Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alphen aan den Rijn

Verordening tegemoetkoming Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Alphen aan den Rijn

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlphen aan den Rijn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening tegemoetkoming Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Alphen aan den Rijn
CiteertitelVerordening tegemeotkoming Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Alphen aan den Rijn
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In deze regelingen worden de voorwaarden om voor een tegemoetkoming kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie in aanmerking te komen vastgelegd. Dit is gemeentelijk beleid. De Wet regelt voor deze doelgroep niets

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2016Onbekend

22-12-2011

Week in Beeld in Witte Weekblad d.d. 4 januari 2012

2011/1663

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING TEGEMOETKOMING WET KINDEROPVANG EN KWALITEITSESEN PEUTERSPEELZALEN GEMEENTE ALPHEN AAN DEN RIJN

vastgesteld door de gemeenteraad van 4 januari 2012

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze Verordening wordt verstaan onder:

  • 1

    Het college: het college van burgemeester en wethouders

  • 2

    De wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

  • 3

    De Regeling Kinderopvangtoeslag Belastingdienst: de regeling waarin de voorwaarden om voor kinderopvangtoeslag in aanmerking te komen en de hoogte van de toeslag is vastgelegd.

  • 4

    Het indicatieorgaan: de instelling/organisatie die op verzoek van de gemeente indiceert of kinderopvang noodzakelijk is, in casu Participe

  • 5

    Geregistreerde kinderopvang: kinderopvang die geregistreerd staat in het Landelijk Register Kinderopvang

  • 6

    Houder: de geregistreerde kinderopvanginstelling

Hoofdstuk II Kinderopvang voor in de wet genoemde doelgroepen

Artikel 2 Doelgroep

1 Deze regeling is van toepassing op een ouder/verzorger die in gemeente Alphen aan den

Rijn zijn woonplaats heeft als bedoeld in artikelen 10 lid 1 en artikel 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek; en

  • 2

    behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 1.22 van de wet

  • 3

    Als een aanvraag kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie is ingediend, dan is deze regeling van toepassing als aan de doelgroepomschrijving van artikel 14 is voldaan.

Artikel 3 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • 1

    Een aanvraag voor tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang wordt door middel van een aanvraagformulier ingediend.

  • 2

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres, burgerservicenummer, geboortedatum van de ouder(s)/verzorger(s);

    • b.

      indien van toepassing: naam, burgerservicenummer, geboortedatum van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder, het adres van de partner;

    • c.

      naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

    • e.

      gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 1.22 van de wet.

    • f.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten.

    • g.

      een machtiging tot het opvragen van informatie aan de houder.

  • 3

    Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede door of namens deze ondertekend.

Hoofdstuk II Verlening van de tegemoetkoming

Artikel 4 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

  • 1

    Het college besluit over de aanvraag binnen zes weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2

    Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.

Artikel 5 Weigeringsgrond

Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 1.22 van de wet.

Artikel 6 Ingangsdatum van de tegemoetkoming

  • 1

    De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.

  • 2

    Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 7 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een tegemoetkomingsjaar.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 8 Omvang van de kinderopvang

Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd.

  • 1

    In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 1.24, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid is voor kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie artikel 17 van toepassing.

Artikel 9 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

  • a.

    de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;

  • b.

    de naam en de geboortedatum van het kind of kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • c.

    de naam en adres van het kindercentrum of gastouder waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • e.

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

  • f.

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • g.

    de verplichtingen van de ouder.

Artikel 10 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1

    De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.

  • 2

    Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

Hoofdstuk III Vaststelling van de tegemoetkoming

Artikel 11 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1

    De houder verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

  • 2

    De ouder verstrekt door ondertekening van het in artikel 3 lid 1 bedoelde aanvraagformulier tevens een machtiging aan het college, op grond waarvan het college rechtstreeks de onder punt 1 bedoelde informatie kan opvragen bij de houder.

  • 3

    Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 12 Verrekening met de voorschotten

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Hoofdstuk IV Verplichtingen van de ouder

Artikel 13 Inlichtingenplicht

  • 1

    De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.

  • 2

    De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

  • 3

    Indien door de ouder of de partner de in het eerste en/of tweede lid bedoelde inlichtingenplicht niet wordt nageleefd, wordt een bestuurlijke boete opgelegd aan de hand van de in de bijlage bij deze verordening gevoegde Systematiek bestuurlijke boetes ingevolge de wet.

Hoofdstuk V Kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie

Artikel 14 Doelgroep

  • 1

    Het college kan een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang toekennen aan een ouder/verzorger van een kind tot 10 jaar en/of het kind tot 10 jaar die in gemeente Alphen aan den Rijn zijn woonplaats heeft als bedoeld in artikel 10 lid 1 en artikel 11 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, en;

    • a.

      tot de categorie personen behoort met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking en voor wie Participe een indicatie heeft afgegeven dat een of meer beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

    • b.

      ten aanzien van wie door Participe is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van het kind noodzakelijk is.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid kan Participe een deskundig advies inwinnen bij een ander indicatieorgaan.

Artikel 15 Voorliggende voorziening

Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend een voorziening op grond van:

  • a.

    de wet;

  • b.

    Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz), zorgverzekering of andere regelgeving (bijvoorbeeld dagcentra, medisch kinderdagverblijf of functiegerichte zorg in natura of PGB);

  • c.

    jeugdzorg;

  • d.

    peuterspeelzaalwerk;

  • e.

    overblijfregeling basisscholen;

  • f.

    een bijdrage van de werkgever;

  • g.

    informele opvang.

Artikel 16 Aanspraak op een tegemoetkoming

Een ouder/verzorger heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de door hem of zijn partner te betalen kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie indien:

  • a.

    het college op grond van het bepaalde van het indicatieorgaan of in artikel 14 lid 2 genoemde instelling kan vaststellen in welke mate deze ouder/verzorger in aanmerking behoort te komen voor een tegemoetkoming in deze kosten vanwege een gebleken noodzaak op grond van een sociaal medische indicatie;

  • b.

    het indicatierapport de volgende elementen bevat:

    • -

      medische/psychische situatie van ouder en/of kind

    • -

      informatie van betrokken/doorverwijzende instantie;

  • c.

    het kinderopvang betreft in een geregistreerd kindercentrum of gastouderbureau.

Artikel 17 Hoogte en duur van de tegemoetkoming en

  • 1

    De financiële tegemoetkoming wordt verstrekt overeenkomstig de systematiek van de Regeling Kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst;

  • 2

    Bij de berekening van de tegemoetkoming wordt gerekend met het maximale uurtarief voor kinderopvang dat jaarlijks door de Belastingdienst wordt vastgesteld.

  • 3

    De tegemoetkoming wordt toegekend voor de duur van maximaal een jaar en kan daarna door middel van een herindicatie verlengd worden met een jaar.

  • 4

    De tegemoetkoming is gemaximeerd tot drie dagen opvang per week.

Artikel 18 bepalingen die niet van toepassing zijn bij tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie

Voor deze doelgroep zijn de onderstaande bepalingen niet van toepassing:

Artikel 3, lid 2.e.

Artikel 5.

Hoofdstuk VI Slotbepalingen

Artikel 19

Hardheidsclausule

Het college is gerechtigd om in bijzondere gevallen om objectiveerbare redenen van redelijkheid en billijkheid af te wijken van de bepalingen van deze verordening, mits dat de doelstelling en strekking van de verordening ten goede komt.

Artikel 20 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening tegemoetkoming Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Alphen aan den Rijn 2012.