Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING houdende een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering ter zake van bijzondere ziektekosten |
Citeertitel | Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | sociale zekerheid; volksgezondheid |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 23 december 1996, gepubliceerd in P.B. 1996, no. 211, en in werking getreden op 1 januari 1997.
Artikel 14 van Bijlage I behorende bij artikel 2, onderdeel a, van de Landsverordening overgangsbepalingen van wetgeving en bestuur luidt:
“In de Landsverordening ongevallenverzekering, de Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten, de Landsverordening ziekteverzekering, Landsverordening Algemene Weduwen- en Wezenverzekering, de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering, de Cessantialandsverordening en de Regeling tegemoetkoming ziektekosten overheidsgepensioneerden en hun nagelaten betrekkingen, wordt "Sociale Verzekeringsbank" telkens vervangen door: het Land Sint Maarten of een door deze bij landsbesluit aangewezen uitvoeringsorganisatie.”
Om deze reden is in deze regeling in artikel 22, derde lid, deze wijziging aangebracht, hoewel de wijzigingsopdracht wetgevingstechnisch onjuist is geformuleerd. De wetgever had bedoeld de woorden “Sociale Verzekeringsbank” te vervangen door: Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen. Het Uitvoeringsorgaan is geregeld bij de Landsverordening Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen, gepubliceerd in AB 2010, no. 58 en 59 en tegelijkertijd in werking getreden met de Landsverordening overgangsbepalingen van wetgeving en bestuur.
De foutieve wijzigingsopdracht zal bij gelegenheid bij landsverordening worden gerepareerd.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Onbekend
Landsbesluit zorg
Landsbesluit uitbreiding AVBZ-zorg aan visueel en auditief gehandicapten
Landsbesluit AVBZ-premie
Landsbesluit beperking kring verzekerden AVBZ
Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 3, vierde lid, en 21d van de Landsverordening op de loonbelasting, juncto artikel 8, negende lid, van de Landsverordening ongevallenverzekering, artikel 8, eerste lid, van de Landsverordening ziekteverzekering, artikel 22, derde lid, van de Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten, artikel 29, derde lid, van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering en artikel 32, derde lid, de Landsverordening Algemene Weduwen- en Wezenverzekering
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2015 | Artikelen 48 tot en met 53 | 03-05-2013 AB 2015, no. 9 | onbekend | ||
10-10-2010 | 30-05-2015 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 613 | onbekend |
In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
gehandicapte: degene die in een nadelige positie verkeert door een stoornis of een beperking die de normale rolvervulling van die persoon begrenst of verhindert; onder stoornis wordt verstaan iedere afwezigheid of afwijking van een psychologische, fysiologische of anatomische structuur of functie; onder beperking wordt verstaan iedere vermindering of afwezigheid van de mogelijkheid van een voor de mens normale activiteit;
Degene metterwoon Sint Maarten heeft verlaten en binnen één jaar nadien metterwoon weer terugkeert in Sint Maarten zonder inmiddels in Nederland, Aruba, Curaçao of op het grondgebied van een andere mogendheid te hebben gewoond, wordt ook voor de duur van zijn afwezigheid geacht in Sint Maarten te hebben gewoond.
Een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, als bedoeld in het tweede lid, wordt aan de Staten overgelegd. Het treedt in werking op een tijdstip dat, nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, bij landsbesluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door de Staten de wens te kennen wordt gegeven dat de uitbreiding of beperking bij landsverordening wordt goedgekeurd. In dat geval wordt een daartoe strekkende ontwerp-landsverordening zo spoedig mogelijk aan de Staten aangeboden.
