Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Deventer

Nadere subsidieregels WCO, onderdeel Cultuur

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Deventer
Officiële naam regelingNadere subsidieregels WCO, onderdeel Cultuur
CiteertitelNadere subsidieregels WCO, onderdeel Cultuur
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp14.1

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Oorspronkelijk besluit B&W d.d. 26 februari 2002; historie mogelijk niet compleet.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200317-06-2008Onbekend

25-06-2002

Gemeenteblad, 2002-09-24

Onbekend
01-01-2003Onbekend

25-06-2002

Gemeenteblad, 2002-09-24

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere subsidieregels WCO, onderdeel Cultuur(artikel 1.3. en artikel 9, lid 2 van de Algemene Subsidieverordening)

Hoofdstukindeling:

Nadere subsidieregels voor de subsidieverlening aan kleine culturele evenementen (kleintje cultuur).

Nadere subsidieregels jeugdtheater in buurten

Nadere subsidieregels kleine culturele organisaties

Nadere subsidieregels volksfeesten

Nadere subsidieregels voor de amateurkunst

Algemeen.

  • 0.1.

    Deze nadere subsidieregels zijn gebaseerd op Titel 4.2 (Subsidies van de Algemene wet bestuursrecht) en op de algemene subsidieverordening Deventer 2000.

  • 0.2.

    De nadere subsidieregels worden alleen maar toegepast voor zover de Raad van de gemeente Deventer de middelen voor de uitvoering beschikbaar heeft gesteld. De bedragen die beschikbaar worden gesteld zijn tevens het maximum wat aan subsidie per nadere subsidieregel kan worden toegekend.

  • 0.3.

    Subsidieontvangers zijn verplicht het college van burgemeester en wethouders of door dit college aan te wijzen ambtenaren, toegang te verlenen tot activiteiten die direct of indirect worden gesubsidieerd.

Hoofdstuk 1. Nadere subsidieregels voor de subsidieverlening aan kleine culturele evenementen (kleintje cultuur).

1. Reikwijdte:

  • 1.1

    Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen ten behoeve van incidentele evenementen met publieke presentaties van kunstproducten (optredens, voorstellingen, exposities, e.d.) of aan culturele onderdelen van “algemene” evenementen.

2. Algemene subsidievoorwaarden:

  • 2.1

    Zowel voor de culturele evenementen als voor de culturele onderdelen van algemene evenementen geldt, dat subsidiering mogelijk is:

  • »

    Voorzover deze naar het oordeel van burgemeester en wethouders voldoende kwaliteit hebben. Voldoende kwaliteit wil zeggen: een hoofdzakelijk door of onder leiding van beroepsmatig werkende kunstenaars uitgevoerd programma, dan wel een programma dat wordt uitgevoerd door diverse te goeder naam en faam bekend staande amateur-groepen.

  • »

    Voorzover deze niet behoort tot het aanbod dat valt binnen de reguliere (gesubsidieerde taak van de aanvragende organisatie of van een andere instelling in de gemeente.

  • 2.2

    Het evenement moet incidenteel van karakter zijn en dus niet periodiek (als onderdeel van een jaarprogrammering) worden georganiseerd. Wanneer het evenement bestaat uit verschillende optredens tijdens verschillende dagen, die in een bepaald kader plaatsvonden (hiervoor wordt ook in een keer publiciteit gemaakt), dan worden de gezamenlijke optredens als een evenement beschouwd en niet elk van de optredens. Ook jaarlijks terugkerende evenementen kunnen in aanmerking komen.

  • 2.3

    De subsidie kan uitsluitend worden verleend voor een evenement dat in de gemeente Deventer plaats vindt en openbaar toegankelijk is voor Deventer publiek.

  • 2.4

    De subsidie kan alleen worden verleend voor evenementen met een openbaar karakter. Er moet in het openbaar bekendheid aan worden gegeven en er moet in principe aan iedereen toegang worden verleend.

  • 2.5

    De subsidie kan slechts dan worden verleend aan organisaties, die van gemeentewege structureel gesubsidieerd worden en als aparte post zijn opgenomen in de gemeentebegroting, indien het evenement duidelijk aanvullend is op de bestaande taak en programmering en de instelling substantieel bijdraagt in de kosten.

  • 2.6

    De mogelijkheden voor het verkrijgen van inkomsten buiten de gemeentesubsidie moeten optimaal worden benut. Een deel van de uitgaven moet worden gedekt door andere inkomsten dan de gemeentesubsidie (bijv. entrees). Voor binnenevenementen (wel intree) is dit 1/3 deel, voor buitenevenementen (geen entree) is dit tenminste ¼ deel van de kosten.

