Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 12 van de Landsverordening drinkwater en van artikel 3, eerste en tweede lid, van de Warenlandsverordening |
Citeertitel | Landsbesluit kwaliteit drinkwater |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | bijlage [Klik hier om het document te downloaden] |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 12 september 2006, gepubliceerd in P.B. 2006, no. 72, en in werking getreden op 15 september 2006.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 754 | n.v.t. |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Bij dit landsbesluit horen de volgende bijlagen:
Hoofdstuk 2 Regels met betrekking tot de kwaliteit
De minimum kwaliteitseisen, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de landsverordening zijn opgenomen in bijlage A.
Drinkwater voldoet op de volgende punten aan de parameters die zijn opgenomen in de onderdelen I, II en III van de tabel in bijlage A:
Indien het drinkwater aan een tappunt niet voldoet aan de in artikel 5 bedoelde parameters en wordt vastgesteld dat het drinkwater bij het desbetreffende leverantiepunt van de distributeur daaraan wel voldoet, wordt ervan uitgegaan dat het niet voldoen aan bedoelde parameters wordt veroorzaakt in het intern leidingnet.
In gevallen als bedoeld in artikel 6 waarin is vastgesteld dat het niet voldoen aan de in artikel 5 bedoelde parameters wordt veroorzaakt in het intern leidingnet, nemen de producenten en distributeurs in het geval van bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, nader aan te wijzen categorieën van openbare gelegenheden, voor zover zulks in hun vermogen ligt, passende maatregelen.
Tot de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, behoren in elk geval het terstond informeren van de toezichthouder en van de eigenaar, beheerder, huurder of bewoner van het desbetreffende gebouw over de normoverschrijding en de mogelijke nadelige gevolgen voor de volksgezondheid alsmede het adviseren van deze eigenaar, beheerder, huurder of bewoner omtrent herstelmaatregelen die zij kunnen nemen.
Indien niet voldaan wordt aan de onderdelen II of III van de tabel in bijlage A, kan de minister, gehoord de toezichthouder, indien het belang van de volksgezondheid zich daartegen niet verzet en de watervoorziening in het desbetreffende gebied redelijkerwijs niet op een andere wijze kan worden voortgezet, op verzoek van de producent of distributeur ontheffing verlenen van waarden uit onderdelen II of III van de tabel in bijlage A.
Een ontheffing als bedoeld in het eerste lid kan onder beperkingen worden verleend en aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. De beperkingen en voorschriften worden gesteld in het belang van de volksgezondheid. In het belang van de volksgezondheid kan de ontheffing worden ingetrokken en kunnen de aan de ontheffing verbonden voorschriften worden gewijzigd, aangevuld of ingetrokken.
In het geval, bedoeld in het zesde lid, kan de minister op verzoek van de houder van de ontheffing besluiten tot verlenging van de periode waarvoor de ontheffing geldt. Het eerste tot en met vijfde lid is van overeenkomstige toepassing. Nadien is in uitzonderlijke gevallen op overeenkomstige wijze verlenging mogelijk.
Indien de minister, gehoord de toezichthouder, van oordeel is dat de overschrijding van de parameterwaarde van onderdelen II of III onbeduidend is en indien herstelmaatregelen overeenkomstig artikel 13, eerste lid, onderdeel c, van de landsverordening, het probleem binnen maximaal 30 dagen kunnen beëindigen, is artikel 8 niet van toepassing.
De minister, die van de in het eerste en tweede lid bedoelde afwijkingsmogelijkheden gebruik maakt, zorgt ervoor dat de betrokken afnemers zo spoedig mogelijk naar behoren over het besluit omtrent de afwijking en de daaraan verbonden voorwaarden worden geïnformeerd. Bovendien zorgt de minister ervoor dat specifieke bevolkingsgroepen waarvoor de afwijking een speciaal risico kan opleveren zo nodig advies wordt verstrekt.
Hoofdstuk 3 Regels met betrekking tot de waarborging van de kwaliteit
De risicoanalyse wordt elke vijf jaar uitgevoerd of zoveel eerder als grote veranderingen in de productie- of distributievoorzieningen die van invloed kunnen zijn op de kwaliteit en continuïteit van de productie of distributie van drinkwater, daartoe naar het oordeel van de minister aanleiding geven.
