Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terneuzen

Verordening Speelautomatenhallen Terneuzen 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerneuzen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Speelautomatenhallen Terneuzen 2011
CiteertitelVerordening Speelautomatenhallen Terneuzen 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Het overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging daarvan.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. art. 149 Gemeentewet
  2. titel VA van de Wet op de Kansspelen
  3. Dienstenwet
  4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201211-09-2019art. 2

15-12-2011

Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 28 december 2011

32724
01-01-2012art. 2

15-12-2011

Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 28-12-2011

32724
01-01-201111-09-2019Nieuwe regeling

27-01-2011

Zeeuws Vlaams Advertentieblad, 23 februari 2011

32128

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening speelautomatenhallen 2011

De raad van de gemeente Terneuzen;

 

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 3 december 2010

 

gezien de wijziging van de Wet op de Kansspelen

 

gelet op artikel 149 Gemeentewet en titel VA van de Wet op de Kansspelen

 

Besluit vast te stellen de navolgende verordening:

Verordening speelautomatenhallen 2011

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    de wet: de Wet op de kansspelen;

  • -

    Speelautomatenbesluit: KB van 23 mei 2000, Stb. 224, houdende regels ter uitvoering van titel Va van de wet, zoals gewijzigd bij besluit van 14 september 2001, Stb. 2001, 415;

  • -

    speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

  • -

    behendigheidsautomaat: een speelautomaat waarvan:

    • ·

      het spelresultaat uitsluitend kan leiden tot een verlengde speelduur of het recht op gratis spellen, en

    • ·

      het proces, ook nadat het in werking is gesteld, door de speler kan worden beïnvloed en het geheel of vrijwel geheel van zijn inzicht en behendigheid bij het gebruik van de daartoe geboden middelen afhangt of en in welke mate de speelduur verlengd of het recht op gratis spellen verkregen wordt.

  • -

    kansspelautomaat: een speelautomaat die geen behendigheidsautomaat is;

  • -

    speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek gelegenheid te geven een spel door middel van speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30 c, eerste lid, onder c, van de wet;

  • -

    aanwezigheidsvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 30b van de wet;

  • -

    exploitant: de natuurlijke of rechtspersoon die de speelautomatenhal exploiteert;

  • -

    beheerder: de natuurlijke persoon of personen die de onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een speelautomatenhal;

  • -

    weg: weg conform de Wegenverkeerswet ‘94, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.

HOOFDSTUK 2 VERBODSBEPALING EN VERGUNNINGPLICHT

Artikel 2 Verbodsbepaling en vergunningen

  • 1.
    • a.

      Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal te vestigen of de exploiteren;

    • b.

      De burgemeester kan uitsluitend voor maximaal één speelautomatenhal in de kern Axel en voor maximaal één speelautomatenhal in de kern Sas van Gent een exploitatievergunning verlenen.

  • 2.

    De burgemeester verleent vergunning voor het aanwezig hebben van maximaal 30 speelautomaten ten behoeve van een hal in de kern Axel, waarvan ten hoogste 15 kansspelautomaten en voor het aanwezig hebben van maximaal 65 speelautomaten ten behoeve van een hal in de kern Sas van Gent, waarvan ten hoogste 40 kansspelautomaten.

  • 3.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing

Artikel 3 Vergunningaanvraag exploitatievergunning

De exploitant dient de vergunning als bedoeld in artikel 2, lid 1 aan te vragen onder overlegging van:

  • a.

    een nauwkeurige beschrijving van de inrichting, waarbij is opgenomen de oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarop is aangegeven op welke plaats in de speelautomatenhal en hoeveel kansspel- en/of behendigheidsautomaten worden opgesteld:

  • b.

    een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te beschikken:

  • c.

    een verklaring omtrent het gedrag van de exploitant dan wel, indien de exploitant een rechtspersoon is, van degene(n) die de rechtspersoon krachtens de statuten vertegenwoordigt(en) en van de beheerder.

Artikel 4 Beslistermijn exploitatievergunning

De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de aanvraag voor een exploitatievergunning met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan

eenmaal voor ten hoogste twaalf weken worden verdaagd.

Artikel 5 Exploitatievergunning

  • 1.

    De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de exploitant en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de deze vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.

  • 3.

    Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben in elk geval betrekking op:

    • a.

      de sluitingstijden van de speelautomatenhal;

    • b.

      het toezicht in de speelautomatenhal;

    • c.

      het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;

    • d.

      de exploitatie van de hal;

    • e.

      het toegangsregime en de toegangsregistratie;

    • f.

      voorschriften en beperkingen er voorkoming van overlast.

