Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel ontheffing bebouwingsbepalingen woonbestemming Wormerland voor mantelzorg |
Citeertitel | ontheffing bebouwingsbepalingen woonbestemming Wormerland voor mantelzorg’’. |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-05-2009 | 01-03-2009 | nieuwe regeling | 14-04-2009 Zaankanter, 29 April 2009 | - |
Mantelzorg in de ruimtelijke Ordening
De aanleiding voor de opstelling van deze beleidsregel is tweeledig, namelijk
Bij de vaststelling van het bestemmingsplan ‘’landelijk gebied Wormerland’’ op 4 april 2007 hebben wij de raad toegezegd een beleidsregel op te stellen voor het uitoefenen van onder meer mantelzorgactiviteiten op woonerven. Hierbij zou de vrijstellingsregeling (de term ‘’vrijstelling’’ is als gevolg van de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 vervallen en gewijzigd in ‘’ontheffing’’) die in voormeld bestemmingsplan is opgenomen voor dergelijke activiteiten worden geclausuleerd, zodat helderheid bestaat in welke gevallen de vrijstelling zal worden verleend danwel zal worden geweigerd.
Met de invoering van de Wmo wordt de mantelzorg de verantwoordelijkheid van gemeenten. Het doel van de Wmo is dat mensen zo veel mogelijk voor elkaar zorgen. Het ministerie van VWS hecht namelijk veel belang aan goede zorg aan huis door familie en vrienden en dat noemen we mantelzorg. De gemeente zal daarom mantelzorg stimuleren.
Sociaal beleid heeft ruimtelijke gevolgen en ruimtelijk beleid heeft sociale gevolgen. Bij de planontwikkeling wordt soms onvoldoende rekening gehouden met sociale voorzieningen en de ruimte die daarvoor nodig is c.q. beschikbaar gesteld moet worden.
Zo wordt de gemeente regelmatig geconfronteerd met verzoeken om inwoning van ouderen en zorgbehoevenden in al dan niet vrijstaande bijgebouwen bij woningen.
2. Reikwijdte huidige regeling
Mantelzorg wordt in de geldende bestemmingsplannen in Wormerland beperkt mogelijk gemaakt. Deze functie wordt in de kernen alleen toelaatbaar gesteld binnen de woonbestemming tot een maximum bebouwd nieuw oppervlak van 45 m2, waarbij tevens is bepaald dat de mantelzorg aan de woning gebouwd moet zijn. In het landelijk gebied geldt een iets ruimere regeling.
In dit gebied mag mantelzorg binnen de woonbestemming zowel in een vrijstaand bijgebouw als aangebouwd aan de woning (’het hoofdgebouw’) plaatsvinden tot en maximum nieuw bebouwd oppervlak van 80 m2.
In zowel de kernen als in het landelijk gebied is mantelzorg gekoppeld aan een vrijstelling (nu ‘ontheffing’) van de bebouwingsbepalingen van het bestemmingsplan, die door de betreffende initiatiefnemer dient te worden aangevraagd bij het college van burgemeester en wethouders. Bij toetsing van een aanvraag wordt (onder meer) getoetst aan de volgende 2 voorwaarden:
De huidige mantelzorgregeling in onze bestemmingsplannen wordt als te beperkt ervaren en behoeft de regeling op een aantal onderdelen verfijning en verduidelijking voor de toetsing van concrete aanvragen.
Het gewenst is inhoudelijk een meer concreet en uniform toetsingskader te formuleren voor mantelzorgactiviteiten, niet alleen ten behoeve van de regulering maar ook ten behoeve van de uitvoering en handhavingomstandigheden van deze activiteiten. Het gaat er hierbij om dat voor een ieder duidelijk is onder welke omstandigheden en onder welke voorwaarden mantelzorg toegestaan kan worden bij woon in onze gemeente.
4. Doel en toepassing van de notitie
Het doel van deze regeling is om de maatschappelijke vraag naar huisvesting ten behoeve van mantelzorg te faciliteren.
