Organisatie | Haarlemmermeer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de raadscommissie 2005 |
Citeertitel | Verordening op de Raadscommissie 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuurlijke organisatie |
Datum inwerkingtreding is in de regeling opgenomen.
onbekend
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-06-2005 | 19-05-2016 | nieuwe regeling | 26-05-2005 Informeer 2-8-2007 | 2005/ |
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Hoofdstuk 2 Instelling, taken en samenstelling
Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen, voorbereiding, stukken
Paragraaf 2 Vergaderorde, spreken, beraadslagingen
Hoofdstuk 5 Beslotenheid en geheimhouding
Hoofdstuk 2: Instelling, taken en samenstelling
Artikel 2: Instelling raadscommissie
De raad stelt conform artikel 82 van de Gemeentewet een raadscommissie in die in raadssessies kan vergaderen.
Een lid kan zowel raadslid als niet-raadslid zijn. De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een lid van de raadscommissie. Elk lid dient daarnaast, tijdens de laatste verkiezingen van de raad, geplaatst te zijn op de kandidatenlijst van een fractie. Per fractie kunnen maximaal twee niet-raadsleden (fractieassistenten) worden afgevaardigd.
Paragraaf 1: Tijdstip van vergaderen, voorbereiding, stukken
Artikel 13: Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het gemeentehuis ter inzage gelegd. Het presidium maakt van de terinzagelegging melding in de openbare kennisgeving, bedoeld in artikel 11. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
Verslagen worden geacht te zijn vastgesteld tenzij een commissielid, of iemand anders die in de betreffende raadssessie het woord heeft gevoerd, binnen 20 werkdagen na verzending schriftelijk bij de griffier aangeeft wijzigingen te wensen, waarbij een tekstvoorstel wordt gedaan. De voorgestelde wijzigingen worden in dat geval schriftelijk aan de leden van de raad gestuurd en besproken in de eerstvolgende raadsvergadering na het aflopen van de termijn van 20 werkdagen. Na bespreking van de wijzigingsvoorstellen vindt vaststelling van het verslag plaats.
Paragraaf 2: Vergaderorde, spreken, beraadslagingen
Het presidium kan per raadssessie, of deel daarvan, spreektijden vaststellen. Spreektijden worden uitsluitend gehanteerd in raadssessies van de categorieën voorbereiden debat en voorbereiden stemming. Elke fractie krijgt een gelijk aantal basisminuten. De resterende tijd wordt naar rato van het aantal raadsleden per fractie aan de fracties toegekend. Het college krijgt, indien betrokken in de beraadslagingen, evenveel spreektijd als de grootste fractie.
Artikel 21: Handhaving orde; schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de raadssessie waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp, het woord ontzeggen.
Op verzoek van een lid of op voorstel van de voorzitter, kan de vergadering besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is.
Als de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is behandeld of geen der spreekgerechtigde leden het woord vraagt, stelt hij voor de beraadslagingen te sluiten. Zolang de vastgestelde eindtijd niet bereikt is en fracties nog beschikken over spreektijd, kan de vergadering besluiten de beraadslagingen voort te zetten.
Artikel 24: Spreekrecht derden
Elke inspreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als de totaal beschikbare spreektijd daar aanleiding toe geeft. De voorzitter kan tevens, in bijzondere gevallen, afwijken van de maximale lengte van de spreektijd. Naar oordeel van de voorzitter kan per onderwerp de spreektijd per persoon worden gelimiteerd.
Het presidium kan op eigen initiatief of op voorstel van een vergadering van raadssessie of raad een raadssessie beleggen als hoorzitting om de opvattingen onder de bevolking te peilen, dan wel om nadere informatie in te winnen. Hiertoe wijst het presidium een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter aan die, in overleg met het presidium, de hoorzitting organiseert en personen en organisaties uitnodigt, die in verband met het aan de orde te stellen onderwerp voldoende gekwalificeerd en representatief zijn.
Hoofdstuk 5: Beslotenheid en geheimhouding
Verslagen worden geacht te zijn vastgesteld tenzij een deelnemer aan de raadssessie binnen 20 werkdagen na verzending bij de griffier aangeeft wijzigingen te wensen, waarbij een tekstvoorstel wordt gedaan. De voorgestelde wijzigingen worden, onder geheimhouding, schriftelijk aan de leden van de commissie gezonden en besproken in een besloten deel van de eerstvolgende raadsvergadering na het aflopen van de termijn van 20 werkdagen. Na bespreking van de wijzigingsvoorstellen, vindt vaststelling van het betreffende verslag plaats.
