Organisatie | Haarlemmermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening leerlingenvervoer gemeente Haarlemmermeer 2002/2003 |
Citeertitel | Verordening leerlingenvervoer gemeente Haarlemmermeer 2002/2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | onderwijs |
Geen
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-08-2007 | 01-06-2015 | nieuwe regeling | 25-09-2003 Informeer 2-8-2007 | 25 september 2003, 2003/241 |
De raad van de gemeente Haarlemmermeer,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra en artikel 127 van de Wet op het voortgezet onderwijs,
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Haarlemmermeer d.d. 10 juni 2003, nr. 241;
besluit de Verordening leerlingenvervoer Haarlemmermeer 2000 in te trekken en vast te stellen de Verordening leerlingenvervoer gemeente Haarlemmermeer 2002/ 2003.
Artikel 1: Begripsomschrijving
In deze verordening wordt verstaan onder:
vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag volgens het schoolplan, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting onmogelijk maakt;
reistijd: de totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het schoolplan, minus maximaal 10 minuten indien en voor zover de leerling het schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan het schoolplan aangeeft, dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens het schoolplan en de aankomst bij de woning;
voor wat betreft basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs: de basisschool van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting, dan wel de openbare school of de speciale school voor basisonderwijs waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;
voor wat betreft scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, scholen voor speciaal voortgezet onderwijs en scholen voor praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs: de school van de soort waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige of levensbeschouwelijke richting, dan wel de openbare school van de soort waarop de leerling is aangewezen;
ambulante begeleiding: de begeleiding door een personeelslid van een school of instelling als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, van leerlingen die zijn geplaatst op een school voor voortgezet onderwijs en naar het oordeel van het bevoegd gezag zonder die begeleiding zouden zijn aangewezen op het speciaal onderwijs of het voortgezet speciaal onderwijs.
Artikel 2: Vergoeding van de door Burgemeester en wethouders noodzakelijk te achten vervoerskosten
Indien Burgemeester en wethouders toepassing geven aan het eerste lid, verlangen zij dat de ouders, aan wie slechts een gedeeltelijke vergoeding van de vervoerskosten toekomt, hun kinderen van het aldus verzorgde vervoer gebruik laten maken, tegen betaling van een bijdrage tot ten hoogste het bedrag dat de ouders, ingevolge het bepaalde in deze verordening, moeten bijdragen aan de kosten van het vervoer. Weigering tot of nalatigheid in de betaling van de in de vorige volzin bedoelde bijdrage doet de aanspraak op een vergoeding vervallen.
Artikel 3: Vergoeding naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
Een vergoeding van de vervoerskosten wordt toegekend over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen en de ouders met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
Indien ouders een vergoeding van de vervoerskosten aanvragen voor het bezoeken van een school, die op grotere afstand van de woning is gelegen dan in artikel 11 of 15 is bepaald, terwijl een of meer scholen van dezelfde onderwijssoort dichterbij de woning zijn gelegen, ontstaat slechts aanspraak op een vergoeding naar eerstgenoemde school als door de ouders schriftelijk wordt verklaard dat zij overwegende bezwaren hebben tegen het openbaar onderwijs dan wel tegen de richting van het onderwijs van alle bijzondere scholen, van de soort waarop de leerling is aangewezen, die dichterbij de woning zijn gelegen.
Voor de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs uit cluster vier bezoekt, geldt als dichtstbijzijnde toegankelijke school, de school die door de commissie voor de indicatiestelling is geadviseerd. Dit is van toepassing zolang de leerling zijn woonplaats heeft in het gebied van het regionaal expertisecentrum waaraan voornoemde commissie is verbonden.
Artikel 4: Uitbetaling van de vergoeding
Burgemeester en wethouders bepalen bij de toekenning van een vergoeding van de vervoerskosten de wijze en het tijdstip van de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de vergoeding.
Artikel 6: Doorgeven van wijzigingen
Indien de ouders niet voldoen aan het bepaalde in het eerste lid en Burgemeester en wethouders een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststellen, waardoor blijkt dat ten onrechte een vergoeding is genoten, vervalt de vergoeding van de vervoerskosten terstond en kennen Burgemeester en wethouders, al dan niet, opnieuw een vergoeding van de vervoerskosten toe. Burgemeester en wethouders delen hun besluit schriftelijk mee aan de ouders.
