Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Woudenberg

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Woudenberg
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2012
CiteertitelVerordening lijkbezorgingsrechten 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Verordening rioolrechten 2011, zoals vastgesteld op 16 december 2010.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-12-201101-10-2013nieuwe regeling

22-12-2011

De Woudenberger, 27-12-2011

RAADSBESLUIT 2011-52D

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

De raad van de Gemeente Woudenberg,

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 8 november 2011;

gelet op het bepaalde in artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt gegeven tot het doen begraven van overledenen;

  • b.

    begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats te Woudenberg;

  • c.

    eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • 1

      het doen begraven en begraven houden van overledenen;

    • 2

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 3

      het doen verstrooien van as;

  • d.

    gebruiker: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf, in een urnengraf of in een urnennis is verleend;

  • e.

    grafakte: de beschikking waarin overeenkomstig de bepalingen van deze verordening door of namens het college een grafrecht wordt verleend;

  • f.

    grafbedekking: monumenten, grafstenen, zerken of andere gedenktekens op een graf alsmede materialen voor bedekking van een graf of grafbeplanting;

  • g.

    grafrecht:

    • 1

      het recht van gebruik van een ruimte in een algemeen graf, een urnengraf, hetzij

    • 2

      het uitsluitend recht op een eigen graf om overledenen te doen begraven en begraven houden;

  • h.

    rechthebbende: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een eigen graf;

  • i.

    urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, bij de gemeente in beheer waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon gelegenheid wordt gegeven tot:

    • 1

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

    • 2

      het doen verstrooien van as;

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing
  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar
  • 1. Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2. Met betrekking tot het recht genoemd in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 6 Wijze van heffing
  • 1. De rechten als die bedoeld de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 4.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijn van betaling

De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rechten.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1. De "Verordening lijkbezorgingsrechten 2011", vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2010, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening lijkbezorgingsrechten 2012".

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van: 22 december 2011.

K.Wiesenekker J.G.P. van Bergen

raadsgriffier voorzitter

Tarieventabel

Behorende bij de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2012".

 

Hoofdstuk 1 Grafrechten en algemeen onderhoudsrecht begraafplaats
1.1Voor het verlenen van het grafrecht (inclusief onderhoudsrecht begraafplaats) wordt geheven:
 
1.1.1Op een eigen graf voor twee personen voor een periode van 20 jaar  €  1.010,00
1.1.2 Op een eigen graf voor twee personen een periode van 50 jaar€  2.460,00
1.1.3Op een eigen kindergraf tot en met 12 jaar voor een periode van 20 jaar€     835,00
1.1.4Op een eigen kindergraf tot en met 12 jaar voor een periode van 50 jaar€  2.030,00
1.1.5Op een eigen urnengraf voor een periode van 20 jaar  €     285,00
1.1.6Op een eigen keldergraf voor twee personen voor een periode van 50 jaar€  4.990,00
1.1.7Op een eigen keldergraf voor drie personen voor een periode van 50 jaar€  6.580,00
1.1.8Op een algemeen graf voor één persoon voor de periode van 10 jaar€     275,00
1.1.9Op een algemeen graf voor kinderen tot één jaar of levenloos geboren voor de periode van 10 jaar  €     155,00
 
1.2Voor het verlengen van een eerder verkregen recht voor een periode van 10 jaar wordt geheven: 
 
1.2.1Voor een eigen graf voor twee personen€     675,00
1.2.2Voor een eigen kindergraf tot en met 12 jaar€     580,00
1.2.3Voor een eigen urnengraf€     195,00
1.2.4Voor een eigen keldergraf voor twee personen€  1.160,00
1.2.5Voor een eigen keldergraf voor drie personen€  1.520,00
   
 
Hoofdstuk 2  Begraven
2.1Voor het begraven van een stoffelijk overschot wordt geheven: 
2.1.1Van een persoon van 12 jaar of ouder in een algemeen of eigen graf€  1.160,00
2.1.2Van een kind ouder dan 1 jaar en jonger dan 12 jaar in een algemeen of eigen graf€     715,00
2.1.3Van een kind beneden 1 jaar of van een levenloos geboren kind  
 in een algemeen of eigen graf€     255,00
2.1.4In een keldergraf€  1.160,00
2.2Bij het begraven van een stoffelijk overschot op zaterdag worden de bedragen onder paragraaf 2.1 verhoogd met 50%. 
 
 
Hoofdstuk 3  Het bezorgen van as
3.1Voor het bijzetten van een asbus of urn, inclusief het delven, wordt geheven: 
3.1.1In een eigen urnengraf of in een eigen graf voor twee personen als tweede bijzetting€     285,00
 
3.1.2In een eigen graf voor twee personen als eerste bijzetting of in een eigen keldergraf€     540,00
 
3.2Voor het verstrooien van as in een eigen graf of op het algemene strooiveld wordt per asbus geheven €     265,00
 
 
Hoofdstuk 4  Grafbedekking en onderhoud
4.1Voor het afgeven van een vergunning voor een grafbedekking wordt geheven€     215,00
4.2Voor het afkopen van onderhoud van een grafbedekking door de gemeente wordt geheven:
 
4.2.1Voor de termijn van 10 jaar€  1.000,00
4.2.2Voor de termijn van 20 jaar€  1.960,00
4.2.3Voor de termijn van 50 jaar€  4.750,00
 
Hoofdstuk 5  Opgraven en ruimen
5.1Voor het opgraven van een stoffelijk overschot, behalve op rechterlijk
 gezag en brengen naar een ander graf wordt geheven  €  1.690,00
5.2Voor het ruimen op verzoek van rechthebbende en begraven van een stoffelijk overschot wordt geheven:
 
5.2.1Van een eigen graf voor volwassenen of een keldergraf€  4.975,00
5.2.2Van een eigen kindergraf€  3.700,00
5.3Voor het ruimen op verzoek van rechthebbende en het bijzetten van een asbus met of zonder urn wordt geheven van een eigen urnengraf  €     540,00
 
   
Hoofdstuk 6  Overige heffingen
6.1Voor het voorlopen bij de begrafenis wordt geheven per elk half uur€       40,00
6.2Voor het luiden van de klok wordt geheven voor elk half uur  €       50,00
6.3Voor het afgeven van een grafakte na verlenen, verlengen
 of overschrijven van grafrechten wordt geheven€       30,00
6.4Voor het gebruik van het luidsprekersysteem wordt geheven voor elk uur€       40,00
6.5Voor het aanbrengen van groen bij een geopend graf wordt geheven €       75,00
 
Hoofdstuk 7  Gebruik aula
7.1Voor gebruik van de grote zaal t.b.v. uitvaartdienst wordt geheven€       60,00
7.2.Voor gebruik van de koffiekamer en keuken t.b.v. condoleance wordt geheven  €       90,00
 
7.3Voor gebruik van de koffiekamer de dag voor en de dag van de uitvaart wordt geheven  €     170,00
 
7.4Voor het gebruik van het mortuarium (opbaring voor 5 dagen) wordt geheven€     360,00
7.5Voor het gebruik van het mortuarium voor 1 dag wordt geheven€       80,00
7.6Voor extra schoonmaakwerkzaamheden wordt geheven €       55,00
7.7Voor het gebruik van de 24-uurs kamer wordt per dag geheven€     110,00
7.8     Voor het gebruik van de familiekamer wordt per keer geheven €       55,00
7.9Voor het gebruik van de aflegruimte wordt per keer geheven€       75,00

 

Behorende bij raadsbesluit van 22 december 2011

 

 

 

 

K. Wiesenekker

griffier