De vergadering beslist voor afloop van de besloten raadssessie overeenkomstig artikel 86 eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent het behandelde geheimhouding zal gelden. De vergadering kan besluiten de geheimhouding op het behandelde op te heffen indien minimaal vijf fracties in de raadssessie vertegenwoordigd zijn.
Deze geheimhouding dient in de eerstvolgende vergadering van de raad bekrachtigd te worden (artikel 25 derde lid Gemeentewet). Deze geheimhouding geldt voor allen die bij raadsbehandeling aanwezig zijn en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd of de raad haar opheft (artikel 25 eerste en vierde lid Gemeentewet).
-Tenzij anders is aangegeven, is voor het nemen van een besluit, een meerderheid van de stemmen vereist.
Artikel 1: Algemene bepalingen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 2: Instelling raadscommissie
Om het mogelijk te maken, ook met betrekking tot raadssessies, beslotenheid en geheimhouding op basis van de Gemeentewet op te kunnen leggen, is gekozen voor het instellen van een overkoepelende raadscommissie conform artikel 82 van de Gemeentewet. Deze raadscommissie vergadert in deelvergaderingen, genaamd raadssessies.
De keuze voor een artikel 82 commissie heeft gevolgen voor het voorzitterschap. Dit wordt bij artikel 6 nader toegelicht.
In dit artikel worden de taken van de sessies omschreven.
De onderwerpen genoemd onder c betreffen brieven aan de raad, onderwerpen waarover het college vroegtijdig de meningen in de raad wil peilen en brainstormonderwerpen, alsmede inlichtingen zoals bedoeld in artikel 169, derde lid en 180, derde lid Gemeentewet.
Uitgangspunt van dit artikel is dat ieder raadslid automatisch ook lid is van de raadscommissie en daarmee dus het recht heeft om raadssessies bij te wonen. Conform de Commissieverordening 2004, zijn dit naast raadsleden in elk geval ook fractieassistenten, zodat ook de kleinste fracties in staat zijn om deel te nemen aan de vergaderingen van de raadscommissie. Daarnaast houdt de raad ook de mogelijkheid om anderen te benoemen.
Fractieassistenten en eventuele andere leden, worden door de raad benoemd; fractieassistenten op voordracht van een fractie aangezien zij deze fractie zullen vertegenwoordigen.
Op grond van het derde lid, moeten leden voldoen aan hetgeen bepaald is in de artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet. Dit betekent onder andere dat zij achttien jaar moeten zijn, over een geldige verblijfstitel moeten beschikken, hun nevenfuncties openbaar moeten maken, geen functie als bedoeld in artikel 13 mogen vervullen en niet in strijd mogen handelen met artikel 15.
Artikel 5 Zittingsduur en vacatures
De zittingsperiode van de leden, de eventuele buitengewone leden, de voorzitters en hun plaats- vervangers, is even lang als de zittingsperiode van de raadsleden, in principe dus vier jaar. De benoeming eindigt derhalve van rechtswege, de raad hoeft hen niet te ontslaan. Raadsleden kunnen geen ontslag nemen. Zij kunnen er vanzelfsprekend wel voor kiezen geen raadssessies bij te wonen.
Anderen kunnen wel ontslagen worden; fractieassistenten alleen op voordracht van de fractie die zij vertegenwoordigen. Ook is geregeld dat, als een fractie niet meer in de raad vertegenwoordigd is, op voordracht van die fractie benoemde fractieassistenten automatisch ontslagen zijn.
Aangezien gekozen is voor het instellen van een (overkoepelende) artikel 82 commissie, moet voldaan worden aan de wettelijke vereisten voor wat betreft het voorzitterschap van die commissie. Dit betekent dat slechts een voorzitter, zijnde een raadslid benoemd wordt. Om er voor te zorgen dat het presidium voor de raadssessies de keus heeft uit meerdere voorzitters, is de volgende constructie gekozen:
De raad benoemt uit de raad een commissievoorzitter die voor de Gemeentewet voorzitter is van de overkoepelende raadscommissie. Daarnaast worden (eveneens uit de raad) meerdere plaatsvervangend commissievoorzitters benoemd. Per raadssessie kunnen uit deze groep van (plaatsvervangend) commissievoorzitters een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter benoemd worden. In de verordening wordt de aangewezen voorzitter van een raadssessie als 'voorzitter' aangeduid.
Per raadssessie wordt een raadssessiegriffier aangewezen. Dit biedt de mogelijkheid om op basis van de achtergrond van de griffiemedewerkers een medewerker voor een specifieke raadssessie aan te wijzen.
