Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 114, tweede lid, van het Landsbesluit toezicht luchtvaart |
Citeertitel | Regeling implementatie reductie verticale separatie van 2.000 naar 1.000 voet |
Vastgesteld door | Minister van Toerisme_x002C_ Economische Zaken_x002C_ Verkeer en Telecommunicatie |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 3 februari 2005, gepubliceerd in P.B. 2005, no. 21,is in werking getreden op 26 februari 2005 en werkt terug tot en met 20 januari 2005.
De bijlage ligt ter inzage bij de dienst Lucht- en Scheepvaart.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010
Landsbesluit toezicht luchtvaart, artikel 114
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 28-02-2013 AB 2013, GT no. 464 | n.v.t. |
In deze regeling wordt verstaan onder:
maintenance vlucht: een vlucht uitgevoerd met een luchtvaartuig welke eerder goedgekeurd was om vluchten uit te voeren in het RVSM luchtruim die in verband met het onbruikbaar worden van een apparatuur (vereist voor de uitvoering van vluchten in het RVSM-luchtruim) toegelaten wordt om te vliegen naar een onderhoudsfaciliteit waar herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd teneinde te voldoen aan RVSM vereisten of goedkeuring te verkrijgen om vluchten uit te mogen voeren in het RVSM-luchtruim;
De verticale separatie tussen luchtvaartuigen in het RVSM –luchtruim is minimaal 1.000 voet, mits de luchtvaartuigen die verticaal van elkaar gescheiden dienen te worden, goedgekeurd zijn om vluchten uit te voeren in het RVSM-luchtruim en er geen sprake is van bijzonderheden als bedoeld in artikel 14 die kunnen leiden tot de opschorting van RVSM. Indien zulks niet het geval is, dient een verticale separatie van minimaal 2.000 voet te worden aangehouden.
Door de directie wordt een register bijgehouden van alle nationale luchtvaartuigen en luchtvaartuigen die vluchten uitvoeren met een vergunning tot vluchtuitvoering als bedoeld in artikel 10 van de Luchtvaartlandsverordening of een LOA als bedoeld in artikel 8, die goedgekeurd zijn om vluchten uit te voeren in het RVSM-luchtruim.
Voor het uitvoeren van vluchten binnen het RVSM luchtruim van het vluchtinformatiegebied Sint Maarten, worden de procedures ten aanzien van luchtverkeersleiding neergelegd in "Section G" van de bij deze regeling behorende bijlage in acht genomen.
De gebruikers van een luchtvaartuig implementeren conform de richtlijnen neergelegd in "Section H" van de bij deze regeling behorende bijlage een geschikt "monitoring" programma teneinde te garanderen dat voldaan wordt aan de vereisten met betrekking tot "height keeping performance".
Voor verticale en laterale afwijkingen als bedoeld in paragraaf a, onderdeel 2, van "Section I" van de bij deze regeling behorende bijlage wordt het formulier getiteld "RVSM-1 FORM-RVSM incident report" neergelegd in paragraaf a van deze "Section" behoorlijk ingevuld.
De aanvraag om goedkeuring te verkrijgen teneinde vluchten te mogen uitvoeren in het RVSM-luchtruim door niet goedgekeurde luchtvaartuigen, geschiedt door indiening bij de directie van een behoorlijk ingevuld en door de aanvrager ondertekend formulier getiteld "RVSM-2 Form- Application for RVSM approval for aircraft without approval", waarvan het model in paragraaf b van "Section I" van de bij deze regeling behorende bijlage is neergelegd.
De aanvraag om goedkeuring te verkrijgen teneinde vluchten te mogen uitvoeren in het RVSM-luchtruim door goedgekeurde luchtvaartuigen, geschiedt door indiening bij de directie van een behoorlijk ingevuld en door de aanvrager ondertekend formulier getiteld "RVSM-3 Form-Application for RVSM approval for aircraft with approval", waarvan het model in paragraaf b van "Section I" van de aan deze regeling gevoegde bijlage is neergelegd.
De directie houdt zich bij het verlenen van een LOA aan gebruikers van luchtvaartuigen niet zijnde luchtvaartmaatschappijen die vluchten wensen uit te voeren in het RVSM-luchtruim, aan de richtlijnen opgenomen in paragraaf c van "Section I" van de bij deze regeling behorende bijlage.
De gebruiker van een luchtvaartuig die een monitoring vlucht wenst uit te voeren door gebruik te maken van de "height monitoring units", verzendt een behoorlijk ingevuld formulier getiteld "RVSM HMU MONITORING PROFORMA-RVSM 5 FORM", waarvan het model in "Section I" van de bij deze regeling behorende bijlage is neergelegd, naar de monitoring service provider.
De gebruiker van een luchtvaartuig verzendt voordat een vlucht wordt uitgevoerd het formulier getiteld "Flight Information Form (FIF)" opgenomen in paragraaf f van "Section I" van de bij deze regeling gevoegde bijlage naar een "GMU monitoring service provider".
Alle gebruikers van een luchtvaartuig die een verzoek hebben ingediend voor het uitvoeren van vluchten in het RVSM luchtruim implementeren conform "Section J" van de bij deze regeling behorende bijlage, door de directie goedgekeurde opleidingsprogramma’s voor piloten, vluchtadviseurs ("flight dispatchers") en onderhoudspersoneel die betrokken zijn bij de uitvoering van zulke vluchten ten einde te garanderen dat dit personeel de benodigde training heeft gevolgd en haar taken naar behoren uitoefent.