Verzekerden hebben met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens het tweede lid aanspraak op de volgende vormen van zorg in Sint Maarten:
voortzetting van de behandeling in een algemeen ziekenhuis van een somatisch chronisch zieke na een ononderbroken verblijf in een ziekenhuis van tenminste 365 dagen alsmede indien na ontslag uit het ziekenhuis na 365 dagen binnen een periode van 182 dagen wederom om dezelfde reden opname in het ziekenhuis noodzakelijk is;
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden inhoud en omvang van de zorg waarop en de tijdsduur gedurende welke aanspraak bestaat, geregeld; daarbij kan met betrekking tot de inhoud en omvang van de desbetreffende zorg worden bepaald dat deze onder beperkingen wordt verleend en kan als voorwaarde voor het verkrijgen van zorg worden gesteld, dat degene die zorg geniet, bijdraagt in de kosten daarvan. Daartoe worden in dat landsbesluit mede criteria gesteld voor het bepalen van deze bijdrage.
Aanspraken op zorg als bedoeld in het eerste lid kunnen slechts geldend gemaakt worden indien daarop niet krachtens een andere wettelijke voorziening noch krachtens een particuliere ziektekostenverzekering aanspraak gemaakt kan worden. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van het in de eerste volzin bepaalde.
Alvorens de verzekerde de aanspraken, die hem ingevolge deze landsverordening toekomen, tot gelding kan brengen, dient de verzekerde daartoe een aanvraag in bij het Uitvoeringsorgaan met inachtneming van het ingevolge het derde lid bepaalde. Het Uitvoeringsorgaan legt deze aanvraag voor aan de Indicatiecommissie. Na ontvangst van het advies van de Indicatiecommissie neemt het Uitvoeringsorgaan een beslissing.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt bepaald in welke mate en onder welke voorwaarden aanspraak bestaat op vergoeding wegens kosten ter zake van in of buiten Sint Maarten verleende zorg als bedoeld in artikel 5, eerste lid, in gevallen, waarin aan een verzekerde als gevolg van in dat landsbesluit omschreven omstandigheden zorg is verleend, die deze, indien die omstandigheden zich niet zouden hebben voorgedaan, op de krachtens artikel 6 omschreven wijze had kunnen verkrijgen.
Alle ambtenaren tot afgifte van uittreksels uit de registers van de burgerlijke stand bevoegd, zijn verplicht aan het Uitvoeringsorgaan de door deze gevraagde uittreksels uit die registers kosteloos te verstrekken. Publiekrechtelijke lichamen zijn verplicht op de door de Minister van Algemene Zaken aan te geven wijze kosteloos hun medewerking te verlenen tot het verkrijgen van de inlichtingen, benodigd voor de uitvoering van deze landsverordening.
Jaarlijks stelt het Uitvoeringsorgaan voor het daaropvolgende kalenderjaar een overzicht van de geraamde kosten, investeringen en middelen vast die ten laste onderscheidenlijk ten gunste van het Uitvoeringsorgaan komen. Dit overzicht wordt vóór 15 november van elk kalenderjaar aan de minister aangeboden.
§ 3. Instellingen en zorgverleners
Het Uitvoeringsorgaan stelt kwaliteitseisen vast voor instellingen en zorgverleners die worden gehanteerd bij het aangaan van de in artikel 13, eerste lid, bedoelde overeenkomsten. Deze kwaliteitseisen behoeven de goedkeuring van de minister.
§ 4. Toezicht op het Uitvoeringsorgaan
De Bank houdt toezicht op het Uitvoeringsorgaan. Zij adviseert, op verzoek of uit eigen beweging, de minister, de Minister van Financiën en het Uitvoeringsorgaan met betrekking tot aangelegenheden het Uitvoeringsorgaan betreffende, overeenkomstig de regels van de Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf.
Het Uitvoeringsorgaan vergoedt op declaratiebasis de kosten die voor de Bank aan de uitvoering van haar taken krachtens het eerste lid zijn verbonden. Daartoe houdt de Bank een overzicht bij van verrichte werkzaamheden in het kader van bedoelde taken. De declaraties worden eens per kwartaal ingediend en terstond betaalbaar gesteld.
