Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel inzake Leertijduitbreiding |
Citeertitel | Beleidsregel Leertijduitbreiding |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | onderwijs |
Geen
artikel 4:81 Awb
artikel 3, lid 2 Algemene subsidieverordening 2008
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-02-2012 | 12-09-2013 | nieuwe regeling | 14-02-2012 Gemeenteblad van Utrecht 2012, nr. 11 | Besluit college van B&W van 14 februari 2012 |
Referentieniveau Nederlandse taal en rekenen: niveau van beheersing van de Nederlandse taal en het rekenen, uitgedrukt in kennis, inzicht en vaardigheden die van belang zijn voor de doorstroming naar het vervolgonderwijs en het maatschappelijk en in voorkomende gevallen beroepsmatig functioneren, waarmee de beheersing van de Nederlandse taal en het rekenen door leerlingen aan het einde van een onderwijssoort kan worden vergeleken.
Artikel 2 Inleiding en beleidskaders
Het college heeft zich in het collegeprogramma ' Utrecht Groen, Open en Sociaal' de ambitie gesteld dat in 2014 iedere jongere zijn schoolcarrière afsluit met een startkwalificatie naar vermogen. Om dat te realiseren spreken we ouders, de verantwoordelijke scholen, de professionals en de schoolbesturen aan en maken we afspraken met onderwijs- en zorginstellingen en andere betrokkenen.
Daarop aansluitend heeft de Utrechtse Onderwijsagenda 2010-2014 (verder te noemen UOA) als motto: meer kansen voor Utrechts talent. Elk Utrechts kind van 0 tot 18 jaar moet zijn talenten kunnen ontwikkelen. De UOA kent een viertal doelen waaronder een goede beheersing van de Nederlandse taal en meer kinderen naar hoger vervolgonderwijs. Op grond van de landelijke referentieniveaus zal een Utrechtse standaard ontwikkeld worden voor de gewenste niveaus van taalbeheersing (Nederlands). Vanuit deze standaard zullen tussen- en einddoelen ontwikkeld worden voor het taal- en leesonderwijs in de voorschool, PO,VO en MBO.
De subsidie voor onderwijs leertijduitbreiding levert een bijdrage aan de bovengenoemde doelstellingen.
Artikel 3 Gemeentelijke doelen
In de UOA zijn doelen opgenomen voor het onderwijs die de gemeente en schoolbesturen gezamenlijk nastreven. Subsidie wordt verstrekt voor het behalen van hogere onderwijsresultaten en dient bij te dragen aan de volgende gemeentelijke doelstellingen ter versterking van kansen voor kinderen zoals geformuleerd in de UOA:
De UOA plaatst de talentontwikkeling van leerlingen in een breed kader: de sociale samenhang, wijk en buurt, culturele en welzijnsvoorzieningen, jongerenwerk en jeugdzorg. Leerlingen leren en ontwikkelen zich op vele plekken, binnen en buiten de school. Hun talenten zijn divers en moeten op allerlei terrein kansen krijgen. Om alle Utrechtse kinderen een maximum aan kansen te bieden om hun talenten te ontplooien streeft de UOA naar een integrale benadering waarin de schotten tussen school en andere gebieden van het leven worden doorbroken..
De brede scholen sluiten hier bij uitstek op aan. De UOA heeft de volgende ambitie geformuleerd:
In 2014 bestaat er (in ieder geval voor iedere Brede School) een helder concept van de dagelijkse doorlopende leerlijn (dagarrangement) waaraan met de relevante partners wordt samengewerkt (onder meer wijkwelzijnswerk, Kinderopvang, Utrechts Centrum voor de Kunsten, sportverenigingen) zodat de leerling zich vrij en veelzijdig kan ontwikkelen zonder steeds op organisatorische grenzen te stuiten.