Er is gekeken of dit onderwerp zich leent voor een gebiedsgerichte aanpak door bij de toepassing van het beleid een onderscheid te maken tussen het landelijke en het stedelijk gebied. Door een dergelijke aanpak kan dan namelijk per gebied worden bezien onder welke specifieke voorwaarden de regeling toegepast kan worden. Hiervoor is uiteindelijk niet gekozen omdat niet het ruimtevraagstuk maar de zorgbehoefte bepalend is voor de toepassing van de vrijstelling. Deze zorgvraag c.q. zorgbehoefte is zowel in het landelijk als in het stedelijk gebied aan de orde.
De beleidsregel wordt niet toegepast op bedrijventerreinen omdat woonfuncties daar zeer beperkt voorkomen en dan nog alleen als ondergeschikt aan de bedrijfsvoering. Uitbreiding van de bewoning t.b.v. mantelzorg op bedrijfsterreinen wordt daarom als ongepast en ongewenst beschouwd.
5. Definitie van het begrip mantelzorg
In de wet maatschappelijke ondersteuning (artikel 1, lid1 onder b) wordt het begrip mantelzorg als volgt gedefinieerd: langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voorvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
Mantelzorg is dus niet de alledaagse zorg voor bijvoorbeeld een gezond kind. De noodzaak moet worden vastgesteld door een toetsend orgaan. (bijv. het RIO Zaanstreek of het CIZ) In dit geval vindt de toetsing (indicatiebesluit) plaats door de Gemeente Wormerland.
6. Definitie van begrippen inwoning en bijwoning
In de beleidsregel wordt een onderscheid gemaakt tussen de begrippen inwoning en bijwoning.
Bij inwoning is sprake als iemand (die mantelzorg behoeft) inwoont in een
(aangebouwd bijgebouw van een) woning en daarbij gebruik maakt van
gemeenschappelijke of eigen voorzieningen. Er is sprake van inwoning als er Eén gezamenlijke toegang is.
Bij bijwoning is sprake van een min of meer zelfstandige woning (in de vorm van een eigen toegang en eigen voorzieningen) binnen een vrijstaand bijgebouw van een andere woning. De bijwoning, door iemand die mantelzorg behoeft, is gerelateerd aan de hoofdwoning.
7.Nieuwe regeling en voorwaarden
Mantelzorgactiviteiten worden in de beleidsregel zowel toelaatbaar gesteld in het hoofdgebouw/ de woning zelf, aangebouwd aan de woning en in een vrijstaand bijgebouw.
De regeling is van toepassing op woningen en dienstwoningen en geldt zowel voor nieuwe als voor bestaande bebouwingssituaties (nieuwbouw en herbouw)
Verder mag de mantelzorgwoning ten hoogste/maximum 80 m2 groot zijn. Deze maatvoering is onder meer afhankelijk gesteld van de grootte van het bij de woning behorende erf.
Aan de toepassing van de mantelzorgregeling (aan huis) worden een aantal specifieke procedurele als inhoudelijke toetsingscriteria gekoppeld. Deze criteria hebben betrekking op de indieningvereisten van een aanvraag voor een ontheffing van het bestemmingsplan, op de hiervoor te doorlopen procedure en op de voorwaarden op grond waarvan medewerking wordt verleend. Deze voorwaarden staan vermeld in artikelen 2, 3 en 4 van de beleidsregel. Kort samengevat wordt alleen medewerking verleend indien aan de volgende voorwaarden voldaan is:
De mantelzorgbehoefte moet aantoonbaar worden gemaakt door middel van een indicatiebesluit; hierover dient een ter zake deskundige advies te worden gevraagd (bijv. het RIO of het Centrum Instituut voor mantelzorg (ook wel het CIZ genoemd)
de verlener en ontvanger van mantelzorg verklaren dat de zorg en hulp geheel vrijwillig en buiten organisatorisch verband gegeven wordt.
Bij beëindiging van de zorgbehoefte (als gevolg van verhuizing of overlijden) of bij beëindiging van de mantelzorg (de zorgverlener wil of kan mantelzorg niet langer leveren, door bijvoorbeeld hulpbehoevendheid of overlijden), moet de oude situatie worden hersteld of moet het bijgebouw / bedrijfsgebouw conform de bestemming in gebruik te worden genomen en moet deze dusdanig worden ontmanteld dat bewoning niet meer mogelijk is.
