Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSBELUIT tot instelling van een Nationale Coördinerende Raad voor Zeeonderzoek en Zeeaktiviteiten in Sint Maarten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSBELUIT tot instelling van een Nationale Coördinerende Raad voor Zeeonderzoek en Zeeaktiviteiten in Sint Maarten
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorregering
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 4 april 1990, gepubliceerd in P.B. 1990, no. 29, en in werking getreden op 5 mei 1990.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Geconsolideerde tekst (GT)

15-03-2013

AB 2013, GT no. 184

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUITtot instelling van een Nationale Coördinerende Raad voor Zeeonderzoek en Zeeaktiviteiten in Sint Maarten

 

 

Artikel 1

De Raad heeft tot taak:

  • 1.

    Het gevraagd of op eigen initiatief de regering van Sint Maarten van advies dienen omtrent alle aangelegenheden betreffende zeeonderzoek en zeeaktiviteiten binnen de wateren van Sint Maarten.

  • 2.

    Het opstellen van een beheers- en beleidsplan voor zeeonderzoek en zeeaktiviteiten in Sint Maarten.

  • 3.

    Het geven van voorlichting aan het publiek met betrekking tot zeeonderzoek en zeeaktiviteiten.

  • 4.

    Het verwerven en toewijzen van internationale fondsen voor zeeonderzoek en zeeaktiviteiten.

  • 5.

    Het entameren van multidisciplinair zeeonderzoek en zeeaktiviteiten welke door de verschillende bestaande organen niet zelfstandig gedaan kunnen worden.

  • 6.

    Het bevorderen van onderzoek en het formuleren van aanbevelingen inzake milieutechnische aspecten en behoud beheer, en bescherming van onderwaterrijkdommen, zowel organisch als anorganisch.

  • 7.

    Het assistentie verlenen aan Sint Maarten op het gebied van de identificatie van onderzoeksprioriteiten.

  • 8.

    Het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande in de meest ruime zin des woords verband houdt.

Artikel 2
  • 1.

    In de Raad zijn meerdere disciplines vertegenwoordigd.

De Raad bestaat uit personen die werkzaam zijn op het gebied van marien onderzoek, mariene technologie en aanverwante relevante disciplines.

  • 2.

    De Raad telt tenminste vijf en ten hoogste elf leden.

  • 3.

    De functies van voorzitter en secretaris worden onderling verdeeld.

Artikel 3
  • 1.

    [vervallen]

  • 2.

    Benoeming, schorsing en ontslag van de leden van de Raad geschiedt bij landsbesluit, op aanbeveling van de Raad.

Artikel 4

De Raad legt de regeling van haar werkzaamheden vast in een reglement dat de goedkeuring behoeft van de Minster van Onderwijs,Cultuur, Jeugd en Sport, hierna te noemen, de minister.

Artikel 5

De Raad is bevoegd om zo dikwijls zij dit nodig oordeelt deskundigen met bepaalde werkzaamheden te belasten.

Artikel 6

De ministeries verschaffen de Raad alle informatie, die noodzakelijk is om de Raad in staat te stellen te adviseren omtrent de in artikel 1 bedoelde aangelegenheden.

Artikel 7

De minister kan nadere voorschriften uitvaardigen ter uitvoering van dit landsbesluit.

Artikel 8
  • 1.

    De leden van de Raad genieten voor het bijwonen van de vergaderingen vergoeding van NAƒ 30,- per vergadering.

  • 2.

    Meerdere vergaderingen op dezelfde dag gehouden, worden tezamen als één vergadering aangemerkt.

Artikel 9
  • 1.

    [vervallen]

  • 2.

    [vervallen]

Artikel 10

De Raad dient elk jaar een begroting, betreffende de door de Raad te verrichten voorbereidingen en werkzaamheden, aan de minister voor te leggen.