3. Aanvraag subsidie:

  • 3.1.

    In de begroting kunnen alleen posten worden opgenomen, die direct verband houden met het culturele karakter van het evenement. Uitgaven aan meewerkende amateur-groepen mogen slechts onkostenvergoedingen betreffen.

  • 3.2.

    De begroting dient reëel te worden opgesteld; zij wordt ook zodanig getoetst. De hoogte van de gages en de verdere uitgaven moeten in verhouding zijn met de totale kosten. Een eventuele “post onvoorzien” mag ten hoogste 5% van de totale kosten bedragen.

  • 3.3.

    Aanvragen voor een bepaalde periode worden zoveel mogelijk in een keer in behandeling genomen zodat naast toetsing op de formele criteria een inhoudelijke afweging op grond van de genoemde prioriteiten mogelijk wordt gemaakt. De perioden zijn:

  • »

    Januari, februari, maart en april, aanvragen voor 1 oktober daaraan voorafgaand.

  • »

    Mei, juni, juli en augustus, aanvragen voor 1 februari daaraan voorafgaand.

  • »

    September, oktober, november en december, aanvragen voor 1 juni daaraan voorafgaand.

4. Subsidieverlening:

  • 4.1.

    Aan maximaal twee evenementen kan een subsidie van maximaal €4.500 worden toegekend; aan maximaal zeven evenementen kan een subsidie van maximaal €2.250 worden toegekend; voor het resterende budget (minimaal €18.000) wordt per evenement maximaal €1.000 toegekend.

  • 4.2

    Eenderde van het jaarlijkse budget wordt –met uitzondering van de bedragen voor een groter evenement (twee maal €4.500)- gereserveerd voor evenementen in de maanden januari t/m april; eenderde voor de maanden mei t/m augustus; en eenderde voor de maanden september t/m december.

  • Indien in enige periode van vier maanden niet het gereserveerde deel van het budget aan subsidies is verleend, wordt het restant van die periode doorgeschoven naar de volgende periode van vier maanden in dat jaar. Indien voor het eind van het jaar het totale jaarbudget aan subsidies is verleend, worden eventuele volgende aanvagen voor evenementen in dat jaar niet in behandeling genomen.

  • 4.3

    Aan subsidieverlening in het kader van deze regeling wordt de voorwaarde verbonden dat bij publiciteit over de activiteit duidelijk melding wordt gemaakt van de financiële steun van de gemeente Deventer.

Hoofdstuk 2:

Nadere subsidieregels jeugdtheater in buurten

1. Reikwijdte:

  • 1.1

    Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verlenen ten behoeve van het geven van voorstellingen door professionele groepen voor jeugdtheater en vormingstheater.

2. Bijzondere subsidievoorwaarden:

  • 2.1

    Voor subsidieverlening krijgen uitvoeringen van groepen uit Overijssel of Gelderland voorrang.

  • 2.2

    De subsidie wordt uitsluitend verleend aan instellingen, die zich tot doel stellen om sociaal culturele activiteiten in buurten uit te voeren. Daartoe behoren onder meer: wijkcentra, club en buurthuizen, speeltuinverenigingen en jeugdverenigingen.

3. Aanvraag subsidie:

  • 3.1

    De subsidie dient minimaal 6 weken voor de uitvoering van de voorstelling te worden aangevraagd.

4. Subsidieverlening:

  • 4.1.

    De subsidie bedraagt ¾ deel van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten van de theatervoorstelling(en). Bovendien is de subsidie niet hoger dan het werkelijk tekort (te weten de kosten van de voorstelling minus de niet als subsidie verkregen inkomsten) en bedraagt deze in elk geval nimmer meer dan €340.

Hoofdstuk 3:

Nadere subsidieregels kleine culturele organisaties

1. Reikwijdte.

  • 1.1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan organisaties met als doelstelling het organiseren van culturele activiteiten in brede zin of de toegang daartoe voor Deventer burgers jaarlijks subsidie verlenen.

  • 1.2.

    Subsidie kan worden aangevraagd voor activiteiten met een (historisch) culturele inhoud en/of deze ontsluiten voor het publiek en voor zover deze passen in het beleid van de gemeente.

2. Algemene voorwaarden.

  • 2.1.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een organisatie een of meerdere jaren geen subsidie te verlenen indien de vermogenspositie van de betreffende organisatie daartoe aanleiding geeft.

  • 2.2.

    Voor subsidieverlening komen de volgende organisaties in aanmerking:

  • »

    Folkstichting

  • »

    Stichting Musora

  • »

    C.C.O.D.

  • »

    Stichting kunst en cultuur Overijssel

  • »

    Hervormde gemeente

  • »

    Etty Hillesum centrum

  • »

    IJsselakademie

  • »

    Archeologische werkgemeenschap

  • »

    Stichting Dorpsarchief Schalkhaar.