De producent of distributeur stelt vast, beheert en onderhoudt een kwaliteitsborgingsysteem, dat deel uit maakt van het beheersplan. Een kwaliteitsborgingsysteem omvat ten minste een voortdurende bewaking van de kwaliteit en de continuïteit, een calamiteitenplan waarin onder meer opgenomen de herstelmaatregelen, welke instanties gemeld moeten worden bij calamiteiten en de voorlichting aan de verbruikers.
De artikelen 11 en 12 zijn van overeenkomstige toepassing voor eigenaren of beheerders waar logies kan worden geboden aan meer dan 50 personen.
In het kader van de waarborging van de kwaliteit van het drinkwater controleert de producent of distributeur van een openbare watervoorziening de rechtstreeks of indirect op het leidingnet van zijn bedrijf aangesloten woninginstallaties, interne watervoorzieningen en interne leidingnetten op gevaar voor verontreiniging van het leidingnet van zijn bedrijf.
Hoofdstuk 4 Regels met betrekking tot de controle van de kwaliteit
In de bijlagen B, C, D en E is ter uitvoering van artikel 12, derde lid, van de landsverordening opgenomen wie, waar, wanneer en op welke wijze wordt gecontroleerd ten einde vast te stellen of drinkwater voldoet aan de bij artikel 12, eerste lid, van de landsverordening en aan de krachtens artikel 12, tweede lid, van de landsverordening bij dit landsbesluit gestelde eisen.
De producent of distributeur van een openbare of interne watervoorziening stelt voorafgaand aan het tijdstip van ingebruikneming van een watervoorziening een meetprogramma op dat representatief is voor de gehele productievoorziening respectievelijk het gehele waterleidingnet met in achtneming van de in bijlage B opgenomen tabellen I en II.
Het in het eerste lid bedoelde meetprogramma behoeft de goedkeuring van de toezichthouder alvorens de desbetreffende watervoorziening in gebruik wordt genomen. Goedkeuring vooraf is niet nodig indien de ingebruikneming van de watervoorziening in het belang is van afnemers en gebruikers mits de volksgezondheid niet in gevaar wordt gebracht. De toezichthouder kan aangeven in welke vorm het meetprogramma ter goedkeuring dient te worden voorgelegd.
De producent of distributeur, bedoeld in het eerste lid, laat onderzoeken of onderzoekt het water in de frequentie en op de plaatsen zoals aangegeven in het goedgekeurde meetprogramma, bedoeld in het eerste lid. Zolang geen gevolg is gegeven aan een op grond van het eerste lid bestaande verplichting tot het opstellen van een meetprogramma, verricht de producent of distributeur metingen overeenkomstig de in bijlage B opgenomen tabellen I, II en III, tenzij de toezichthouder anders bepaalt.
Voor micro-organismen, parasieten of stoffen die niet zijn genoemd in de in bijlage A opgenomen onderdelen I, II en III, verricht de producent of distributeur van een openbare of interne watervoorziening metingen indien er aanwijzingen zijn om aan te nemen dat deze aanwezig zijn in aantallen per volume eenheid of concentraties die nadelige gevolgen voor de volksgezondheid kunnen hebben.
De toezichthouder kan bepalen dat door hem aangegeven parameters, genoemd in tabel I van bijlage B, frequenter worden onderzocht dan in tabel II van bijlage B is aangegeven. Tevens kan hij bepalen dat andere dan de in tabel I van bijlage B genoemde, door hem aangegeven parameters, onderzocht worden in een door hem aangegeven frequentie, indien dat naar zijn oordeel van belang is voor het verkrijgen van voldoende inzicht in de kwaliteit van het water.
De producent of distributeur van een openbare of interne watervoorziening die drinkwater van een ander betrekt teneinde dit zonder behandeling aan derden ter beschikking te stellen, onderzoekt dit ter plaatse waar hij dit water betrekt overeenkomstig de tabellen I en II, opgenomen in bijlage B. Indien in dit geval drinkwater wordt betrokken van een andere openbare watervoorziening kan de toezichthouder toestaan dat bedoeld onderzoek op andere, door hem aan te geven wijze wordt uitgevoerd.
