Organisatie | Rheden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit Rheden 2012 |
Citeertitel | Mandaatbesluit Rheden 2012 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 23-02-2012 | Nieuwe regeling | 20-12-2011 Regiobode, 28-12-2011 | Geen |
Het college van burgemeester en wethouders, respectievelijk de burgemeester van de gemeente Rheden, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht;
tot het verlenen van bevoegdheden krachtens mandaat overeenkomstig de aan dit besluit gehechte lijst van gemandateerde bevoegdheden en overeenkomstig het navolgende bepaalde:
Artikel 1 Lijst van gemandateerde bevoegdheden
Voor zover in de lijst als bedoeld in het eerste lid sprake is van bevoegdheden tot het verrichten van privaatrechtelijke handelingen (volmacht) dan wel handelingen die noch een besluit noch een privaatrechtelijke handeling zijn (machtiging), zijn de hierna opgenomen artikelen van overeenkomstige toepassing.
(Onder)Mandaat wordt ingevolge de hierna genoemde hiërarchische lijn gegeven: van burgemeester c.q. college van burgemeester en wethouders naar de algemeen directeur, van de algemeen directeur naar de sectormanagers, van de sectormanager(s) naar de teammanager, van de teammanager naar een andere functionaris, ieder voor zover de bevoegdheden zijn genoemd in de lijst als bedoeld in artikel 1.
Ten aanzien van het ambtelijk mandaat geldt het volgende:
Het team advies en ontwikkeling van de afdeling Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor het beheer van de lijst als bedoeld in artikel 1. Dit team adviseert vooraf over elk door het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester, een lid van het managementteam, een teammanager te nemen (onder)mandaatbesluit. Genomen (onder)mandaatbesluiten worden in afschrift ter beschikking gesteld aan het team advies en ontwikkeling van de afdeling Bedrijfsvoering.
In de krachtens mandaat genomen besluiten wordt tot uitdrukking gebracht dat zij namens de burgemeester c.q. het college van burgemeester en wethouders zijn genomen.
De ondertekening vindt plaats als volgt:
‘burgemeester en wethouders van Rheden,
...... (persoonlijke ondertekening)
Het Mandaatbesluit Rheden 2011, alsmede alle naderhand bij afzonderlijke besluiten verleende doorlopende (onder)mandaten en doorlopende volmachten van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester worden op het tijdstip als omschreven in het tweede lid ingetrokken.
Vastgesteld bij besluit van burgemeester en wethouders en burgemeester van Rheden, d.d. 20 december 2011.
Artikel 1 Lijst van gemandateerde bevoegdheden
De gemeente Rheden gaat uit van een organisatie die klantgericht en flexibel opereert en gestuurd wordt op het maatschappelijk rendement van beleid. Hierbij past een adequaat systeem van mandatering. Als uitgangspunt voor de lijst van gemandateerde bevoegdheden is dan ook genomen dat bevoegdheden ter uitvoering van de dagelijkse taak worden opgedragen aan functionarissen, steeds onder de verantwoordelijkheid van de betreffende bestuursorganen.
Op grond van artikel 10:6 juncto 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht kan de mandaatgever per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de (onder)gemandateerde bevoegdheid. Deze eventuele voorwaarden of beperkingen worden, naast de geldende wettelijke beperkingen zoals genoemd in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, specifiek in de lijst opgenomen.
Het tweede lid geeft aan dat de verdere bepalingen over mandaat van overeenkomstige toepassing zijn op het verlenen van volmacht en machtiging aan personen werkzaam binnen de eigen organisatie.
Voor de volledigheid en duidelijkheid wordt opgemerkt dat indien het mandaat betrekking heeft op een bevoegdheid als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder e, f, g en h, van de Gemeentewet het college op grond van het bepaalde in artikel 169, vierde lid, van de Gemeentewet in daar genoemde gevallen vooraf informatie aan raad moet geven, indien de uitoefening ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben. Artikel 160, eerste lid onder e, f, g en h betreffen de bevoegdheden van het college met betrekking tot het verrichten van privaatrechtelijke handelingen, het voeren van rechtsgedingen, handelingen in het kader van de civiele verdediging en het instellen, afschaffen of veranderen van jaarmarkten of gewone marktdagen. Indien er sprake is van mogelijke ‘ingrijpende gevolgen voor de gemeente’ dient het besluit uiteraard niet krachtens mandaat te worden genomen.
