Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 28 tot en met 31 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht |
Citeertitel | Regeling kinder-, kostwinners- en detacheringstoelagen |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 21 december 1965, gepubliceerd in P.B. 1965, no. 204, en in werking getreden op 1 januari 1966.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Landsverordening materieel ambtenarenrecht, artikel 28 tot en met 31
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 636 | n.v.t. |
De kindertoelage bedraagt per jaar NAf 120,- voor één kind, NAf 180,- voor twee kinderen en NAf 240,- voor meer dan twee kinderen, vermeerderd met het in onderstaande kolom 1 aangegeven percentage van bezoldiging en met inachtneming van de in de onderstaande kolommen 2 en 3 aangegeven minima en maxima:
Wanneer het aantal kinderen meer dan tien bedraagt, wordt het in kolom 1 vermeld percentage van 31,5 verhoogd met 2,5, voor elk kind boven het getal tien en worden de in de kolommen 2 en 3 vermelde bedragen van NAf 1.560,- en NAf 3.900,- verhoogd met NAf 156,- onderscheidenlijk NAf 300,- voor elk kind boven het getal tien.
Het genot van kindertoelage vangt aan met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die, waarin het recht op kindertoelage is ontstaan en eindigt met ingang van de eerste van de maand, volgende op die, waarin het recht op kindertoelage verloren is gegaan.
Als enig kostwinner wordt aangemerkt:
de ambtenaar die krachtens de in artikel 18 van de Landsverordening materieel ambtenarenrecht bedoelde regelingen als ongehuwd wordt aangemerkt en op wie een wettelijke alimentatieplicht rust anders dan ten aanzien van een natuurlijk kind of natuurlijke kinderen dan wel die voorziet in het levensonderhoud van broer of zuster, die hetzij jonger is dan 18 jaar dan wel ouder dan 50 jaar, hetzij wegens ziels- of lichaamsgebreken blijvend niet in staat is in zijn of haar eigen levensonderhoud te voorzien;
Het genot van kostwinnerstoelage vangt aan met ingang van de dag van toekenning en eindigt in ieder geval met ingang van de eerste dag, van de maand volgende op die, waarin de omstandigheden, die tot toekenning aanleiding hebben gegeven, hebben opgehouden te bestaan.
Geen kostwinnerstoelage wordt toegekend, wanneer degene ten aanzien van wie de ambtenaar als enig kostwinner is aangemerkt uit anderen hoofde inkomsten geniet of redelijkerwijs zou kunnen genieten, die gelijk zijn aan of meer bedragen dan het bedrag, bedoeld in artikel 6, eerste lid.
De ambtenaar, aan wie een kostwinnerstoelage is toegekend, is gehouden de minister, die de toelage heeft toegekend, uit eigen beweging en desgevraagd onverwijld schriftelijk in kennis te stellen van alles wat op de hoogte van het bedrag van de toelage van invloed kan zijn, met uitzondering van wijzigingen in zijn bezoldiging.