De middelen tot dekking van de uitgaven voor de zorg ingevolge deze landsverordening en van de aan de uitvoering van deze landsverordening verbonden kosten alsmede de middelen nodig voor het vormen en in standhouden van een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen reserve, bestaan uit:
De minister geeft jaarlijks, gehoord het Uitvoeringsorgaan, een aanwijzing voor het totaal van de ten laste van het Fonds komende besteedbare middelen ter dekking van de kosten van de ingevolge deze landsverordening te verlenen zorg.
De premie, bedoeld in artikel 18, tweede lid, onderdeel a, wordt, met inachtneming van het bepaalde in de navolgende leden, geheven naar de maatstaf van het door de verzekerde in een kalenderjaar genoten inkomen en bedraagt een percentage van dat inkomen. Ten aanzien van degene, die slechts een gedeelte van een kalenderjaar verzekerd is geweest, treedt dit gedeelte voor het kalenderjaar in de plaats.
Onder inkomen wordt verstaan het zuiver inkomen in de zin van de Landsverordening op de inkomstenbelasting met dien verstande dat dit inkomen wordt vermeerderd met de krachtens de Landsverordening op de inkomstenbelasting als persoonlijke last in aftrek toegelaten premies algemene ouderdomsverzekering ingevolge de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering en algemene weduwen- en wezenverzekering ingevolge de Landsverordening Algemene Weduwen- en Wezenverzekering.
Het in het eerste lid bedoelde percentage kan voor een zuiver inkomen dat minder bedraagt dan het laagste bedrag dat wordt genoemd in de tabel, bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Landsverordening op de inkomstenbelasting, afwijkend worden vastgesteld doch niet meer dan de helft minder bedragen.
Het premiepercentage bedraagt ter zake van het zuiver inkomen voor zover bestaande uit pensioen het percentage, bedoeld in het eerste lid, verminderd met het percentage, bedoeld in het vijfde lid. Onder pensioen wordt verstaan de opbrengst uit een recht op periodieke uitkering, die ter zake van een vroegere dienstbetrekking wordt ontvangen
Werkgevers die personen in dienst hebben, die krachtens deze landsverordening verzekerd zijn, betalen aan deze werknemers ter compensatie van de door hen verschuldigde premie een toeslag op het loon. Deze toeslag bedraagt een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen deel van het in het eerste lid bedoelde percentage.
De aanpassing, bedoeld in het zevende lid, heeft plaats met ingang van de eerste dag van enig kalenderjaar op basis van de stijging die het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie ultimo augustus daaraan voorafgaande aangeeft ten opzichte van het prijsindexcijfer ultimo augustus van het voorafgaande jaar.
Tenzij bij of krachtens deze landsverordening anders is bepaald, geschiedt de heffing van de ingevolge deze landsverordening verschuldigde premie, onder verrekening van eventueel krachtens het derde lid geheven premie, bij wege van aanslag en met overeenkomstige toepassing van de voor de heffing van de inkomstenbelasting geldende regels.
De premie van de verzekerde, die in dienstbetrekking werkzaam is, wordt geheven bij wege van inhouding door de werkgever. Het bepaalde in de artikelen 3, tweede, derde, vierde en vijfde lid, 4, 21, eerste lid, 21a, 21b, 21c en 21d van de Landsverordening op de loonbelasting is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de ingevolge deze landsverordening verschuldigde premies, met dien verstande dat in plaats van “inhoudingsplichtige” telkens gelezen wordt “werkgever(s)”. Indien de ingevolge artikel 20, eerste lid, in totaal over een kalenderjaar verschuldigde premie door inhouding is geheven, blijft het bepaalde in het eerste lid buiten toepassing. Voor de toepassing van dit artikel wordt met een werkgever gelijkgesteld het Land Sint Maarten of een door deze bij landsbesluit aangewezen uitvoeringsorganisatie, het Algemeen Pensioenfonds Sint Maarten, alsmede pensioenfondsen in zin van de Landsverordening ondernemingspensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen voor zover het betreft door deze uit te betalen pensioenen en de minister voor wat betreft door deze te verstrekken onderstanduitkeringen.