Het parallel aan een andere raadsessie of raadsvergadering inplannen van een raadssessie is aan de volgende voorwaarden verbonden:
Het verzoek om een raadssessie op een locatie buiten het raadhuis te organiseren, dient het onderwerp en de voorziene locatie te bevatten. Het presidium toetst dit verzoek aan de volgende criteria:
Artikel 10: Uitnodiging en vergaderstukken
Het presidium vergadert op de donderdagen tussen raadsvergaderingen in. De dag erna worden de stukken verstuurd. Dus voor raadssessies op tussenliggende donderdagen twee weken (10 werkdagen) van te voren, voor raadssessies parallel aan de raadsvergadering drie weken van te voren. Stukken worden maar een keer verstuurd.
Artikel 11: Vaststellen van agenda's
Het presidium speelt in dit stelsel een centrale rol. De raad heeft de mogelijkheid om besluiten van het presidium, met betrekking tot de agenda (korte en lange termijn), te herzien. Wijzigingen hebben alleen betrekking op planning en agendering.
Deze herziening kan alleen plaatsvinden in de eerstvolgende raadsvergadering na het verzenden van de stukken; dit is dus een week voor raadssessies op de tussenliggende donderdag en twee weken voor de parallel aan een raadsvergadering gehouden raadssessies. Herziening vindt plaats na schriftelijke voordracht van wijzigingen. Indien deze tijdig zijn ingediend en voldoende steun vinden of de voorzitter op inhoudelijke gronden besluit het voorstel over te nemen. Wijzigingen doorvoeren tijdens de raadsvergadering is daardoor niet meer mogelijk. In de raadsvergadering worden de wijzigingsvoorstellen enkel nog vastgesteld.
Artikel 12: Openbare kennisgeving
Met dit artikel wordt invulling gegeven aan artikel 82 vijfde lid van de Gemeentewet.
Artikel 13: Ter inzage leggen van stukken
Dit artikel behoeft geen toelichting
Aangezien de samenstelling van raadssessies per keer wisselt, kunnen verslagen alleen door de raad als geheel worden vastgesteld. Hierbij is gekozen voor een procedure waarbij de verslagen stilzwijgend worden vastgesteld tenzij wijzigingen van te voren worden doorgegeven. De ontwerpnotulen worden zo snel mogelijk, na ontvangst bij de griffie, verstuurd aan alle raadsleden, fractieassistenten en het college van Burgemeester en Wethouders. Zij krijgen 20 werkdagen de tijd om wijzigingen door te geven. Deze wijzigingen worden aan het eind van die termijn aan de raadsleden gemaild en in de eerstvolgende raadsvergadering behandeld, waarna de verslagen zijn vastgesteld. Indien geen wijzigingen zijn doorgegeven, is het verslag na het aflopen van de termijn van 20 werkdagen automatisch vastgesteld.
In principe kiest iedere deelnemer aan een raadssessie zelf zijn zitplaats. Bij bijvoorbeeld grote drukte of ten behoeve van genodigden, heeft de voorzitter echter de mogelijkheid om zitplaatsen toe te wijzen.
Artikel 16: Opening raadssessie
Raadssessies kennen geen quorum en worden dus ook geopend als behalve de voorzitter geen deelnemers aanwezig zijn. Aangezien de voorzitter zelf commissielid is, heeft hij het recht om alleen te vergaderen. In het tweede lid van dit artikel is echter vastgelegd dat hij in dat geval alleen constateert dat verdere behandeling van het voorstel, conform de stappen zoals aangegeven op de oplegnotitie, plaats vindt.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikelen 18 en 19: Aantal spreektermijnen en spreektijd
Deze artikelen geven het presidium ruimte om te bepalen op welke wijze een onderwerp behandeld wordt.
Over het algemeen worden twee spreektermijnen gehanteerd. Een verzoek van een lid na afloop van de tweede termijn om nog een korte reactie te geven, dient de voorzitter niet te honoreren. Indien de raadscommissie van mening is, dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan hij daartoe uitdrukkelijk besluiten.
In lid 4a van artikel 18 wordt bedoeld andere commissies dan de overkoepelende raadscommissie. In overlegsessies worden geen spreektijden gehanteerd.
Artikel 20: Voorstellen van orde
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 21: Handhaving orde; schorsing
Het eerste lid verzekert dat leden van een raadscommissie vrijelijk kunnen spreken. Uiteraard zijn wel interrupties toegestaan, voor zover de voorzitter bij een overvloed aan interrupties of in het belang van de voortgang van de beraadslagingen niet bepaalt dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties afrondt. Om te bevorderen dat leden van raadscommissies zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten, bepaalt artikel 82 vijfde lid van de Gemeentewet bovendien dat artikel 22 van overeenkomstige toepassing is op leden van raadscommissies. Hierdoor zijn leden van raadscommissies niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.
