Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 13 tot en met 16, 19, 31 en 33 van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen, met betrekking tot radioamateurs |
Citeertitel | Landsbesluit radioamateurs |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 14 oktober 1999, gepubliceerd in P.B. 1999, no. 209, en in werking getreden op 15 april 2000.
De bijlagen zijn niet gepubliceerd.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen, artikelen 13 tot en met 16,19, 31, 33
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 27-03-2013 AB 2013, GT no. 374 | n.v.t. |
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
klasse van uitzending: een aanduiding bestaande uit drie symbolen die respectievelijk de modulatievorm van de draaggolf, het type signaal dat de draaggolf moduleert en de soort informatie die wordt uitgezonden, aangeven. De betekenis van de symbolen is aangegeven in bijlage 1 behorende bij dit landsbesluit;
zendvermogen:- bij toepassing van frequentie- of fasemodulatie: het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van de zendinrichting afgegeven gemiddelde vermogen; - bij de overige modulatietoepassingen: 25% van het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over een periode van de hoogfrequent uitgangswisselspanning tijdens het maximum van het modulerende signaal;
Ter zake van telecommunicatievoorzieningen ten behoeve van radioamateurs gelden, onverminderd, tenzij anders is bepaald, de regels die zijn gesteld bij en krachtens het Landsbesluit radio-elektrische inrichtingen en de navolgende bepalingen.
In afwijking van artikel 34, eerste lid, van het Landsbesluit radio-elektrische inrichtingen, worden machtigingen voor radioamateurs verleend voor ten hoogste tien jaar.
In afwijking van het eerste lid wordt aan de in artikel 5, eerste lid, onderdelen a en b, bedoelde Nederlanders en personen, na verloop van de in het tweede lid genoemde periode van drie maanden, tegen betaling van een bij ministeriële regeling te bepalen vergoeding machtiging verleend na overlegging van de geldige machtiging van het land van herkomst.
In afwijking van het eerste lid wordt de machtiging verleend aan een door de Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport erkende onderwijsinstelling waar telecommunicatie een deel van het onderwijspakket vormt, indien de docent, die belast is met het geven van het onderwijs inzake het radioamateurisme, in het bezit is van een amateurradio machtiging A als bedoeld in artikel 22.
Geen examen behoeft te worden afgelegd door:
personen van andere nationaliteit die gedurende een periode van ten hoogste drie maanden in Sint Maarten verblijven mits zij in bezit zijn van een geldige machtiging van het land van herkomst, en dat land radioamateurs afkomstig uit Sint Maarten op de voet van wederkerigheid gedurende eenzelfde periode zonder aanvullende eisen toelaat.
De minister stelt een reglement vast voor het examen en bepaalt tevens de eisen waaraan moet worden voldaan ter verkrijging van een machtiging als radioamateur. Daarin kan mede worden bepaald dat de minister in bepaalde gevallen geheel of gedeeltelijk ontheffing kan verlenen indien op een andere door de minister te bepalen wijze aan de exameneisen wordt voldaan.
De Directeur kan op verzoek van de belanghebbende een uittreksel verstrekken uit het register, waaruit blijkt dat de machtiginghouder in het bezit is van een bevoegdheid als radioamateur, die overeenkomt met de daartoe strekkende internationale eisen, zulks ter verkrijging van een machtiging in landen waarmee het Koninkrijk der Nederlanden laterale of multilaterale overeenkomsten van wederkerigheid heeft ondertekend. Dit uittreksel heeft een geldigheidsduur van één jaar en wordt opgesteld in de Engelse of Spaanse taal.
De machtiginghouder is verplicht een register te houden met betrekking tot de zendinrichtingen die deel uitmaken of deel hebben uitgemaakt van het amateurstation overeenkomstig het model aangegeven in bijlage 3 behorende bij dit besluit en dit register volledig in te vullen. De machtiginghouder dient onverwijld bij elke mutatie een afschrift van dit register aan de Directeur toe te zenden. Onder mutatie wordt tevens verstaan veranderingen in het correspondentieadres van de machtiginghouder.