Leertijduitbreiding kan bijdragen aan de ontwikkeling van dagarrangementen en daarmee aan de verdere ontwikkeling van de brede scholen en de bovengenoemde doelstellingen
Artikel 5 Wijk- en gebiedsgericht werken
Voor het college is wijk- en gebiedsgericht werken belangrijk om de beschikbare middelen zo optimaal mogelijk in te zetten. De populatie en aandachtspunten verschillen per wijk/buurt. Om deze reden plaatsen wij de samenwerking met het onderwijs in de lokale context. In dit kader wordt van de scholen verwacht dat zij in hun plannen en aanvraag voor leertijduitbreiding een relatie leggen met de populatie jeugd en ouders waar ze mee te maken hebben en rekening houden met de buurt waarin de school zich bevindt. Daarbij draagt verbinding van scholen met ouders en andere partners in de wijk, die zich met de jeugd bezighouden, bij aan een optimaal resultaat.
Gegevens over de (sociaal economische) status van de (sub)wijken en buurten en een analyse kunnen indien gewenst opgevraagd worden bij de gebiedsmanagers van DMO
De beleidsregel leertijduitbreiding geldt voor subsidieaanvragen van schoolbesturen voor zover de aanvraag betrekking heeft op een school binnen de grenzen van de gemeente Utrecht.
De aanvraag kan vanaf 14 februari 2012 tot 15 maart 2012, 12.00 uur worden ingediend bij de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO). De aanvraag kan digitaal worden aangeleverd, maar dient daarbij ook altijd schriftelijk te worden nagezonden.
De subsidie wordt verstrekt voor de schooljaren 2012/13 tot en met schooljaar 2015/16.
Of er na schooljaar 2015/16 nog subsidie beschikbaar wordt gesteld, is afhankelijk van het rijksbeleid. Schoolbesturen kunnen een aanvraag indienen voor deze vier schooljaren. De vaststelling geschiedt jaarlijks op basis van een in te dienen inhoudelijk plan voor de inzet van de middelen. Hiertoe wordt jaarlijks verantwoord, wat kan leiden tot een aanpassing van de verleningsbeschikking per schoolbestuur en per school voor wat betreft de uit te voeren activiteiten en de hoogte van het budget.
Vanaf 14 februari 2012 kunnen schoolbesturen een subsidieaanvraag doen. De aanvraag moet volledig en voorzien van alle benodigde bijlagen worden ingeleverd. Een onderbouwing moet voldoen aan de gestelde verplichtingen en wordt als bijlage bij de aanvraag gevoegd. Ieder bestuur en dus iedere school werkt met het formulier 'Onderbouwing subsidieaanvraag' dat door de gemeente is opgesteld.
Scholen die gezamenlijk met andere scholen vorm willen geven aan de leertijduitbreiding zoals bij Brede scholen kunnen een gezamenlijke aanvraag met onderbouwing indienen. Eén van de participerende schoolbesturen doet de aanvraag mede namens de andere schoolbesturen. Voor overige initiatieven wordt één aanvraag ingediend per schoolbestuur inclusief voor elke school een aparte onderbouwing.
Artikel10 Algemene subsidieverplichtingen
Er kan subsidie worden aangevraagd voor 4 uur leertijduitbreiding per week per leerling
(groepen 4 t/m 8) om de resultaten van taal en rekenen te verhogen. Dat wil zeggen dat de subsidie bestemd is voor leertijduitbreiding van de cognitieve vakken taal en rekenen. De leertijduitbreiding moet aansluiten bij het reguliere onderwijscurriculum en uitgevoerd worden door professionele krachten. De school kan de extra leertijd organiseren voor een deel van de leerlingen in een groep of alle leerlingen in een groep. Voor het startjaar 2012/2013 kan dit een deel van het schooljaar betreffen. Voor de overige jaren geldt dat er gedurende het gehele schooljaar leertijduitbreiding is. Daarnaast kan extra subsidie worden aangevraagd voor aanvullende programma’s taal en rekenen (integraal deel uitmakend van de plannen voor leertijduitbreiding van 4 uur pw,) in de vakantieperiodes zoals een zomerschool (maximaal 3 weken aanvullend op een schooljaar).
Losse initiatieven in de vakantieperiode komen niet in aanmerking voor subsidie. Subsidie is alleen beschikbaar voor het aantal met de extra leertijd bereikte leerlingen. Leerlingen kunnen slechts aan één initiatief voor leertijduitbreiding tegelijkertijd deelnemen. Een zomerschool wordt niet als een apart initiatief voor leertijduitbreiding gezien, maar maakt integraal deel uit van één van de andere vormen van leertijduitbreiding.