  • »

    St. Deventer Omroep

Hoofdstuk 4:

Nadere subsidieregels volksfeesten

1. Reikwijdte:

  • 11.

    Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen aan organisaties die volksfeesten organiseren.

  • 1.2

    Volksfeesten zijn evenementen die met een beroep op traditie jaarlijks worden gehouden.

2. Algemene voorwaarden:

  • 2.1

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een organisatie een of meerdere jaren geen subsidie te verlenen indien de vermogenspositie van de betreffende organisatie daartoe aanleiding geeft.

  • 2.2

    Voor subsidieverlening komen de volgende organisaties in aanmerking:

    • »

      Deventer Oranjevereniging

    • »

      Comité nationale herdenking

    • »

      Oranjevereniging Diepenveen

    • »

      Koninginnedagviering Diepenveen

    • »

      Deventer-uit-festival

    • »

      Pinksterkroonfeesten

Hoofdstuk 5

Nadere subsidieregels voor de amateurkunst.

1. Reikwijdte

  • 1.1.

    De subsidieregeling Amateurkunst heeft tot doel de deelname aan en de ontwikkeling van amateurkunst te stimuleren en te ondersteunen en kunstactiviteiten mogelijk te maken. Burgemeester en wethouders kunnen aan een organisatie een waarderingssubsidie verlenen voor activiteiten in het kader van amateuristische kunstbeoefening.

  • 1.2

    Amateurverenigingen en -groepen statutair gevestigd in de gemeente Deventer kunnen een beroep doen op deze regeling. Het college van burgemeester en wethouders verstaat onder “amateurs” diegenen die zonder betaling en/of winstoogmerk een vorm van kunst beoefenen.

  • 1.3

    De regeling treedt in werking per 1 januari 2003.

  • 1.4

    In een overgangsperiode van maximaal 3 jaar zal, waarop grond van veranderde toekenningscriteria het subsidiebedrag voor een vereniging meer of minder dan € 500 afwijkt van het subsidiebedrag dat werd toegekend in het voorgaande jaar als uitvloeisel van de voorafgaande regeling (exclusief concert- of concourssubsidie), het verschil per jaar maximaal € 500 zijn.

  • 1.5

    Na drie jaar zal de regeling worden geëvalueerd.

2. Structurele en projectsubsidie

De subsidieregeling Amateurkunst kent twee vormen van ondersteuning. Dit zijn:

  • 2.1.

    Structurele subsidie: jaarlijkse bijdrage in de kosten van reguliere activiteiten van organisaties op het terrein van amateurkunstbeoefening, die werken op non-profit basis (bijvoorbeeld verenigingen). Deze subsidie is niet bestemd voor organisaties die uitsluitend op projectbasis werken. Structurele subsidies zijn maximumbedragen.

  • 2.2.

    Projectsubsidie: bijdrage in de kosten van eenmalige presentaties, c.q. activiteiten die op projectbasis worden ondernomen. Projectsubsidies zijn variabele bedragen.

3. Algemene voorwaarden

  • 3.1.

    Aanvragen kunnen worden ingediend door organisaties die rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht bezitten (verenigingen, stichtingen). Er is geen sprake van commercieel oogmerk.

  • 3.2.1

    Aanvragers dienen werkzaam te zijn in de volgende gebieden van amateurkunstbeoefening:

  • muziek, zang, dans, toneel, opera/operette, literatuur, beeldende kunst, fotografie, nieuwe media.

  • 3.3.

    Onder lid wordt verstaat een lid dat actief deelneemt aan de artistieke activiteiten van een organisatie (werkend lid) en tenminste € 30 per jaar aan contributie betaalt. Peildatum is 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar. Donateurs, ereleden en andere niet-actieve leden vallen hier niet onder.

  • 3.4.

    De hoofdvestiging van de amateurkunstvereniging moet zich in de gemeente Deventer bevinden en de hoofdactiviteiten moeten gericht zijn op Deventer.

  • 3.5.

    Om voor een structurele subsidie in aanmerking te komen dient de organisatie aangesloten te zijn bij de Culturele Raad Deventer.

4.Structureel aanbod

De subsidie voor structureel aanbod bestaat uit de volgende bestanddelen:

  • 4.1

    Basissubsidie: een gestandaardiseerd bedrag van € 600 per organisatie.

  • Hafabra-verenigingen met tenminste 40 actieve leden ontvangen boven op de basissubsidie nog een bedrag (dirigentenvergoeding) van € 1.000.