Dit artikel geeft de lijn aan waarlangs (onder)gemandateerd wordt. Voor zover in de lijst van gemandateerde bevoegdheden de medewerker wordt genoemd als bevoegde functionaris, wordt deze geacht de bevoegdheid via de genoemde hiërarchische lijn in ondermandaat te hebben verkregen (zie ook de toelichting bij artikel 3). Uit deze hiërarchische lijn volgt dat de bevoegdheid om ondermandaat te verlenen is voorbehouden aan sectormanagers en teammanagers.
Het tweede lid stelt een extra beperking aan het verlenen van ondermandaat door de teammanagers: hiervoor is altijd de instemming nodig van het managementteam. Vanzelfsprekend zal elk (onder)mandaatbesluit aan artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht moeten worden getoetst (zie toelichting artikel 1 en artikel 3). Deze toets wordt vooraf verricht door het team advies en ontwikkeling van de afdeling Bedrijfsvoering.
In het vierde lid is voor alle duidelijkheid opgenomen dat de commandant brandweer voor de werking van dit Mandaatbesluit gelijkgesteld is aan de functie van sectormanager. De commandant brandweer kan daarmee gelijk aan andere sectormanagers bevoegdheden uitoefenen die toekomen aan de functie van sectormanager.
Het eerste lid geeft aan dat in de lijst van gemandateerde bevoegdheden wordt aangegeven wie primair bevoegd zijn om de betreffende bevoegdheid in (onder)mandaat uit te oefenen. Omdat het (onder)mandaat aan functies wordt gekoppeld, kan de bevoegdheid worden uitgeoefend door iedere natuurlijke persoon die op een gegeven tijdstip deze functie vervult, onder wie externe medewerkers die een functie tijdelijk vervullen.
Het tweede en derde lid leggen het algemeen en wezenlijk uitgangspunt vast dat de (onder)mandaatgever te allen tijde bevoegd blijft de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen, een en ander conform de in artikel 2 genoemde hiërarchische lijn. Mandaat is immers een vertegenwoordigingsfiguur.
Verder wordt er, naast de wettelijke uitzonderingen genoemd in artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, van uitgegaan dat indien:
door de gemandateerde vooraf terugkoppeling plaatsvindt c.q. het besluit aan het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan ter beslissing voorgelegd wordt. Gedacht moet worden aan die gevallen waarin zienswijzen dan wel bedenkingen tegen een voorgenomen besluit kenbaar zijn gemaakt naar aanleiding van de toepassing van afdeling 3.4 of de artikelen 4:7 of 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht. Er is omwille van de rechtszekerheid bewust niet voor gekozen om deze (politieke) randvoorwaarden in het mandaatbesluit zelf op te nemen.
Voor de duidelijkheid is in dit artikel voorts bepaald, dat het verlenen van een bevoegdheid niet alleen betreft het nemen van een besluit, bijvoorbeeld het beslissen op een aanvraag om subsidie, of het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen of het verrichten van feitelijke handelingen, maar dat daaronder ook vallen het treffen van alle voorbereidingen, het voeren van correspondentie en alle andere handelingen die worden verricht in de aanloop tot de totstandkoming van het besluit, de privaatrechtelijke rechtshandeling of de feitelijke handeling en de afhandeling daarvan, bijvoorbeeld het afleggen van verantwoording aan het Rijk bij de besteding van overheidsgelden. Voor de duidelijkheid zij opgemerkt, dat hieronder tevens valt het besluit om bijvoorbeeld een vergunning te weigeren, een beschikking niet te nemen of de overeenkomst niet aan te gaan dan wel de informatie niet te verstrekken. Dit is in het vierde lid opgenomen om er zeker van te zijn dat een gemandateerde bevoegdheid in volle omvang kan worden uitgeoefend. In de lijst van gemandateerde bevoegdheden keren veel van de hier beschreven bevoegdheden ook terug. Dit maakt de vraag actueel wat de relatie is tussen de bevoegdheden als genoemd in het vierde lid van artikel 3 en de bevoegdheden als omschreven in de lijst van gemandateerde bevoegdheden. Uitgangspunt is dat de lijst van gemandateerde bevoegdheden prevaleert boven de omschrijving in artikel 3. De in artikel 3 beschreven bevoegdheden vormen een juridisch vangnet om te voorkomen dat de uitoefening van bepaalde handelingen ter voorbereiding van een besluit op grond van de lijst onverhoopt onbevoegd mochten zijn verricht.