Titel 2: Bepalingen omtrent het vervoer van de leerlingen van basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs
Artikel 9: Vergoeding voor de dichtstbijzijnde toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, worden de kosten vergoed van het vervoer over de afstand tussen de woning dan wel de opstapplaats en
Artikel 10: Permanente commissie leerlingenzorg en/of de toelating- en begeleidingscommissie van de school
Artikel 11: Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer
Behoudens het gestelde in de artikelen 13 en 14 van deze regeling, kan voor leerlingen die op 1 augustus negen jaar of ouder zijn, de aanspraak op vergoeding worden beperkt tot de kosten van openbaar vervoer. Burgemeesters en wethouders kennen aan de ouders van de leerling, die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, een vergoeding toe op basis van de kosten van het openbaar vervoer, indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor hem/haar toegankelijke school meer dan vier kilometer, respectievelijk twee kilometer voor een speciale school voor basisonderwijs bedraagt.
Artikel 12: Vergoeding van de kosten van vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op een in artikel 11 bedoelde vergoeding, vergoeden Burgemeester en wethouders tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien de leerling jonger dan negen jaar is en door de ouders ten behoeve van Burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Artikel 13: Vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer
Burgemeester en wethouders kennen een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast
vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 11, en
Artikel 14: Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoeden Burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Artikel 15: Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer
Indien een leerling een school voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs bezoekt is het bepaalde in het eerste lid, onder a, van toepassing, indien de leerling speciaal onderwijs volgt en is het bepaalde in het eerste lid, onder b, van toepassing indien de leerling speciaal voortgezet onderwijs of een school voor praktijkonderwijs volgt.
Artikel 16: Commissie voor de begeleiding en regionale verwijzingscommissie
Indien Burgemeester en wethouders de gevraagde voorziening ten behoeve van een leerling op een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs, niet of slechts gedeeltelijk toekent, dient het bij de beschikking het advies van de commissie voor de begeleiding of het advies van andere deskundigen te betrekken.
Als de commissie voor de begeleiding binnen vier schoolweken na verzending van de adviesaanvraag geen advies heeft uitgebracht of niet schriftelijk om verlenging van de adviestermijn met ten hoogste twee weken heeft verzocht, wordt door Burgemeester en wethouders het besluit genomen zonder het advies van de commissie van onderzoek of de regionale verwijzingscommissie.
Artikel 17: Vergoeding van de kosten van openbaar vervoer ten behoeve van een begeleider
Indien aanspraak bestaat op een in artikel 15 bedoelde vergoeding, vergoeden Burgemeester en wethouders tevens de daarin bedoelde kosten ten behoeve van een begeleider, indien door de ouders ten behoeve van Burgemeester en wethouders genoegzaam wordt aangetoond dat de leerling, gelet op zijn geestelijke, zintuiglijke of lichamelijke handicap of leeftijd, niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken.
Artikel 18: Vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer
Burgemeester en wethouders kennen een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs of een school voor speciaal voortgezet onderwijs of een school voor praktijkonderwijs bezoekt, indien voldaan wordt aan het afstandscriterium van artikel 15, en
Artikel 19: Vergoeding op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, vergoeden Burgemeester en wethouders aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten drie vervoeren, een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling Binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Hoofdstuk 4 Artikel 20: Vergoeding vervoerskosten
Burgemeester en wethouders kennen eveneens een vergoeding toe op basis van de kosten van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt, in het geval de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school minder bedraagt dan is bepaald in artikel 15, indien Burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke handicap van de leerling dat vereist.
Titel 4: Bepalingen omtrent weekeinde- en vakantievervoer
Artikel 21: Vergoeding van de kosten van het weekeinde- en vakantie vervoer aan de in de gemeente wonende ouders
Burgemeester en wethouders vergoeden, desgewenst, de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling die, met het oog op het volgen van voor hem/haar passend (voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze titel.
Artikel 22: Vergoeding kosten weekeinde- en vakantievervoer
Burgemeester en wethouders vergoeden aan de ouders de kosten van het weekeinde- en vakantievervoer van de leerling voor de, éénmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties.
Burgemeester en wethouders vergoeden de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, éénmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in het schoolplan van de school die de leerling bezoekt.
