Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 993, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 3 november 2005, gepubliceerd in P.B. 2006, no. 5, en in werking getreden op 21 januari 2006, met terugwerkende kracht tot en met 1 augustus 2005.
Het op 2 oktober 1973 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen vervangt het Verdrag, bedoeld in artikel 1 van deze regeling.
Deze regeling is aangepast aan de nieuwe staatkundige situatie hoewel de tekst van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet is aangepast. De reden dat het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zelf niet is aangepast aan de nieuwe staatkundige situatie is dat dit een eenvormige landsverordening is. Omdat de Samenwerkingsregeling eenvormig procesrecht Aruba, Curaçao en Sint Maarten nog niet in alle drie de landen is vastgesteld, kan ook de daarin opgenomen Ministeriële Samenwerkingraad nog niet functioneren; en die Raad is de instantie die wijzigingen in de eenvormige landsverordeningen moet vaststellen.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, artikel 993
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 582 | n.v.t. |
Het bepaalde in artikel 993, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geldt tevens, wanneer een beslissing, gegeven door een administratieve autoriteit van een vreemde Staat hier te lande uitvoerbaar is krachtens het op 15 april 1958 te 's-Gravenhage tot stand gekomen verdrag nopens de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen over onderhoudsverplichtingen jegens kinderen (Trb. 1959, 187).