Organisatie | West Maas en Waal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening tot 1e wijziging van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2010 |
Citeertitel | Verordening tot 1e wijziging van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Verordening ´reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2010´ is per 02-02-2012 ingetrokken
Gemeentewet, art. 16
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2012 | 01-01-2020 | Nieuwe regeling | 19-01-2012 Waalkanter, 25-01-2012 | 11int467 |
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
De raad kan het college verzoeken de secretaris in de vergadering aanwezig te laten zijn en deel te laten nemen aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement.
Artikel 7. Rondetafelgesprekken
De raad kent drie rondetafelgesprekken: rondetafelgesprek Ruimte, rondetafelgesprek Samenleving en Bestuur en rondetafelgesprek politiek-bestuurlijke voorbereidingsronde Jaarstukken, Bestuursrapportage, perspectiefnota en programmabegroting. Deze rondetafelgesprekken hebben de status van commissie als bedoeld in artikel 82 Gemeentewet.
HOOFDSTUK 2. TOELATING VAN NIEUWE LEDEN; BENOEMING WETHOUDERS; FRACTIES
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren. De fractienaam mag niet in strijd zijn met de openbare orde en goede zeden.
Paragraaf 1. Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen
Bij aanvang van de vergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raad of de voorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren. Dit raadslid dient daartoe 48 uur voor een raadsvergadering aan de gemeenteraad mee te delen dat hij een onderwerp aan de agenda wenst toe te voegen. Hij licht daarbij toe waar het onderwerp overgaat, waarom hij een onderwerp wil agenderen en wat hij van de gemeenteraad vraagt. De raad willigt een dergelijk verzoek in.
Artikel 14. Ter inzage leggen van stukken
Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Paragraaf 2. Orde der vergadering
Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.
Artikel 19. Spreekrecht burgers
Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 16.00 uur aan de griffier onder vermelding van onderwerp, naam, adres en telefoonnummer. Insprekers kunnen zich ook melden aan het begin van de vergadering. Zij laten hun naam, adres en telefoonnummer achter bij de griffier.
Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord, ongeacht of men inspreekt op meerdere onderwerpen en/of namens meerdere personen. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
Artikel 20. Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
Artikel 21. Verslag, besluitenlijst en presentielijst
De leden, de voorzitter, de wethouders, de griffier en de secretaris hebben het recht, een voorstel tot verandering aan de raad te doen, indien het concept-verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering dient 24 uur vóór de aanvang van de vergadering bij de griffier te worden ingediend.
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
Aan de hand van het verslag stelt de griffier een besluitenlijst op. Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de vergadering openbaargemaakt door plaatsing in de gemeentelijke informatierubriek in een huis-aan-huisblad en door plaatsing op de gemeentelijke website.
Bij de raad ingekomen stukken, waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de raad, worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt tegelijkertijd met het verzenden van de schriftelijke oproep voor de raadsvergadering aan de leden van de raad toegezonden, ter inzage gelegd en geagendeerd voor de eerstvolgende besluitvormende raadsvergadering. In spoedeisende gevallen kan een ingekomen stuk na de schriftelijke oproep voor de raadsvergadering worden verzonden.
Artikel 25. Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de voorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn stemgedrag te motiveren.
Paragraaf 3. Procedures bij stemmingen
Artikel 30. Algemene bepalingen over stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 32. Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
HOOFDSTUK 4. RECHTEN VAN LEDEN
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Er kan alleen beraadslaagd worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 37. Initiatiefvoorstel
Behandeling van een initiatiefvoorstel in de besluitvormende raadsvergadering vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende voorstellen en onderwerpen zijn behandeld, tenzij het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd voorstel of onderwerp dient te worden behandeld
Het verzoek tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.
De voorzitter draagt er zorg voor, dat de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad, de wethouders, de secretaris wordt gebracht. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De interpellatie kan gehouden worden indien vijf raadsleden daarmee instemmen. De raad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.
Artikel 40. Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Het lid van de raad dat tijdens het vragenuur vragen wil stellen, meldt dit ten minste 24 uur voor aanvang van het vragenuur bij de griffier, onder aanduiding van het onderwerp en een korte omschrijving van de vraag. De voorzitter kan na overleg met het presidium weigeren een onderwerp tijdens het vragenuur aan de orde te stellen indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven of indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt.
HOOFDSTUK 5. BEGROTING EN REKENING
Artikel 43. Procedure begroting
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die raad, op voorstel van het presidium, vaststelt.
Artikel 44. Procedure jaarrekening
Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die raad, op voorstel van het presidium, vaststelt.
HOOFDSTUK 6. LIDMAATSCHAP VAN ANDERE ORGANISATIES
Artikel 45. Verslag en verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een gemeenschappelijk orgaan ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen of in een andere organisatie of institutie, heeft het recht om in aansluiting op de behandeling van de lijst van ingekomen stukken òf voor het sluiten van de vergadering verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur of gemeenschappelijk orgaan aan de orde zijn. Indien de raad dit verslag wenst te bespreken, kan de voorzitter verwijzen naar een rondetafelgesprek.
HOOFDSTUK 7 OPINIERENDE RAADSVERGADERING
Op een opiniërende vergadering zijn de artikelen van dit reglement van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikelen 18, eerste lid, 19, 20, 21, vierde lid onder d, e, en f en het zesde lid, 22, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 39, 40, 41 en 42 en voor zover de artikelen niet strijdig zijn met het karakter van de vergadering.
In afwijking van hetgeen in artikel 19 is geregeld over het spreekrecht van burgers, bepaalt het presidium of burgers dit spreekrecht voor een opiniërende raadsvergadering hebben.
Artikel 48 Beraadslaging en conclusies opiniërende raadsvergadering
Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp voldoende is toegelicht en over het onderwerp voldoende is beraadslaagd, sluit de voorzitter af met een conclusie over de richtinggevende uitspraken van de fracties. Hij noemt de standpunten van alle fracties.
HOOFDSTUK 7. BESLOTEN VERGADERING
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 52. Opheffing geheimhouding
Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
HOOFDSTUK 8. TOEHOORDERS EN PERS
Artikel 54. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die in de vergaderzaal tijdens een openbare raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.