Hoofdstuk 6 Artikel 23: Drempelbedrag
Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs bezoekt, van wie het inkomen tezamen meer bedraagt dan € 17.700,00, wordt slechts een vergoeding verleend, voor zover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, te boven gaan.
In geval Burgemeester en wethouders in plaats van een vergoeding in geld toekennen, het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal voortgezet onderwijs bezoekt, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage, die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer bedraagt dan € 17.700,00.
De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd op artikel 27 eerste lid van de wet personenvervoer, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan.
Het bedrag van € 17.700,00, genoemd in het eerste en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 1999 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de CAO-lonen van volwassen werknemers per maand heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar en afgerond op een veelvoud van € 450,00. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het eerste en tweede lid genoemde bedrag van € 17.700,00.
Artikel 24: Financiële draagkracht
In geval Burgemeester en wethouders in plaats van een vergoeding in geld toekennen, het vervoer zelf verzorgen dan wel doen verzorgen en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, betalen de ouders een van de financiële draagkracht afhankelijke bijdrage tot ten hoogste het bedrag van de kosten van het vervoer.
inkomen in € eigen bijdrage in €
per 1 januari 2002 per 1 januari 2002
€ 22.700,00 - € 27.200,00 € 80,00
€ 27.200,00 - € 31.800,00 € 340,00
€ 31.800,00 - € 36.300,00 € 635,00
€ 36.300,00 - € 40.800,00 € 930,00
€ 40.800,00 - € 45.400,00 € 1.225,00
€ 45.400,00 en verder € 300 erbij voor elke extra € 4.500 aan inkomen.
De inkomensbedragen, genoemd in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de CAO-lonen van volwassen werknemers per maand heeft ondergaan ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 500,00.
De bedragen van de eigen bijdrage, bedoeld in het derde lid, worden met ingang van 1 januari 1998 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het prijsindexcijfer van het onderdeel vervoersdiensten van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie voor werknemersgezinnen heeft ondergaan, ten opzichte van 1 januari van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van € 5,00.
Titel 6: Bepalingen omtrent het vervoer van gehandicapte leerlingen van scholen voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs
Artikel 25: Bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding
Het college verstrekt bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer met begeleiding aan de ouders van de leerling die een basisschool, speciale school voor basisonderwijs of een school voor voortgezet onderwijs bezoekt en vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kan maken. Ten aanzien van een leerling van een speciale school voor basisonderwijs neemt het college artikel 9 in acht.
Artikel 27: Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
Indien toestemming, ingevolge het eerste lid, aan de ouders is verleend, verstrekt het college aan de ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren of laten vervoeren, bekostiging van een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, afgeleid van de Reisregeling binnenland, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Artikel 28: Beslissing Burgemeester en wethouders in gevallen waarin de regeling niet voorziet
In gevallen, de uitvoering van het leerlingenvervoer betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen Burgemeester en wethouders.
Artikel 29: Afwijken van bepalingen
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen, ten gunste van de ouders, afwijken van de bepalingen in deze verordening, zonodig na advies te hebben gevraagd aan de permanente commissie leerlingenzorg, de commissie voor de begeleiding, de regionale verwijzingscommissie of andere deskundigen.
Voor een leerling als bedoeld in titel 6 voor wie in het schooljaar 2001-2002 krachtens de Wet REA een vervoersvoorziening werd verstrekt, niet zijnde een voorziening in de vorm van een bruikleenauto of een voorziening deel uitmakend van of samenhangend met een leefvoorziening, blijft, indien de ouders dat wensen, zonodig in afwijking van artikel 3, aanspraak bestaan op een gelijkwaardige voorziening van en naar de school die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht.
Voor de leerling van leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs die in het schooljaar 2001-2002 een vervoersvoorziening kreeg naar een school voor speciaal voortgezet onderwijs, leerwegondersteunend onderwijs, praktijkonderwijs of opdc, blijft aanspraak bestaan op een vervoersvoorziening van en naar de school die de leerling in het schooljaar 2001-2002 bezocht, indien de afstand naar de school meer dan vier kilometer bedraagt. Titel 5 is van overeenkomstige toepassing
De bepalingen in titel 6 zijn voor de eerste maal van toepassing in het schooljaar 2002-2003. Op het vervoer van leerlingen voorafgaand aan het schooljaar 2002-2003 en daarop betrekking hebbende geschillen, blijven de regelingen die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening van toepassing.