Tenzij bij of krachtens deze landsverordening anders is bepaald, zijn ten aanzien van de invordering van de ingevolge deze landsverordening verschuldigde premie, de regels geldende voor de invordering van directe belastingen als opgenomen in de Landsverordening op de invordering van directe belastingen, van overeenkomstige toepassing.
De Minister van Financiën is bevoegd, met inachtneming van het vastgestelde premiepercentage, bedoeld in artikel 20, eerste lid, de ingevolge deze landsverordening verschuldigde premie te doen berekenen volgens tabellen. Bij het opstellen van deze tabellen en voor de toepassing daarvan bepaalt de Minister van Financiën de door hem nodig geachte afrondingen.
De werkgever is verplicht de premie, die hij over een tijdvak van een maand of korter heeft ingehouden of had moeten inhouden tezamen met de te zijnen laste komende toeslag, vóór de zestiende dag van de daarop volgende maand, op aangifte af te dragen. Indien de inhouding over een tijdvak van langer dan een maand geschiedt, is de werkgever verplicht de premie vóór de zestiende dag na het einde van dat tijdvak op aangifte af te dragen.
De werkgever houdt in en draagt af onafhankelijk van het feit of en tot welk bedrag andere werkgevers van de werknemer inhouden, behoudens een andersluidende beslissing van de inspecteur. Indien onverschuldigd is betaald, zal de onverschuldigd betaalde premie op verzoek door de inspecteur worden gerestitueerd aan de rechthebbenden. De rechtsvordering tot terugbetaling van onverschuldigd betaalde premie verjaart door verloop van vijf jaar na het einde van het kalenderjaar, waarin de premie is afgedragen.
Ook in de gevallen, dat geen premie behoeft te worden ingehouden, moet de aangifte op de in de vorige leden aangegeven tijden ingediend worden. Personen, die stellen geen werkgever te zijn, moeten niettemin de hen verstrekte aangifteformulieren vóór de zestiende dag van de daarop volgende maand, waarin de aangifteformulieren aan hen zijn verstrekt, indienen.
Indien de premie geheel of gedeeltelijk niet binnen de voorgeschreven termijn door de werkgever is afgedragen, kan de niet of te weinig afgedragen premie door middel van een aanslag, op te leggen ten name van de werkgever, door de inspecteur nageheven worden, zolang niet vijf jaar zijn verstreken na het einde van het kalenderjaar, waarin de premieschuld is ontstaan. De werkgever is gerechtigd het nageheven bedrag te verhalen op zijn werknemer voor zover het betrekking heeft op van de werknemer ten onrechte niet ingehouden premie.
Indien bij het vaststellen van de premie-aanslag of bij controle van de door de werkgever ingehouden premie blijkt dat teveel of te weinig is ingehouden dan wel teveel of te weinig is betaald op een voorlopige premie-aanslag, wordt gedurende een periode van ten hoogste vijf jaren de teveel ingehouden premie gerestitueerd of verrekend en de te weinig ingehouden premie alsnog ingevorderd.
De werkgever is gehouden na afloop van het kalenderjaar aan de werknemer, die bij het einde van het kalenderjaar in zijn dienst is of persoonlijk in aangenomen werk arbeid voor hem verricht, een verklaring af te geven betreffende het in dat kalenderjaar verkregen loon en de ingehouden premie. Bij beëindiging van het dienstverband of de werkzaamheden in de loop van het kalenderjaar is de werkgever gehouden aan de werknemer eenzelfde verklaring af te geven over de tijd, waarin hij bij hem in dat kalenderjaar in dienstverband werkzaam was onderscheidenlijk voor hem werkzaamheden verrichtte. De verklaring wordt binnen tien dagen na het verzoek van de werknemer afgegeven.