Ter waarborging van de rechtszekerheid zal een toestemming worden verleend in de vorm van een persoonsgebonden gedoogbeschikking, waarin de gestelde voorwaarden worden opgenomen. De gedoogbeschikking is niet overdraagbaar.
Het voornemen tot het geven van een gedoogbeschikking zal worden
gepubliceerd. In het kader van handhaving zal de tijdelijke woning gecontroleerd worden. Er zal ook opgetreden worden indien in afwijking van de gestelde regels wordt gehandeld.
De te doorlopen procedure om te komen tot een besluit tot het verlenen van de vereiste ontheffing van het bestemmingsplan wordt onderstaand beschreven.
Inhoudelijke beoordeling van het verzoek.
Indien nodig wordt nader overleg met de aanvrager gevoerd ter verduidelijking van de aanvraag. Het verzoek wordt om advies voorgelegd aan het toetsend orgaan(indicatiebesluit) en voor zover nodig het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.(indien sprake is van extra verhard oppervlak, watertoets)
Binnen 2 maanden na het verstrijken van de termijn van terinzagelegging neemt het college van burgemeester en wethouders een besluit over de ingediende zienswijzen en over het verlenen van de ontheffing van het bestemmingplan al dan niet in combinatie met het al dan niet verlenen van de bouwvergunning.
De totale proceduretijd neemt, afhankelijk van in te dienen zienswijzen door derden, circa 4 tot 6 maanden in beslag.
Beleidsregel ontheffing bebouwingsbepalingen woonbestemming Wormerland voor mantelzorg
Ter nadere invulling van de gebruiks-en bebouwingsmogelijkheden in de geldende bestemmingsplannen in Wormerland en welke betrekking hebben op het onderwerp ‘‘mantelzorg’’ stellen burgemeester en wethouders van Wormerland de navolgende beleidsregel ‘’ ontheffing voor mantelzorgactiviteiten’’ vast:
Artikel 2 Aanvragen tot ontheffing
De aanvraag moet geschieden door de eigenaar van het perceel, aan wie ook de ontheffing wordt verleend.
Bij een aanvraag om ontheffing van het bestemmingsplan dienen de volgende gegevens overlegd te worden
Artikel 3 vormvereisten en procedurele toetsing van aanvragen
Alvorens ontheffing van het bestemmingsplan wordt verleend, vraagt het college van burgemeester en wethouders onafhankelijk advies aan een ter zake deskundige, waarin nut en noodzaak voor de activiteit en/of de hiermee gemoeide vergroting van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing bij het hoofdgebouw wordt aangetoond.
Ingeval het verzoek om ontheffing gepaard gaat met een toename van het verhard oppervlak op het bouwperceel waarop de aanvraag betrekking heeft, is voorafgaande aan de indiening hiervan instemming van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier vereist (watertoets). De aanvraag wordt tevens om advies gestuurd naar de Milieudienst Waterland. (milieutoets);
Ter waarborging van de rechtszekerheid zal een toestemming worden verleend in de vorm van een persoonsgebonden gedoogbeschikking, waarin de gestelde voorwaarden worden opgenomen. De gedoogbeschikking is niet overdraagbaar.
Het voornemen tot het geven van een gedoogbeschikking zal worden
gepubliceerd. In het kader van handhaving zal de tijdelijke woning gecontroleerd worden. Er zal ook opgetreden worden indien in afwijking van de gestelde regels wordt gehandeld.
Artikel 4 Inhoudelijke toetsing aanvragen
Aan mantelzorg (aan huis) wordt alleen medewerking verleend indien aan de volgende voorwaarden voldaan is:
Het (hoofd)gebouw dat geschikt wordt gemaakt voor mantelzorg dient te voldoen aan de voorschriften van het Bouwbesluit en Bouwverordening, de realisering van de tijdelijke woonruimte in een bijgebouw of aanbouw moet mogelijk en aanvaardbaar zijn binnen milieuhygiënische en brandveilige randvoorwaarden van genoemde besluiten.
Waar mogelijk worden een koppeling gelegd met de financieringsmogelijkheden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
Daar waar mogelijk zullen voor onderdelen van het bouwbesluit ontheffing worden verleend.
Hierbij zal echter geen ontheffing worden verleend voor die zaken betreffende veiligheid, milieu en hygiëne.