  • 4.2

    Ledensubsidie: een bedrag per actief lid, gedifferentieerd per tak van amateurkunstbeoefening, te weten: € 40 voor muziek; € 25 voor zang; € 20 voor toneel, dans, literatuur, beeldende kunst, fotografie, nieuwe media. Verenigingen met verschillende disciplines dienen het aantal leden per discipline op te geven. Hierin mogen geen dubbeltellingen voorkomen.

5.Incidenteel aanbod

Per presentatie of activiteit kan een subsidie van maximaal € 1.000 beschikbaar worden gesteld. Het toe te kennen subsidiebedrag is niet hoger dan 75% van de kosten.

De projectsubsidie voor de Deventer Opera- en Operettevereniging is maximaal € 3.000 per jaar.

Indien een vereniging eens in de twee of drie jaar een grotere voorstelling verzorgt dan kan de vereniging voor die presentatie tot maximaal driemaal de projectsubsidie van ten hoogste € 1.000 ontvangen onder de voorwaarde dat de vereniging dan in het (de) daaropvolgend(e) jaar (jaren) geen beroep doet op een projectsubsidie (zie art. 6).

6. Maximaal tweemaal per projectsubsidie

Een organisatie kan maximaal tweemaal per jaar voor een normale projectsubsidie in aanmerking komen, afhankelijk van de toereikendheid van het hiervoor bestemde budget.

7. Subsidievoorwaarden projectsubsidie

Om voor een projectsubsidie in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden:

  • 7.1.

    Het project is van artistiek-culturele aard.

  • 7.2.

    Het project heeft betekenis voor de stad Deventer. Dit houdt in dat de deelnemers woonachtig zijn in de gemeente Deventer, dan wel dat de activiteit in Deventer plaatsvindt.

  • 7.3.

    De activiteit dient openbaar toegankelijk te zijn.

  • 7.4.

    In het algemeen zijn die kosten subsidiabel die in direct verband staan met het project.

  • 7.5.

    De organisatie dient in redelijke mate zelf bij te dragen in de organisatiekosten van het project.

8.Subsidieaanvraag structureel aanbod

Aanvragen voor de jaarlijkse subsidie worden voor 1 december voorafgaand aan het desbetreffende kalenderjaar op de daarvoor bestemde aanvraagformulieren ingediend. Aanvragen dienen in elk geval vergezeld te gaan van de volgende stukken:

  • ·

    een begroting;

  • ·

    een overzicht van voorgenomen activiteiten;

  • ·

    een door het bestuur goedgekeurde actuele ledenlijst.

9.Subsidieaanvraag incidenteel aanbod

Aanvragen voor projectsubsidies dienen zoveel mogelijk in december voorafgaand aan het jaar van uitvoering ingediend te zijn, doch minimaal twee maanden voor de aanvang van het project. De gemeente verleent geen subsidie tijdens of na afloop van een project.

Aanvragen voor een projectsubsidie worden op volgorde van binnenkomst in behandeling genomen.

10.Aanvraag projectsubsidie

De aanvraag voor subsidie van een project bestaat uit een volledig ingevuld aanvraagformulier, met de volgende bijlagen:

  • ·

    een projectomschrijving; en

  • ·

    de begroting en een dekkingsplan.

11.Subsidieverlening en -vaststelling

Indien aan de aanvrager een subsidie wordt verleend, ontvangt:

  • *

    de aanvrager van de structurele subsidie in de maand januari de subsidietoekenning; en

  • *

    de aanvrager van een projectsubsidie binnen 6 weken na indiening een subsidietoekenning.

12.Voorschot

Indien aan de aanvrager een structurele of projectsubsidie is toegekend, wordt een voorschot van 100% van het toegekende subsidiebedrag uitbetaald.

13.Verantwoording

Aan het verlenen van een structurele subsidie is de voorwaarde verbonden dat de subsidieontvanger de verantwoording van deze subsidie uiterlijk op 1 juni volgend op het jaar waarop de structurele subsidie betrekking heeft bij de gemeente indient. De verantwoording bestaat uit de jaarrekening en een activiteitenverslag. Op basis van de verantwoording stelt het college van burgemeester & wethouders het definitieve subsidiebedrag vast.

14.Eindafrekening

De eindafrekening en een inhoudelijk verslag van een projectsubsidie moeten worden ingediend binnen drie maanden na afloop van het project. De precieze datum wordt meegedeeld in de beschikking van de subsidietoekenning. Op basis van de eindafrekening en een inhoudelijk verslag stelt het college van b&w het subsidiebedrag vast.

15.Subsidiebeschikking

De aanvrager ontvangt binnen 6 weken na indiening van de in artikel 14 en 15 bedoelde stukken de definitieve subsidiebeschikking.