voor de premie en de administratieve boete af te dragen respectievelijk verschuldigd door een niet in Sint Maarten wonende of gevestigde werkgever de leider van zijn vaste inrichting in Sint Maarten, zijn in Sint Maarten wonende of gevestigde vaste vertegenwoordiger dan wel degene die de leiding heeft van de hier te lande verrichte werkzaamheden;
De werknemer die in dienstbetrekking is bij of werkzaamheden verricht voor een niet in Sint Maarten wonende of gevestigde werkgever en die Sint Maarten metterwoon wenst te verlaten, dient hiervan schriftelijk mededeling te doen aan de inspecteur en kan terstond mede aansprakelijk gesteld worden voor het gedeelte van de premie dat te zijnen laste komt.
De werkgever, diens vaste vertegenwoordiger, de leider van de vaste inrichting van de werkgever of degene die de leiding heeft van de hier te lande verrichte werkzaamheden is desgevraagd gehouden aan de inspecteur of aan de door deze aangewezen personen en deskundigen inzage te verlenen of afschrift te verstrekken van de boeken, bescheiden en geschriften, die voor de vaststelling van de premie redelijkerwijs van belang zijn.
Bij een weigering om te voldoen aan een verplichting als bedoeld in het eerste lid, kan een werkgever, diens vaste vertegenwoordiger, de leider van de vaste inrichting van de werkgever of degene die de leiding heeft van de hier te lande verrichte werkzaamheden, niet met vrucht een beroep doen op de omstandigheid dat hij uit hoofde van zijn stand, zijn beroep of zijn ambt tot geheimhouding verplicht is, zelfs al mocht deze hem bij enig wettelijk voorschrift zijn opgelegd.
Aanpassing van de in het eerste lid bedoelde bijdrage heeft plaats met ingang van de eerste dag van enig kalenderjaar op basis van de stijging die het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie ultimo van de maand augustus daaraan voorafgaande aangeeft ten opzichte van het prijsindexcijfer ultimo augustus daaraan voorafgaand.
De belanghebbende die bezwaar heeft tegen een beslissing van het Uitvoeringsorgaan, kan binnen zes weken na de dagtekening daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij het Uitvoeringsorgaan. Een bezwaarschrift kan tevens worden ingediend, indien het Uitvoeringsorgaan, na daartoe schriftelijk te zijn aangemaand, niet binnen zes weken na de aanmaning een beslissing heeft genomen. In laatstgenoemd geval vangt de termijn van zes weken aan op de dag volgend op die waarop de termijn van zes weken na de aanmaning verstreken is.
Indien de reclamant redelijkerwijs niet in staat kan worden geacht binnen de in het eerste of tweede lid gestelde termijnen een bezwaarschrift in te dienen, worden die termijnen verlengd, zodanig dat een nieuwe termijn van zes weken begint te lopen vanaf de dag waarop hij redelijkerwijs wel in staat kan worden geacht een bezwaarschrift in te dienen.
Indien de reclamant in zijn bezwaarschrift het verlangen daartoe heeft te kennen gegeven, wordt hij vooraf door of vanwege het Uitvoeringsorgaan gehoord. Hij kan ook ambtshalve worden opgeroepen tot het verstrekken van inlichtingen of om de overwegingen te vernemen die bij het nemen van de beslissing hebben gegolden.
Het Uitvoeringsorgaan beschikt binnen zes weken na ontvangst van het bezwaarschrift. In voorkomende gevallen kan het Uitvoeringsorgaan onder schriftelijke mededeling aan de reclamant de genoemde termijn met ten hoogste zes weken verlengen. Indien het Uitvoeringsorgaan niet binnen bedoelde termijn heeft beschikt, geldt dit als een weigering om te beschikken.
Tegen een beschikking van het Uitvoeringsorgaan staat voor belanghebbende binnen zes weken na de dag waarop deze is gegeven, beroep open bij het Gerecht in eerste aanleg.