Scholen kunnen de extra leertijd individueel of met meerdere scholen (Brede Scholen) organiseren. Er is dan altijd een met de partners gedeelde gezamenlijke pedagogische visie vastgelegd, op basis waarvan wordt samengewerkt.
Om voor de subsidie in aanmerking te komen moet worden voldaan aan onderstaande subsidieverplichtingen.
De onderbouwing van de aanvraag bevat een school(jaar)plan en/of recente (zelf)evaluatie van de school. Hierin moet het volgende zijn opgenomen: de uit te voeren activiteiten, waarbij wordt vermeld hoe de activiteiten effectief bijdragen aan de beoogde verbetering van de onderwijsresultaten en welke toetsen of methoden worden gebruikt om dit te meten.
Doorstroomresultaten van schooljaar 2010-2011 waarbij einddoelen ten aanzien van de doorstroom voor schooljaar 2013-2014 worden geformuleerd. Om de gerealiseerde onderwijsresultaten aan te tonen worden de meest recente relevante toetsgegevens die de school voorhanden heeft gebruikt. (Deze gegevens worden verzameld ten behoeve van monitoring, maar zullen niet gebruikt worden bij de vaststelling van de subsidie).
Indien van toepassing: een integrale onderbouwing waaruit blijkt hoe verschillende aangevraagde subsidieonderdelen en activiteiten (bijv. Verlengde Schooldag, Brede School, vreedzame wijk) zich tot elkaar verhouden, voor welke (doel)groepen leerlingen deze worden ingezet en hoe deze elkaar versterken om te komen tot resultaatverhoging.
Voor alle vormen van leertijduitbreiding geldt het volgende:
Scholen die voor (een deel van) de uren leertijduitbreiding, personele inzet en/of activiteiten uit andere bronnen financiële middelen ontvangen, krijgen voor (dat deel van) die uren, personele inzet en/of activiteiten geen subsidie van de gemeente Utrecht. In de aanvraag wordt door de subsidieaanvrager duidelijk aangegeven om welke uren dit gaat.
Leerlingen kunnen in aanmerking voor één jaar extra jaar leertijduitbreiding komen, mits zij in het voorgaande jaar van de leertijduitbreiding voldoen aan de gestelde criteria. Dat wil zeggen: als een leerling in aanmerking komt voor leertijduitbreiding en na 1 jaar niet meer voldoet aan de gestelde criteria, kan de leertijduitbreiding nog maximaal 1 jaar doorlopen.
Voor leertijduitbreiding A en B geldt het volgende:
·De leertijduitbreiding vindt plaats binnen bestaande huisvesting.
A. Leertijduitbreiding voor alle leerlingen in een groep van een school/brede schoolverband:
De school/Brede schoolverband moet aan de volgende verplichtingen voldoen:
·Minimaal 30% gewichtenleerlingen
B. Bij leertijduitbreiding voor een deel van de leerlingen uit een groep en indien niet aan bovengenoemde verplichtingen wordt voldaan:
Voor het schooljaar 2012/2013:
·Een taalachterstand van minimaal een jaar geldt als criterium voor deelname aan de leertijduitbreiding. De taalachterstand betreft de mondelinge taalvaardigheid (actief en passief) en het begrijpend lezen. Bij D- en E- scores is er sprake van tenminste een jaar achterstand.
Voor de schooljaren 2013/2014 tot en met schooljaar 2015/2016:
·Kinderen die niet voldoen aan de taalnormen voor hun leeftijd conform de geformuleerde taaldoelen (voor 8-12 jarigen) voor de gemeente Utrecht
Deze vorm van leertijduitbreiding is bedoeld voor leerlingen in de groepen 6, 7, en 8 die bij de Cito-toetsen niet het niveau halen dat van hen verwacht wordt en de potentie hebben om door te stromen naar HAVO/VWO. Een samenwerking met het voortgezet onderwijs waarbij de leertijduitbreiding doorloopt tot en met de brugklas is mogelijk.
