Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT regelende de opleiding van en het examen voor landmeetkundige opnemer-tekenaars. |
Citeertitel | Landsbesluit opleiding en examens landmeetkundig opnemer-tekenaar |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | onderwijs |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 29 augustus 1978, gepubliceerd in P.B. 1978, no. 256, en in werking getreden op 28 september 1978.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 19-04-2013 AB 2013, GT no. 518 | onbekend |
Het leerplan voor de leergang tot opleiding van landmeetkundige opnemer tekenaars is als bijlage bij dit landsbesluit gevoegd.
Het Hoofd wijst de lokaliteiten aan, waar de lessen worden gegeven en geeft voorschriften omtrent het gebruik daarvan.
Tot de leergang voor landmeetkundige opnemer-tekenaars kunnen bij de aanvang van de leergang voorlopig worden toegelaten:
Tussentijdse toelating tot een lopende cursus kan door het Hoofd worden toegestaan, indien de aanvrager kan aantonen, dat hij met redelijke kans van slagen de cursus zal kunnen volgen en hij voldoet aan de in artikel 7 gestelde eisen.
Aan de cursisten, die de lessen niet geregeld bijwonen, door onvoldoende ijver of slecht gedrag het onderwijs belemmeren of het ingevolge het eerste lid van artikel 11 verschuldigde lesgeld niet tijdig voldoen, kan op voorstel van de directeur van de leergang door het Hoofd het verder volgen van de cursus worden ontzegd.
De voorzitter van de examencommissie kan op voorstel van het Hoofd, kandidaten tot het examen toelaten, die de leergang niet hebben gevolgd, mits aangenomen kan worden dat zij geschikt zijn tot het bekleden van de betrekking waarvoor de leergang opleidt en zich de kennis en ervaring hebben eigen gemaakt, die op de leergang wordt onderwezen.
De omvang van de kennis of vaardigheid, die bij het examen zal worden gevorderd, is dezelfde als die van de in het leerplan omschreven leerstof voor de leergang landmeetkundig opnemertekenaar, als bijlage bij dit landsbesluit gevoegd, voorzover deze leerstof de examenvakken betreft.
De schriftelijke en praktische opgaven worden door de examencommissie ontworpen en door de voorzitter vastgesteld.
Het oordeel over de kennis of vaardigheid van de kandidaten wordt uitgedrukt door een van de cijfers 1 tot en met 10, aan welke de volgende betekenis is te hechten:
De cijfers voor de vakken en de onderdelen van vakken kunnen worden uitgedrukt tot in tiende delen van de eenheid.
Na afloop van elk examen worden de cijfers voor de in het eerste lid van artikel 17 bedoelde groepen afgeleid uit de cijfers, welke voor de vakken, die elke groep omvat behaald zijn, volgens de regels, die daartoe door de examencommissie ingevolge het bepaalde in het derde lid van artikel 16 worden vastgesteld.
Indien een kandidaat is afgewezen, wordt hij na tenminste een jaar nog eenmaal in de gelegenheid gesteld het examen opnieuw af te leggen. Wordt hij dan weer afgewezen, dan wordt hij niet meer in de gelegenheid gesteld het examen af te leggen, tenzij de meerderheid van de examencommissie op grond van de rapporten van de leraren van oordeel is, dat van deze kandidaat normaal betere resultaten kunnen worden verwacht, in welk geval hij na tenminste een jaar opnieuw in de gelegenheid kan worden gesteld het examen af te leggen.
LEERPLAN voor de leergang tot opleiding van landmeetkundigen, behorende bij het Landsbesluit opleiding en examen landmeetkundig opnemer-tekenaar.
Cursus opleidende voor het diploma "Landmeetkundig opnemer-tekenaar".
II. Landmeetkunde en landmeetkundige berekeningen
Grondige kennis van opzet en constructie van detailmetingen, de directe lengtemeting en uitbakening van rechte lijnen, de veelhoekmeting, het uitvoeren en berekenen van waterpassingen.
Kennis en vaardigheid in het berekenen van oppervlakten van percelen:
kennis van de voorwaarden, die gesteld moeten worden bij het gebruik van de planimeter om betrouwbare uitkomsten te verkrijgen;