Artikel 6 Weigeringsgronden exploitatievergunning

  • 1.

    De vergunning wordt geweigerd, indien:

    • a.

      het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;

    • b.

      de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;

    • c.

      de exploitant of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind is ingesteld over een of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;

    • d.

      door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

    • e.

      exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een stadsvernieuwingsplan of leefmilieu-verordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

  • 2.

    De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld in het eerste lid, onder c.

Artikel 7 Wijzigingsgronden exploitatievergunning

  • 1.

    Indien een overeenkomstig artikel 5, tweede lid, in de exploitatievergunning vermelde beheerder zijn hoedanigheid heeft verloren, dient de exploitant onder overlegging van de in artikel 3, onder c, genoemde bescheiden een nieuwe vergunning aan te vragen binnen twee weken nadat de in artikel 3 bedoelde verklaring omtrent gedrag aan hem is toegezonden;

  • 2.

    De exploitatievergunning vervalt indien de beslissing op een aanvraag voor een nieuwe vergunning voor het vestigen of exploiteren van een speelautomatenhal in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel indien geen aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8 Intrekkingsgronden exploitatievergunning

De burgemeester kan de vergunning als bedoeld in artikel 2, lid 1 intrekken:

  • a.

    indien blijkt dat de vergunningen ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave zijn verleend;

  • b.

    indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunningen zijn afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6 eerste lid, onder e;

  • c.

    gehandeld wordt in strijd met deze verordening;

  • d.

    indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen;

  • e.

    indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van langer dan zes maanden wordt onderbroken;

  • f.

    indien aannemelijk is, dat de exploitant of de beheerder betrokken is, of hem ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten in of vanuit de speelautomatenhal, die een gevaar opleveren voor de openbare orde en/of een bedreiging vormen voor het woon-of leefklimaat in de omgeving van de speelautomatenhal;

  • g.

    indien de exploitant of beheerder van de speelautomatenhal strafbare feiten pleegt in de inrichting, dan wel toestaat of gedoogt dat in zijn inrichting strafbare feiten worden gepleegd;

  • h.

    indien zich anderszins in de hal feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat geopend blijven van de speelautomatenhal ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde.

Artikel 9 Wijziging in exploitatie

  • 1.

    Indien een exploitant komt te overlijden dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 2.

    In alle andere gevallen van wisseling van de exploitant dient binnen vier weken na overname van de speelautomatenhal een nieuwe vergunning te worden aangevraagd.

  • 3.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beslist is voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunningen.

HOOFDSTUK 3 AANWEZIGHEIDSVERGUNNING

Artikel 10 Aanwezigheidsvergunning

  • 1.

    De vergunning als bedoeld in artikel 2, lid 2 kan uitsluitend op naam worden gesteld van de exploitant en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    In de aanwezigheidsvergunning wordt het adres van de inrichting waar de speelautomaten worden geplaatst vermeld.

  • 3.

    In de aanwezigheidsvergunning wordt de naam van de beheerder(s) vermeld. Bij wijziging dient zulks onverwijld te worden gemeld waarna de aanwezigheidsvergunning wordt aangepast.

Artikel 11 Duur aanwezigheidsvergunning

  • 1.

    Een aanwezigheidsvergunning wordt verleend voor vier jaren;

  • 2.

    Indien een aanwezigheidsvergunning in de loop van een tijdvak van vier jaren wordt aangevraagd en verleend, geldt deze voor de resterende periode van dit tijdvak van vier jaren.

HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 12 Overige bepalingen

Overtreding van enig artikel van deze verordening en van de krachtens deze verordening gegeven voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 13 Toezicht

Met het toezicht op de naleving van het bij deze verordening bepaalde zijn belast bij besluit van het college aan te wijzen personen, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 14 Betreden van plaatsen

Indien de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde dit vereist, is artikel 5:15 Awb met betrekking tot het betreden van plaatsen van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Intrekken oude regeling

De verordening Speelautomatenhallen Terneuzen, vastgesteld d.d. 29 januari 2009 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2011.

Artikel 16 Overgangsrecht

Aanvragen om vergunningen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening, worden afgehandeld met inachtneming van deze verordening.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: verordening Speelautomatenhallen Terneuzen 2011.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 januari 2011.

Voorzitter

J.A.H. Lonink

griffier

drs. T.A.M. Leeraert