Een Brede School Academie dient aan de volgende verplichtingen te voldoen:
Wanneer het totaal van de aanvragen het subsidieplafond overschrijdt, vindt een prioriteitstelling plaats op basis van onderstaande criteria:
Alle voor 15 maart 2012, 12.00 uur ingediende aanvragen worden door de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling beoordeeld op juistheid en volledigheid (zijn alle gevraagde gegevens aangeleverd). Vervolgens worden de aanvragen inhoudelijk getoetst op de gestelde criteria.
Subsidieaanvragen die voldoen aan de gestelde criteria worden uitgenodigd voor een gesprek in de week van 26 tot en met 30 maart.
In de week van 2 tot en met 6 april 2012 neemt de gemeente een definitief besluit over de aanvraag.
Artikel 13 Beschikbaar budget & subsidieplafond
Het totaal beschikbare budget voor de leertijduitbreiding tot en met schooljaar 2015/16 zal worden verleend onder de opschortende voorwaarde dat er voldoende gelden ter beschikking worden gesteld (begrotingsvoorbehoud). Het college zal binnen vier weken na goedkeuring of vaststelling van de begroting door de gemeenteraad in juli 2012, het definitieve plafond bekendmaken.
Artikel 14 Financiering/berekeningsgrondslag
Scholen ontvangen een bedrag per 4 uur per week leertijduitbreiding per leerling van maximaal € 614,00 per jaar op basis van een gemiddelde groepsgrootte van 20 kinderen. Dit bedrag is voor het organiseren van lesactiviteiten en voor de inzet van personeel . Er wordt gerekend met schooljaren. Daarnaast kunnen scholen per leerling die deelneemt aan de leertijduitbreiding een bedrag van maximaal € 40,00 per schooljaar ontvangen voor organiseren van ouderactiviteiten. Voor lesactiviteiten (taal en rekenen) gedurende de vakantieperiode kunnen scholen voor maximaal 3 weken aanvullend op een schooljaar een extra bedrag van € 96,00 per week per leerling ontvangen. In onderstaande tabel staan de bedragen per onderdeel:
Leertijduitbreiding gedurende gehele schooljaar
Aanvullende leertijduitbreiding in de vakantieperiode
Eenmalig kunnen scholen voor nieuwe initiatieven een bedrag van maximaal € 180,-- per leerling ontvangen voor aanschaf van lesmateriaal, professionalisering leerkrachten en projectkosten.
In onderstaande tabel staan de bedragen per onderdeel:
Overige scholen en een Brede School Academie kunnen in aanmerking komen voor een extra vergoeding van € 175,-- per leerling per schooljaar indien wordt gekozen voor een gemiddelde groepsgrootte van 15 leerlingen per groep voor de leertijduitbreiding. Dit moet onderbouwd worden in de subsidieaanvraag.
Artikel 15 Aanvraag tot vaststelling (Verantwoording)
Na afloop van ieder schooljaar geeft de subsidieontvanger voor 1 december van dat jaar aan wat de behaalde resultaten ( aantal leerlingen die leertijduitbreiding hebben gekregen) zijn in verhouding tot de in de verleningsbeschikking afgesproken resultaten.
De verantwoording bestaat uit drie delen, conform de verleningsbeschikking: een financiële verantwoording, een resultaatverantwoording en een inhoudelijke verantwoording. De resultaatverantwoording geeft inzicht in de realisatie van afgesproken resultaten (= bereikte aantal deelnemers). De inhoudelijke verantwoording geeft inzicht in de verrichte activiteiten en het gevoerde beleid met de hobbels die zijn ervaren en successen die zijn geboekt.
Voor vragen bij het indienen van de verantwoording kunt u zich richten tot de contactpersoon bij de gemeente Utrecht: Rinske Masselman (r.masselman@utrecht.nl).
Het college van Burgemeester en Wethouders kan één of meerdere artikelen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de strekking van de regeling leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Aldus besloten door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 14 februari 2012.
De secretaris, De burgemeester,
Drs. M.R. Schurink Mr. A. Wolfsen
Bekendmaking is geschied op 28 februari 2012.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 29 februari 2012.
1Bij een Brede Schoolverband wordt gekeken naar het gemiddelde van de scholen samen.
2 In 2012 zullen taaldoelen worden geformuleerd voor de leeftijdscategorie 8-12 jaar.