Organisatie | Rozendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening WWB |
Citeertitel | Toeslagenverordening WWB |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, art 8, lid 1c en art 30
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-02-2012 | 01-01-2012 | 07-01-2013 | Nieuwe regeling | 07-02-2012 Gemeentelijk informatieblad "In de Roos"d.d. 10-2-2012 | Onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
schoolverlater: met de schoolverlater, bedoeld in artikel 28 van de wet wordt de persoon gelijkgesteld die zich heeft gevestigd in of is teruggekeerd naar Nederland, zolang de zes maanden nog niet zijn verstreken, gerekend vanaf de eerste dag van de maand, volgend op die waarin hij de deelname heeft beëindigd aan onderwijs of beroepsopleiding;
Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm
Artikel 3 Toeslag voor alleenstaanden en alleenstaande ouders
1De norm, genoemd in artikel 20, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdeel
b, van de wet wordt verhoogd met een toeslag van 20 procent van de gezinsnorm voor de belanghebbende in wiens woning geen andere meerderjarige zijn hoofdverblijf heeft;
2De norm, genoemd in artikel 20, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, onderdeel b, van de wet wordt verhoogd met een toeslag van 10 procent van de gezinsnorm voor de belanghebbende die met één of meer anderen, niet zijnde een eerstegraads bloedverwant of –aanverwant en niet zijnde een ander waarmee een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd, zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft. Tenzij deze belanghebbende woonlasten van tenminste 18 procent van de gezinsnorm per maand heeft. In dat geval bedraagt de toeslag 20 procent.
Artikel 4 Toeslag bij zorgbehoefte
1Indien het college toepassing heeft gegeven aan artikel 4, vijfde lid van de wet,
bedraagt in afwijking van artikel 3, de toeslag 20 procent voor de belanghebbende die een zorgbehoevend gezinslid verzorgt;
2 Indien het college toepassing heeft gegeven aan het verzoek als zorgbehoevend niet-gezinslid te worden aangemerkt, bedraagt in afwijking van artikel 3 de toeslag 20 procent van de gezinsnorm voor de belanghebbende die een zorgbehoevend niet-gezinslid verzorgt.
Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of de toeslag
Artikel 5 Verlaging schoolverlaters
De bijstandsnorm die met inachtneming van de vorige artikelen is vastgesteld, wordt gedurende zes maanden na het tijdstip waarop de deelname aan onderwijs of een beroepsopleiding is beëindigd, verlaagd met 15 procent van de gezinsnorm voor de schoolverlater als bedoeld in artikel 28 van de wet.
Artikel 7 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Het college wijkt af van de bepalingen in deze verordening indien het belang van de gemeente bij toepassing van deze verordening niet opweegt tegen het belang van de belanghebbende bij het achterwege laten van deze toepassing.
Deze verordening treedt in werking op de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met
1 januari 2012, de dag waarop de “Wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden” in werking is getreden. De Verordening toeslagen en verlagingen WWB-normen, vastgesteld op 9 november 2010, wordt gelijktijdig ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 februari 2012.