende in wiens woning geen andere meerderjarige zijn hoofdverblijf heeft;

2De norm, genoemd in artikel 20, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdeel b, van de wet wordt verhoogd met een toeslag van 10 procent van de gezinsnorm voor de belanghebbende die met één of meer anderen, niet zijnde een eerstegraads bloedverwant of –aanverwant en niet zijnde een ander waarmee een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd, zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft. Tenzij deze belanghebbende woonlasten van tenminste 18 procent van de gezinsnorm per maand heeft. In dat geval bedraagt de toeslag 20 procent.

Artikel 4 Toeslag bij zorgbehoefte

1Indien het college toepassing heeft gegeven aan artikel 4, vijfde lid van de wet,

bedraagt in afwijking van artikel 3, de toeslag 20 procent voor de belanghebbende die een zorgbehoevend gezinslid verzorgt;

2 Indien het college toepassing heeft gegeven aan het verzoek als zorgbehoevend niet-gezinslid te worden aangemerkt, bedraagt in afwijking van artikel 3 de toeslag 20 procent van de gezinsnorm voor de belanghebbende die een zorgbehoevend niet-gezinslid verzorgt.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of de toeslag

Artikel 5 Verlaging schoolverlaters

De bijstandsnorm die met inachtneming van de vorige artikelen is vastgesteld, wordt gedurende zes maanden na het tijdstip waarop de deelname aan onderwijs of een beroepsopleiding is beëindigd, verlaagd met 15 procent van de gezinsnorm voor de schoolverlater als bedoeld in artikel 28 van de wet.

Artikel 6 Verlaging toeslag 21-jarige alleenstaanden

  • 1

    De toeslag van de 21-jarige alleenstaande in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft, wordt verlaagd met 10 procent van de gezinsnorm.

  • 2

    Het vorige lid is niet van toepassing ten aanzien van een belanghebbende op wie artikel 5 van toepassing is.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 7 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Het college wijkt af van de bepalingen in deze verordening indien het belang van de gemeente bij toepassing van deze verordening niet opweegt tegen het belang van de belanghebbende bij het achterwege laten van deze toepassing.

Artikel 8 Uitvoering

Het college is belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Toeslagenverordening WWB.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met

1 januari 2012, de dag waarop de “Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden” in werking is getreden. De Verordening toeslagen en verlagingen WWB-normen, vastgesteld op 9 november 2010, wordt gelijktijdig ingetrokken.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 februari 2012.

De griffier, De voorzitter,

K.M.Schaap drs. J.H. Klein Molekamp