Het vierde lid koppelt de bevoegdheid om te beslissen in beginsel aan de bevoegdheid om het besluit te ondertekenen (beslissingsmandaat = ondertekeningsmandaat). Dit is slechts anders indien hiervan in de lijst van gemandateerde bevoegdheden expliciet melding wordt gemaakt. In het vijfde lid worden enkele uitzonderingen genoemd van bevoegdheden die niet onder het toepassingsbereik van het mandaat vallen.
Teneinde een compleet overzicht te hebben van alle (onder)gemandateerde bevoegdheden, zijn tevens de verleende ondermandaten in een aparte kolom in de lijst van gemandateerde bevoegdheden opgenomen. Het beheer van het mandaatbesluit is in handen van het team advies en ontwikkeling van de afdeling Bedrijfsvoering.
Artikel 4 Uitoefening bevoegdheden in geval van afwezigheid
In dit artikel is de uitoefening van bevoegdheden geregeld in geval van afwezigheid van de bevoegde functionaris. Het uitoefenen van deze bevoegdheden staat geheel los van het feit dat de (onder)mandaatgever te allen tijde bevoegd blijft de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen, een en ander conform de in artikel 2 genoemde hiërarchische lijn.
Het uitoefenen van bevoegdheden in geval van afwezigheid van de functionaris als bedoeld in het tweede lid geldt alleen voor kortdurende afwezigheid van de teammanager, bijvoorbeeld in geval van verlof, vakantie of ziekte. Dit overzicht van kortdurende plaatsvervanging is als Bijlage 1 opgenomen.
In het derde lid is bepaald dat in geval van langdurige afwezigheid (langer dan 4 weken) het managementteam een plaatsvervanger aanwijst. Dit betreft dan een volledige vervanging van de afwezige manager.
Artikel 5 Redactie en ondertekening
Dit artikel dient om extern duidelijk te maken welk orgaan oorspronkelijk bevoegd is en aan wie de bevoegdheid is opgedragen (zie ook artikel 10:10 Algemene wet bestuursrecht). Bovendien draagt dit bij aan het bevorderen van eenzelfde wijze van ondertekening van alle uitgaande correspondentie binnen de organisatie. Er zijn situaties denkbaar dat de gemandateerde niet aanwezig is om het besluit in mandaat te nemen. In dat geval kan door gebruik te maken van het plaatsvervangingsbesluit de bevoegdheid worden uitgeoefend door de plaatsvervanger. Dit dient in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht.
Het eerste lid regelt dat gemandateerden het bestuursorgaan achteraf op de hoogte stellen van relevante in mandaat genomen besluiten. Het gaat hierbij dus niet om de situaties als genoemd in de toelichting bij artikel 3 waarbij vooraf terugkoppeling dient plaats te vinden.
In het tweede lid is invulling gegeven aan de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 10:6, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 7 Citeertitel en inwerkingtreding
Dit artikel regelt de citeertitel en de datum van inwerkingtreding van het besluit. Volgens de Algemene wet bestuursrecht dienen mandaatbesluiten bekendgemaakt te worden. De inwerkingtreding van het mandaatbesluit is hieraan gekoppeld. De bekendmaking geschiedt op de wettelijk voorgeschreven wijze, bijvoorbeeld door publicatie in een huis-aan-huisblad en via de internetsite van de gemeente.
Het artikel voorziet tevens in de intrekking van het Mandaatbesluit Rheden 2011 en naderhand bij afzonderlijke besluiten verleende (onder)mandaten en volmachten. Deze afzonderlijke besluiten zijn verwerkt in dit besluit.
Bijlage 1 Uitoefening bevoegdheden in geval van afwezigheid
De hieronder vermelde functionarissen worden aangewezen voor de uitoefening van bevoegdheden in geval van afwezigheid van de teammanager, zoals omschreven in het Mandaatbesluit Rheden 2012:
Onder de navolgende voorwaarden:
Bijlage 2 Lijst van gemandateerde bevoegdheden behorend bij het Mandaatbesluit Rheden 2012
(geldend voor directie en alle afdelingen, ieder voor zover behorend tot hun werkterrein met inachtneming van de genoemde voorwaarden/beperkingen)
2 SPECIFIEK MANDAAT BEDRIJFSVOERING
3 SPECIFIEK MANDAAT AFDELING INWONERSZAKEN
4 SPECIFIEK MANDAAT AFDELING MAATSCHAPPELIJKE ZORG
5 SPECIFIEK MANDAAT AFDELING BRANDWEER
6 SPECIFIEK MANDAAT AFDELING RUIMTE
7 SPECIFIEK MANDAAT AFDELING OPENBAAR BEHEER
8 SPECIFIEK MANDAAT NIET ONDERGESCHIKTE FUNCTIONARISSEN