Onder interruptie is overigens niet te verstaan het geven van tekenen van goed- of afkeuring; deze uitingen worden beschouwd als verstoringen van de orde. Voor wat betreft de handhaving van de orde op de publieke tribune wordt verwezen naar artikel 29 van deze verordening.
Om de duur van vergaderingen niet te beperken, wordt over een voorstel, dat in onderdelen of artikelen is verdeeld, in principe in zijn geheel beraadslaagd. In het eerste lid is een uitzonderingsmogelijkheid opgenomen. Zowel de voorzitter als de leden hebben het recht om voor te stellen een voorstel gesplitst te behandelen. Het eerste lid brengt daarmee tot uitdrukking dat een raadscommissie zijn eigen werkwijze bepaalt. Het recht wordt aan ieder individueel lid toegekend.
Het derde lid: Een handhavingsartikel op basis waarvan de voorzitter de vastgelegde spreektijden en tijdsblokken kan bewaken.
Het vijfde lid: Basis hiervoor is de planning zoals vermeld op de oplegnotitie. De sessie kan zich uitspreken over de gewenste vervolgstappen; het presidium wordt verzocht een planning voor deze vervolgstappen vast te stellen.
Het zesde lid: Debat kan alleen als stap in de planning worden opgenomen als daarbij discussiepunten vermeld worden. Als het presidium debat als stap heeft ingepland, staan al discussiepunten op de oplegnotitie waar de raadssessie wijzigingen op kan aanbrengen. Als de raadssessie zelf besluit tot het inplannen van een raadsdebat, geeft de sessie aan welke discussiepunten op de oplegnotitie kunnen worden opgenomen. De voorzitter doet hiertoe een voorstel, op basis van de beraadslagingen.
Artikel 23: Deelname aan de beraadslaging door anderen
Deelnemen aan beraadslagingen houdt in dat inhoudelijk kan worden meegesproken. De deelnemer kan geen ordevoorstel indienen en spreekt niet mee over ordevoorstellen of over eventuele verdere stappen in de behandeling van een voorstel of discussiepunten voor het debat.
Uiteraard hebben deze andere sprekers niet dezelfde rechten als de leden. Een andere spreker heeft onder meer geen recht om een voorstel te doen tot wijziging van de notulen, een voorstel over de spreektijd of over de orde van de vergadering.
Artikel 24: Spreekrecht derden
Het spreekrecht is beperkt gehouden tot geagendeerde onderwerpen, omdat burgers op die manier een doeltreffende bijdrage kunnen leveren aan de beraadslagingen van een raadssessie. Doordat het spreekrecht betrekking heeft op geagendeerde onderwerpen, kan een burger alleen inspreken over onderwerpen die de raadscommissie aangaan.
De spreektijd kan, naar oordeel van de voorzitter, per onderwerp worden aangepast, bijvoorbeeld als er veel insprekers zijn over eenzelfde onderwerp.
De voorzitter kan de volgorde van de agenda van een raadssessie wijzigen, bijvoorbeeld wanneer in een langere sessie meerdere onderwerpen geagendeerd zijn.
De voorzitter kan de inspreker toestaan om, na de eerste termijn, nog een korte toelichting te geven, bijvoorbeeld wanneer de voorzitter de indruk heeft dat voor een goede verdere behandeling van een onderwerp aanvullende informatie van de inspreker nodig is.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Hoofdstuk 5: Beslotenheid en geheimhouding
het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad en in casu dus de raadscommissie, anders beslist.
hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 86 van de Gemeentewet nodig. In artikel 28 tweede lid, wordt afgeweken van het uitgangspunt dat voor raadssessies geen quorum vereist is. Aangezien de commissieleden, aanwezig in een raadssessie, in dat geval een besluit kunnen nemen dat ook voor externen verstrekkende gevolgen kan hebben, is vastgelegd dat hier tenminste vijf fracties bij betrokken moeten zijn.
Geheimhouding geldt ten aanzien van ieder die aanwezig is bij een besloten vergadering of die kennis draagt van stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt.
Artikel 29: Toehoorders en pers
Aangezien raadssessies deelvergaderingen zijn van een raadscommissie, kan op basis van het derde lid de toegang ontzegd worden tot alle bijeenkomsten van deze raadscommissie en daarmee dus alle raadssessies.
Artikel 30: Geluid- en beeldregistraties
Aangezien de vergaderingen van de raadscommissie in principe openbaar zijn, kunnen radio- en tv-stations geluids- en beeldregistraties maken. Dit is uiteraard niet het geval als het een besloten vergadering betreft.
Artikel 31: Uitleg verordening