5.4.2.1 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor vergunning zal moeten worden verleend met toepassing van de artikelen 3.6, eerste lid, onder c, 3.23, 3.38, vierde lid of 6.12, zesde lid van de Wet ruimtelijke ordening, wordt het overeenkomstig 5.2.1. berekende bedrag verhoogd met | € | 600,00 |
5.4.2.2 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor vergunning zal moeten worden verleend met toepassing van artikel 3.6, eerste lid, onder a, of 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt het overeenkomstig 5.2.1. berekende bedrag verhoogd met | € | 1.000,00 |
5.4.2.3 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2.1 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingverklaring) van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met | € | 5.000,00 |
5.4.2.4 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.2.1 wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening op aanvraag wordt toegepast, verhoogd met: | | |
a. | een vast bedrag van | € | 5.000,00 |
b. | een bedrag van de voorafgaande aan het in behandeling nemen c.q. verder in behandeling nemen aan de aanvraag aan de aanvrager schriftelijk meegedeelde externe advies- en advertentiekosten, blijkende uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. De aanvraag wordt (verder) in behandeling genomen, nadat de aanvrager schriftelijk heeft ingestemd met de geraamde kosten. Wanneer de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, dan worden de werkelijke kosten doorberekend. | | |
5.4.2.5 | Indien sprake is van de procedures als vermeld in 5.4.2.1, 5.4.2.2 of 5.4.4 wordt de aanvrager schriftelijk van tevoren in kennis gesteld. | | |
5.4.3 | Het overeenkomstig 5.2.1 berekende bedrag wordt verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager schriftelijk medegedeelde kosten van externe adviseurs inzake geluidsmetingen en schoongrondverklaringen, blijkende uit een begroting die terzake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Wanneer de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, dan worden de werkelijke kosten doorberekend. De aanvraag wordt in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting van de externe advieskosten aan de aanvrager schriftelijk ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | |
5.4.4 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een werk waarvoor een ontheffing hogere geluidswaarden moet worden verleend als bedoeld in de artikelen 83 e.v. van de Wet Geluidshinder, wordt het overeenkomstig 5.2.1 berekende bedrag vermeerderd met het bedrag aan leges ingevolge de provinciale legesverordening zoals dat voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag van de aanvrager is medegedeeld en blijkt uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. De aanvraag wordt (verder) in behandeling genomen, nadat de aanvrager schriftelijk heeft ingestemd met de geraamde kosten. | | |
| | | |
Aanlegvergunningen | | |
5.5.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een vergunning als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder a, of artikel 3.38, derde lid, aanhef en onder a, van de Wet ruimtelijke ordening (aanlegvergunning) | € | 350,00 |
5.5.2 | Verhogingen | | |
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.5.1 wordt, indien de aanvraag van een aanlegvergunning: | | |
5.5.2.1 | betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingverklaring) van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met | € | 5.000,00 |
5.5.2.2 | betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.6, eerste lid, onder c, 3.23, 3.38, vierde lid of 6.12, zesde lid van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met | € | 600,00 |
5.5.2.3 | betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.6, eerste lid, onder a of 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met | € | 1.000,00 |
5.5.2.4 | betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast, verhoogd met | | |
a. | een vast bedrag van | € | 5.000,00 |
b. | een bedrag van de voorafgaande aan het in behandeling nemen c.q. verder in behandeling nemen aan de aanvraag aan de aanvrager schriftelijk meegedeelde externe advies- en advertentiekosten, blijkende uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. De aanvraag wordt (verder) in behandeling genomen, nadat de aanvrager schriftelijk heeft ingestemd met de geraamde kosten. Wanneer de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, dan worden de werkelijke kosten doorberekend. | | |
5.6.1 | Bestemmingswijzigingen | | |
5.6.1.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, en 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening | € | 1.000,00 |
5.6.1.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c, 3.23 of 3.38, vierde lid van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist | € | 600,00 |
5.6.1.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een besluit als bedoeld in artikel 3.10 (projectbesluit) of 3.40 (buiten toepassingverklaring) van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist | € | 5.000,00 |
