Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heiloo

Parkeerverordening Heiloo 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeiloo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingParkeerverordening Heiloo 2011
CiteertitelParkeerverordening Heiloo
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpParkeerverordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-02-2012nieuwe regeling

24-10-2011

Uitkijkpost, 01-02-2012

11-15235

Tekst van de regeling

Intitulé

Parkeerverordening Heiloo 2011

Het verlenen van pakeervergunning in Heiloo

Afdeling 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      RW 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 van 26 juli 1990, Stb. 459;

    • b.

      motowoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RW 1990;

    • c.

      parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

    • d.

      houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeenwet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens ais houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

    • e.

      vergunninghouderparkeerplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RW:

    • f.

      vergunning: een door burgemeester en wethouders verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op een vergunninghouderparkeerplaats;

    • g.

      vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.

Afdeling 2 Plaatsen voor vergunninghouders en vergunningen

Artikel 2 Gebieden

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besiuit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen, bij openbaar te maken besiuit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3 Vergunningverlening

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende aanvraag aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig een vergunning verlenen voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen.

  • 2

    Een vergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze woont en of werkt in een gebied waar vergunninghouderplaatsen aanwezig zijn.

  • 3

    Houders van een gehandicaptenparkeerkaart (al dan niet in combinatie met een specifieke plek op kenteken) hebben geen vergunning nodig in de vergunningzones.

  • 4

    Aan de vergunning kunnen zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken vergunninghouderparkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

  • 5

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een vergunning ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

Artikel 4 Vergunningaanvraag

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning.

  • 2

    Burgemeester en wethouders beslissen binnen acht weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken veriengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriflelijk in kennis gesteld.

Artikel 5 Kenmerkgen vergunning

  • 1

    Een vergunning wordt voor onbepaalde tijd verleend.

  • 2

    De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de naam van de vergunninghouder;

    • b.

      het kenteken van het motorvoertuig;

    • c.

      het gebied waarvoor de vergunning geldt.

Artikel 6 Intrekken of wijzigen van een vergunning

  • 1

    Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken of wijzigen:

    • a.

      op verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      wanneer de vergunninghouder in het gebied niet meer woonachtig is waarvoor de vergunning is verleend en of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

    • c.

      wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

    • d.

      wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

    • e.

      wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

    • f.

      wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

    • g.

      om redenen van openbaar belang.

  • 2

    Een besluit tot intrekken of wijzigen van een vergunning is met redenen omkleed. De betrokkenen wordt van het intrekken of wijzigen van de vergunning schriflelijk in kennis gesteld.

  • 3

    De vergunninghouder is verplicht wijzigingen in één van de omstandigheden, die relevant waren voor het verlenen van de vergunning, binnen een maand te melden bij burgemeester en wethouders.

Afdeling 3 Verbodsbepalingen

Artikel 7 Verbodsbepalingen

  • 1

    Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig of brommobiel te plaatsen of te laten staan op een vergunninghouderparkeerplaats.

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 8  

  • 1

    Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een vergunninghouderparkeerplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden:

    • a.

      zonder vergunning;

    • b.

      zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de vergunning;

    • c.

      in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.

Afdeling 4 Strafbepaling

Artikel 9 Strafbepaling

  • 1

    Overtreding van het bepaalde in afdeling 3 van deze verordening wordt gestrafl met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de eerste categorie.

Afdeling 5 Overgangs- en slotbepaling

Artikel 10 Opsporing

  • 1

    Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast.

Artikel 11 Citeertitel

  • 1

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Parkeerverordening Heiloo" .

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Heiloo in de openbare raadsvergadering van 24 oktober 2011.