Voor zover bij of krachtens deze landsverordening niet anders is bepaald, zijn ter zake van de ingevolge deze landsverordening verschuldigde premies, die bij wege van aanslag dan wel bij wijze van inhouding worden geheven, de rechtsmiddelen die gelden in het kader van de heffing van de inkomstenbelasting, bedoeld in de Landsverordening op het beroep in belastingzaken van overeenkomstige toepassing.
De inspecteur doet op een bezwaarschrift eerst uitspraak nadat is komen vast te staan, dat geen feiten en omstandigheden in geding zijn, die tevens van belang zijn voor de heffing van inkomstenbelasting, dan wel voor zover dit wel het geval is, de beslissing daaromtrent voor de heffing van die belasting onherroepelijk is geworden.
Met betrekking tot een naheffingsaanslag, die geheel of gedeeltelijk berust op feiten die mede tot het opleggen van een navordering in de inkomstenbelasting ten laste van belanghebbende aanleiding hebben gegeven, neemt de termijn voor het instellen van beroep eerst een aanvang op de datum, waarop laatstbedoelde naheffingsaanslag onherroepelijk is komen vast te staan.
Toezichthouders zijn bevoegd inlichtingen te verlangen, voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.
Op overtreding van artikel 21, negende lid, en het niet of niet tijdig nakomen van een van de verplichtingen gesteld bij de artikelen 24, zesde en zevende lid, 30, vierde lid, 31, eerste lid, 45, eerste lid, 61, en in krachtens deze landsverordening gegeven regels wordt een administratieve boete geheven van ten hoogste vijfduizend gulden.
De werkgever, die niet voldoet aan de verplichting, opgelegd krachtens artikel 21, vijfde lid, wordt gestraft, hetzij met hechtenis van ten hoogste zes maanden, hetzij met een geldboete van de vijfde categorie, hetzij met beide straffen. Deze straffen kunnen worden opgelegd voor elk geval waarin een werkgever voor één van zijn werknemers de in dit lid bedoelde verplichting niet nakomt.
Degene, die niet voldoet aan een van de verplichtingen opgelegd in artikel 27 wordt gestraft, hetzij met hechtenis van ten hoogste zes maanden, hetzij met een geldboete van de vijfde categorie, hetzij met beide straffen.
Degene, die op grond van de bij of krachtens deze landsverordening vastgestelde bepalingen gehouden is inlichtingen of gegevens te verstrekken, een aangifte of mededeling te doen of een verklaring af te leggen en daarbij opzettelijk een valse opgave doet dan wel opzettelijk in strijd met bedoelde gehoudenheid iets verzwijgt, wordt gestraft, hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren, hetzij met een geldboete van de vijfde categorie, hetzij met beide straffen.
Degene, die op andere wijze dan door het valselijk opmaken of vervalsen van een geschrift, dat bestemd is tot bewijs van enig feit te dienen opzettelijk een opgave doet in strijd met de waarheid, met het oogmerk om aldus de verlening van zorg of een uitgebreidere verlening van zorg te verkrijgen, wordt gestraft, hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren, hetzij met een geldboete van de vijfde categorie, hetzij met beide straffen.
Overtredingen van bepalingen van een krachtens deze landsverordening vastgesteld landsbesluit, houdende algemene maatregelen, voor zover uitdrukkelijk als strafbaar feit in de zin van dit artikel aangeduid, worden gestraft, hetzij met hechtenis van ten hoogste zes maanden, hetzij met van een geldboete van de vijfde categorie, hetzij met beide straffen.
Het Uitvoeringsorgaan is voor de bij of krachtens deze landsverordening opgedragen taken geen winstbelasting verschuldigd.
Alle ingevolge deze landsverordening opgemaakte of overgelegde stukken, verzoekschriften en beschikkingen, zijn vrij van recht van zegel en formaliteit van registratie.
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van deze landsverordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze landsverordening de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.