In alle overige gevallen dan bedoeld in het eerste lid, worden de monsters aan de tappunten genomen, met uitzondering van de monsters waarvan in tabel I van bijlage B is aangegeven voor welke parameters de monsters of een deel daarvan ter plaatse van de inname van het gebruikte grondwater of oppervlaktewater dan wel na behandeling mogen worden genomen.
Zo lang geen gevolg is gegeven aan een op grond van artikel 16, eerste lid, bestaande verplichting tot het opstellen van een meetprogramma, verricht de producent of distributeur, bedoeld in het eerste lid, metingen overeenkomstig de in bijlage B opgenomen tabel III, tenzij de toezichthouder anders bepaalt.
De producent of distributeur houdt de in artikelen 16 tot en met 19 bedoelde resultaten van de aldaar bedoelde onderzoeken gedurende vijf jaar onder zich.
In afwijking van het eerste lid, tweede volzin, kan de minister, gehoord de Inspectiedienst VSA, op verzoek van degene die de analyses uitvoert, toestaan dat van alternatieve analysemethoden gebruik wordt gemaakt, indien deze naar zijn oordeel minstens even betrouwbaar zijn als de analysemethoden, als bedoeld in het eerste lid. Bij zijn verzoek verstrekt de aanvrager alle voor de beoordeling van de alternatieve analysemethode relevante gegevens in de door de Inspectiedienst VSA aangegeven vorm.
Hoofdstuk 5 Voorschriften voor laboratoria
Het analyseren van monsters, voorgeschreven in dit landsbesluit, geschiedt uitsluitend door een laboratorium dat een kwaliteitsborgingsysteem hanteert dat minimaal gebaseerd is op ISO-norm 17025 of een gelijkwaardige norm en dat daarvoor overeenkomstig die norm geaccrediteerd is.
Een gelijkwaardige norm als bedoeld in artikel 23 wordt uitsluitend toegepast na daartoe verkregen toestemming van de minister, gehoord de Inspectiedienst VSA. Bij de aanvraag worden alle gegevens die voor de beoordeling van de gelijkwaardigheid met de bedoelde norm relevant zijn, in de door de Inspectiedienst VSA aangegeven vorm aan hem overgelegd.
Hoofdstuk 6 Voorschriften met betrekking tot het personeel van producenten en distributeurs
De producent of distributeur draagt de in artikel 27 bedoelde personeelsleden niet op, de in dat lid bedoelde werkzaamheden te verrichten, noch laat hij toe, dat zodanige personen deze werkzaamheden verrichten, indien het voorgeschreven geneeskundig onderzoek niet heeft plaatsgevonden.
De producent en distributeur dragen zorg dat een arts is belast met het periodieke geneeskundige onderzoek van die leden van het personeel bij zijn bedrijf, die geregeld werkzaamheden verrichten bij aanleg, herstel, onderhoud of controle van middelen tot behandeling, opslag, vervoer of distributie van drinkwater, voor zover zij bij het verrichten van deze werkzaamheden middellijk of onmiddellijk het drinkwater kunnen besmetten.
Ten aanzien van personeelsleden, die wegens een van de volgende ziekten, Febris typhoïdea, paratyfus B (salmonellose Schotmüller), andere salmonellosen, dysenteria amoebica, dysenteria bacillaris, hepatitis infectiosa, poliomyelitis anterior acuta, geen werkzaamheden verrichten, wordt een geneeskundig onderzoek als bedoeld in artikel 27, eerste lid, ingesteld, alvorens zij weer te werk worden gesteld.
Het geneeskundig onderzoek, bedoeld in artikel 27, dat wordt verricht met betrekking tot de personeelsleden, anders dan in de gevallen, als bedoeld in het eerste en tweede lid, omvat zodanige onderzoekingen, als de Inspectiedienst VSA nodig oordeelt. De Inspectiedienst VSA kan bepalen, dat deze onderzoekingen meermalen of periodiek worden verricht.
Degene die belast is met het geneeskundige onderzoek, is verplicht:
de toezichthouder onverwijld in kennis te stellen van de resultaten daarvan, indien blijkt, dat besmetting met bacteriën van de geslachten Salmonella of Shigella aanwezig is of anamnestische verdenking bestaat betreffende besmetting met de verwekker van febris typhoïdea, paratyfus B (salmonella Schotmüller) of dysenteria amoebica;
De producent of distributeur kan tegen een beslissing als bedoeld in de artikelen 27, tweede lid en 28, eerste lid, onder b, derde lid, onder b, en vierde lid, bij de minister administratief beroep instellen. Het beroep schorst de verplichting tot het voldoen aan de beslissing, tenzij de Inspectiedienst VSA daarbij heeft bepaald, dat zij ongeacht beroep moet worden uitgevoerd.
