Organisatie | Edam-Volendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Edam-Volendam |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Edam-Volendam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentwet artikel 147, WWB artikel 8 en 36
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-02-2012 | 01-01-2012 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 16-02-2012 NIVO 29 februari 2012 | 11F-2012 nr. 9 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede “een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan” moet worden gelezen als “de referteperiode”, waarbij een bijstandsuitkering, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen moet worden gezien;
Tot de doelgroep van de langdurigheidstoeslag behoren personen van 21 jaar en ouder doch jonger dan 65 jaar met langdurig een laag inkomen, geen in aanmerking te nemen vermogen en geen uitzicht op inkomensverbetering. Bij een gezin geldt het leeftijdscriterium voor ten minste twee gezinsleden en de voorwaarde van geen uitzicht op inkomensverbetering voor alle gezinsleden die voldoen aan het leeftijdscriterium.
Personen die op de peildatum of in de referteperiode ofwel aanspraak hebben gehad op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000, of voor een tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in aanmerking zijn gekomen, worden wel geacht uitzicht op inkomensverbetering te hebben en komenaldus niet voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking.
Artikel 3. Langdurig laag inkomen
Onder langdurig een laag inkomen wordt verstaan een gemiddeld inkomen per maand dat gedurende de referteperiode niet hoger is dan 100% van de geldende bijstandsnorm.
Artikel 4. Hoogte langdurigheidstoeslag
Bij een gezin waarvan slechts twee gezinsleden aan het leeftijdscriterium als bedoeld in artikel 2, lid 1, van deze verordening voldoen en één van deze gezinsleden op de peildatum is uitgesloten
van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13, lid 1, van de wet komt het rechthebbende gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem of haar als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.