Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deventer

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Deventer 1995

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDeventer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Deventer 1995
CiteertitelVerordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Deventer 1995
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp6.1

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-06-1995Onbekend

22-05-1995

Gemeenteblad, 1995-06-01

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeen te lijke begraafplaats van de gemeente Deven ter 1995

(art. 35 en 90 Wet op de lijkbezorging en art. 149 Gemeentewet)

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

begraafplaats : de begraafplaats gelegen aan de Diepenveenseweg te Deventer.

eigen graf : een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen begraven en begraven houden van overleden personen;

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as.

algemeen graf : een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overleden personen;

kindergraf : graf bestemd voor overleden personen met een leeftijd beneden de 12 jaar;

eigen urnengraf :een graf waarvoor voor bepaalde tijd, aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

algemeen urnengraf :een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen.

eigen urnennis :een nis waarvoor aan een natuurlijk of

rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen;

gedenkplaats : een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

asbus : een bus ter berging van as van een overledene;

urn : een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

grafbedekking : gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf of gedenkplaats;

gedenkteken : voorwerp op het graf voor het aanbrengen van geschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken;

grafbeplanting :winterharde beplanting welke door de rechthebbende en/of de gemeente op een graf wordt aangebracht;

rechthebbende : de rechthebbende op een eigen graf;

beheerder : de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaatsen of degene die hem vervangt;

gemeenteraad : de gemeenteraad van Deventer;

burgemeester

en wethouders : het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deventer

gemeente : de gemeente Deventer.

Artikel 2 Uitbreiding begrippen eigen graf en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'eigen graf' mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis, eigen kindergraf en gedenkplaats.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder 'algemeen graf' mede verstaan: algemeen urnengraf en algemeen kindergraf.

HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3 Openstelling begraafplaats

  • 1.

    De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kan de toegang tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten.

  • 2.

    Het is verboden zich met motorrijtuigen en rijwielen op de begraafplaats te bevinden.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod in lid 2.

  • 4.

    Voor de in lid 1 bedoelde personen is de begraafplaats uitsluitend geopend op werkdagen van maandag tot en met vrijdag van 08.30 uur tot 16.00 uur; ondernemers dienen alvorens zij met de werkzaamheden aanvangen daarvan de beheerder in kennis te stellen.

  • 5.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 6.

    Degenen die zich niet aan de in het vijfde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten de begraafplaats verlaten, op eerste aanzegging van de beheerder.

  • 7.

    Het is verboden op de begraafplaats honden of andere (huis)dieren mede te voeren of te laten lopen.

Artikel 5
  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen van tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en het ruimen van graven mogen zonder toestemming van de beheerder geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7 Vernieuwing en verlenging uitgegeven graven en gedenkplaatsen

  • 1.

    Het recht op een eigen graf, dat voor onbepaalde tijd is uitgegeven dient door de rechthebbende elke tien jaar in het jaar eindigend op een 8 te worden vernieuwd.

    Als de vernieuwing vier maal achtereen is verzuimd, vervallen alle rechten en komt het graf wederom ter beschikking van de gemeente.

  • 2.

    Het recht op een eigen graf, dat is uitgegeven voor een periode van 20, 30 of 40 jaar wordt op aanvraag verlengd telkens met een termijn van 10 jaar, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 3.

    Het recht op een eigen urnengraf, eigen urnennis of gedenkplaats, dat is uitgegeven voor een periode van 10, 20, 30 of 40 jaar wordt op aanvraag verlengd telkens met een termijn van 10 jaar

  • 4.

    Het verstrijken van de in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel genoemde termijnen wordt aan de rechthebbende schriftelijk bekend gemaakt. De bekendmaking geschiedt op het daartoe bestemde bord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de bekendmaking aangebracht.

Artikel 8 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een eigen graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed of aanverwant tot en met de derde graad, mits de aanvraag hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het eigen graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.

HOOFDSTUK 4 GRAFBEDEKKINGEN

Artikel 9 Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt door burgemeester en wethouders bekendgemaakt door plaatsing van een bordje op het te ruimen graf, gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd, tenzij het adres van de rechthebbende bij hen bekend is. In dat geval maken zij aan de rechthebbende uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip schriftelijk hun voornemen bekend.

  • 3.

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende ingediende aanvraag, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende 12 weken ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 22 is verleend. De aanvraag kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4.

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • -

      geen aanvraag op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen deze had kunnen worden ingediend, is verstreken;

    • -

      de grafbedekking niet binnen 12 weken nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 10 Onderhoud grafbedekking

  • 1.

    De rechthebbende/vergunninghouder is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden en eventuele gebreken te herstellen.

  • 2.

    Indien deze nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende 12 weken ter beschikking van de vergunninghouder en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de vergunninghouder schriftelijk is gewaarschuwd met betrekking tot de toestand van de grafbedekking. De waarschuwing geschiedt door bekendmaking op het daartoe bestemde bord op de begraafplaats als het adres van de vergunninghouder niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de bekendmaking aangebracht.

HOOFDSTUK 5 RUIMING VAN GRAVEN

Artikel 11 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden op een bordje bij het te ruimen graf ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval maken zij aan de rechthebbende uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde tijdstip per brief hun voornemen bekend.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats.

  • 3.

    Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

    Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus met of zonder urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing elders.

  • 4.

    De rechthebbende op een eigen graf, kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weer in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te begraven.

    De rechthebbende op een eigen urnengraf of eigen urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te verstrooien.

  • 5.

    Het in dit artikel genoemde -ter beschikking houden om elders bij te zetten of te verstrooien- kan tot uiterlijk een maand na de ruiming gestand worden gedaan, daarna zullen de overblijfselen ingevolge lid 2 van dit artikel worden herbegraven of verstrooid.

HOOFDSTUK 6 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 12 Lijst

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen een lijst bijhouden van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven over te gaan, onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 7 INRICHTING REGISTER

Artikel 13 Voorschriften

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen voorschriften vaststellen voor het register van de begraven lijken en de bezorgde as.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

HOOFDSTUK 8 BEZWAREN

Artikel 14 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1.

    Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen een bezwaar indienen bij burgemeester en wethouders, omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders maken de beslissing terstond bekend aan de gemeenteraad.

HOOFDSTUK 9 SLOTBEPALINGEN

Artikel 15 Overgangsbepaling

Voor de begraafplaatsen aan de Sworminksweg te Colmschate en de begraafplaats aan de Raalterweg te Diepenveen en de begraafplaats aan de Diepenveenseweg te Deventer geldt:

vergunningen en ontheffingen -hoe ook genaamd- verleend krachtens voorgaande verordeningen blijven van kracht voor de termijn waarvoor zij zijn verleend.

Artikel 16 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 en 4 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Beheersverordening begraafplaats Deventer 1995'.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de bestaande beheersverordening begraafplaatsen Deventer 1994.