De producenten en distributeurs dragen zorg voor het opstellen, regelmatig voorlichten en hanteren van hygiënische richtlijnen voor het personeel, dat geregeld werkzaamheden verricht bij aanleg, herstel, onderhoud of controle van middelen tot behandeling, opslag, vervoer of distributie van drinkwater, voor zover zij bij het verrichten van deze werkzaamheden middellijk of onmiddellijk het drinkwater kunnen besmetten.
Hoofdstuk 7 Voorschriften met betrekking tot materialen en chemicaliën
Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 2, 3 en 4, draagt de producent of distributeur zorg dat de materialen en chemicaliën die gebruikt worden bij de winning, bereiding, de behandeling, de opslag, het transport of de distributie van drinkwater en de wijze waarop deze worden toegepast, er niet toe leiden dat deze materialen en chemicaliën:
Aan de in artikel 35, eerste lid, onder b, en tweede lid juncto het eerste lid, onder b, gestelde eis wordt voldaan voor zover het betreft materialen en chemicaliën:
waarvoor door de minister erkende of daarmee gelijkwaardige kwaliteitsverklaringen zijn afgegeven, mits deze materialen en chemicaliën overeenkomstig deze kwaliteitsverklaringen worden gebruikt of toegepast en is vastgesteld dat zij geschikt zijn voor gebruik onder de hier te lande heersende klimatologische omstandigheden voor drinkwater dat uit zeewater wordt gewonnen;
Hoofdstuk 8 Voorschriften met betrekking tot rapportage
Voor de verplichting, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, van de landsverordening, geldt voor de in onderdeel III van bijlage A opgenomen parameters een rapportageplicht aan de toezichthouder direct na drie gemeten normafwijkingen binnen een periode van een week. Bij continue meting van de parameter geschiedt de melding bij gemeten overschrijding op drie verschillende dagen binnen een week.
De producent of distributeur belast met de drinkwatervoorziening geeft in de eerste maand van elk nieuw kwartaal een systematisch overzicht van de resultaten van de metingen, bedoeld in de artikelen 16 tot en met 19, het optreden van incidenten en calamiteiten, de wijze van handelen na het constateren van deze calamiteiten van het voorgaande kwartaal. De toezichthouder kan aangeven in welke vorm dat dient te geschieden.
Hoofdstuk 9 Voorschriften met betrekking tot de voorlichting door de producenten en distributeurs van drinkwater aan hun afnemers en gebruikers
In gevallen als bedoeld in artikel 8 informeert de producent of distributeur de verbruikers over de ontheffingverlening en de normoverschrijding en adviseert hij hen omtrent de maatregelen die zij kunnen nemen om nadelige gevolgen voor de gezondheid te voorkomen, tenzij de toezichthouder van oordeel is dat de normoverschrijding geen nadelige gevolgen heeft voor de gezondheid en het welzijn van de verbruikers en voor aan de verbruikers toebehorende goederen. Zo nodig wordt speciale aandacht besteed aan specifiek gevoelige bevolkingsgroepen over door hen te nemen maatregelen ter bescherming van hun gezondheid.
Indien onderhoud aan de watervoorzieningen gepleegd moet worden en de kwaliteit of continuïteit van de productie of distributie van drinkwater verstoord kan worden, dan dienen door producenten of distributeursbij regulier onderhoud: de gebruikers minimaal twee dagen vooraf te worden gewaarschuwd, bij onvoorziene omstandigheden inzake het onderhoud: de gebruikers zo snel en adequaat mogelijk, bijvoorbeeld via de media, te worden geïnformeerd.
De producent of distributeur, die op grond van artikel 16 verplicht is tot het opstellen van een meetprogramma, stelt jaarlijks voor 1 april een overzicht op van de kwaliteit van het door hem geleverde drinkwater in het voorgaande kalenderjaar, dat bedoeld is voor afnemers en gebruikers. Dit overzicht is openbaar en ligt ter inzage op een voor een ieder toegankelijke plaats.