5.6.1.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening, waarbij geen sprake is van een bouwplan waarvoor een bouwvergunning is vereist en geen sprake is van werken of werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning is vereist | € | 5.000,00 |
| verhoogd met het bedrag van de, voorafgaande aan het in behandeling nemen van de aanvraag, aan de aanvrager schriftelijk medegedeelde externe advies- en advertentiekosten, blijkende uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. De aanvraag wordt in behandeling genomen nadat de aanvrager schriftelijk heeft ingestemd met de geraamde kosten. Wanneer de werkelijke kosten minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, dan worden de werkelijke kosten doorberekend. | | |
5.6.2 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een agrarisch bouwvlak dan wel het verkrijgen van een agrarisch hulpgebouw op afstand bedraagt | € | 470,00 |
5.6.3 | Ontheffing verbodsbepaling in voorbereidingsbesluit | | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een ontheffing van het verbod tot wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken als bedoeld in artikel 3.7, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening | € | 600,00 |
5.6.4 | Ontheffing verbodsbepaling in exploitatieplan | | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een ontheffing van het verbod om bepaalde werken of werkzaamheden uit te voeren als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening | € | 600,00 |
| | | |
Sloopvergunningen | | |
5.7 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 3.3, aanhef en onder b, of artikel 3.38, derde lid, aanhef en onder b van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 37, eerste lid van de Monumentenwet 1988 of 8.1.1 van de bouwverordening bedraagt: | | |
5.7.1 | bij een hoeveelheid sloopafval tot en met 50 m3 | € | 100,00 |
5.7.2 | bij een hoeveelheid sloopafval van 51 tot en met 100 m3 | € | 200,00 |
5.7.3 | bij een hoeveelheid sloopafval van meer dan 100 m3 | € | 350,00 |
| | | |
Verhoging | | |
5.7.4 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.7.1, 5.7.2 of 5.7.3 wordt, indien de aanvraag van een sloopvergunning betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt verleend, verhoogd met | € | 600,00 |
| | | |
Brandveilig gebruik bouwwerken en inrichting. Bouwverordening | | |
5.8 | Een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken : | | |
5.8.1 | Indien het betreft een vergunning voor het tijdelijk in gebruik houden van een bouwwerk ten behoeve van een evenement: | | |
5.8.1.1 | met een gebruiksoppervlakte van minder dan 200 m2 | € | 153,00 |
5.8.1.2 | met een gebruiksoppervlakte van 200 m2 en meer | € | 255,00 |
5.8.2 | Indien het betreft een vergunning voor het in gebruik houden van een bouwwerk: | | |
5.8.2.1 | met een bruto-vloeroppervlak van minder dan 100 m² | € | 612,10 |
5.8.2.2 | met een bruto-vloeroppervlak van 100 m² of meer, doch minder dan 500 m² | € | 998,43 |
5.8.2.3 | met een bruto-vloeroppervlak van 500 m² of meer, doch minder dan 1.000 m² | € | 1.320,14 |
5.8.2.4 | met een bruto-vloeroppervlak van 1.000 m² of meer, doch minder dan 1.500m² | € | 1.513,58 |
5.8.2.5 | met een bruto-vloeroppervlak van 1.500 m² of meer, doch minder dan 2.000 m² | € | 1.738,79 |
| vermeerderd met € 143,05 voor elke 500 m² of gedeelte daarvan boven de 2.000 m² | | |
5.8.2.6 | met een bruto-vloeroppervlak van 5.000 m² of meer, doch minder dan 10.000 m² | € | 2.704,89 |
| vermeerderd met € 143,05 voor elke 1.000 m² of gedeelte daarvan boven de 5.000 m² | | |
5.8.2.7 | met een bruto-vloeropppervlak van 10.000 m² of meer, doch minder dan 20.000 m² | € | 3.509,87 |
| vermeerderd met € 143,05 voor elke 2.000 m² of gedeelte daarvan boven de 10.000 m² | | |
5.8.2.8 | met een bruto-vloeroppervlak van 20.000 m² of meer | € | 5.119,89 |
5.8.3 | Indien de aanvraag is ingediend in verband met een wijziging van een Bouwwerk, voor die wijziging: | | |
5.8.3.1 | met een bruto-vloeroppervlak van minder dan 100 m² | € | 612,10 |
5.8.3.2 | met een bruto-vloeroppervlak van 100 m² of meer, doch minder dan 500 m² | € | 998,43 |
5.8.3.3 | met een bruto-vloeroppervlak van 500 m² of meer,doch minder dan 1.000 ² | € | 1.320,14 |
5.8.3.4 | met een bruto-vloeroppervlak van 1.000 m² of meer, doch minder dan 1.500 m² | € | 1.513,58 |
5.8.3.5 | met een bruto-vloeroppervlak van 1.500 m² of meer, doch minder dan 2.000 m² | € | 1.738,79 |
| vermeerderd met € 143,05 voor elke 500 m² of gedeelte daarvan boven de 2.000 m² | | |
5.8.3.6 | met een bruto-vloeroppervlak van 5.000 m² of meer, doch minder dan10.000m² | € | 2.704,89 |
| vermeerderd met € 143,05 voor elke 1.000 m² of gedeelte daarvan boven de 5.000 m² | | |
5.8.3.7 | met een bruto-vloeroppervlak van 10.000 m² of meer, doch minder dan 20.000 m² | € | 3.509,87 |
5.8.3.8 | met een bruto-vloeroppervlak van 20.000 m² of meer | € | 5.119,89 |
| | | |
Brandveilig gebruik inrichting niet zijnde gebouw (brandbeveiligingsverordening) | | |
5.9 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning voor een evenement: | | |
5.9.1 | met een gebruiksoppervlakte van minder dan 200 m2 | € | 153,00 |
5.9.2 | met een gebruiksoppervlakte van 200 m2 en meer | € | 255,00 |
5.10 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een persoonsgebonden beschikking bedraagt | € | 215,00 |