Zodra een in dit landsbesluit bedoelde zend- of ontvanginrichting voor gebruik gereed is, stelt de machtiginghouder de Directeur daarvan in kennis ten einde de keuring, bedoeld in artikel 38, eerste lid, onderscheidenlijk 69, eerste lid, van het Landsbesluit radio-elektrische inrichtingen te kunnen doen plaatsvinden.
zendinrichtingen die uitsluitend zijn ingericht voor de frequentiebanden waarin frequenties voorkomen welke zijn toegewezen aan de machtiginghouder mits deze voldoen aan de volgende eisen:
het toegestane zendvermogen van de zendinrichtingen bedraagt maximaal 250 Watt, tenzij overeenkomstig artikel 12, achtste en negende lid, toestemming is verleend hiervan af te wijken. Tevens mogen delen of onderdelen van de zendinrichtingen niet meer hoogfrequent zendvermogen kunnen afgeven dan voor de goede werking van deze zendinrichtingen noodzakelijk is;
De machtiginghouder mag uitsluitend informatie uitzenden die betrekking heeft op amateurstations en op de door middel van amateurstations te verrichten onderzoekingen, alsmede opmerkingen van persoonlijke aard, waarvoor uit hoofde van hun onbelangrijkheid het gebruik van de openbare Telegraaf- en Telefoondienst niet in aanmerking zou komen. Elk ander gebruik van het amateurstation is verboden.
De Directeur kan aan de houder van een machtiging A, B of C toestemming verlenen, onder door de Directeur te stellen voorwaarden af te wijken van de in de voorschriften en beperkingen voorgeschreven klassen van uitzending, frequenties, zendvermogen en het bemand gebruik van het amateurstation. In geval de Directeur toestemming verleent voor onbemand gebruik van een zendinrichting, blijft de machtiginghouder aansprakelijk dat het gebruik slechts strekt ten dienste van het radioamateurisme.
De Directeur kan aan een houder van een machtiging A, B, of C die twee jaar in het bezit is van desbetreffende machtiging, toestemming verlenen om de toegestane zendvermogen in de banden boven de 30 MHz te verhogen tot 1.000 Watt, voor het voeren van technische en wetenschappelijke proefnemingen van korte duur.
identificatie door middel van automatische telegrafie:
Packet-radio Ax-25: ARQ-telegrafiesysteem, afgeleid van het transmissieprotocol X.25 genoemd in de aanbevelingen van het Comité Consultatif International de Téléphone et de Télégraphe (CCITT). In het adresveld van het transmissieprotocol X-25 dienen de roepletters van de machtiginghouder, de eventuele tussenstations waarlangs het bericht wordt verzonden (maximaal 8) en de geadresseerde machtiginghouder te zijn opgenomen. De digitale informatie wordt uitgezonden in groepen van acht bits welke in het adresveld een ASCII-karakter vormen;
identificatie door middel van systemen voor beeldoverdracht:
de opbouw van het beeldsignaal dient zodanig te zijn dat weergave van het beeld na demodulatie mogelijk is met het desbetreffende gedeelte van een televisieontvanger geschikt voor CCIR-norm B en G: lijnfrequentie: 15.625 Hz beeldfrequentie: 25 Hz rasterfrequentie: 50 Hz aantal lijnen per beeld: 625 horizontale afbuiging van links naar rechts verticale afbuiging van boven naar beneden;
De machtiginghouder mag, behoudens ingeval van nood, uitsluitend radioverbindingen maken met radioamateurs alsmede met gebruikers van andere stations die bevoegd zijn op amateurfrequenties radioverbindingen te maken.
Tot de in het eerste lid bedoelde eisen behoren in ieder geval:
delen van het amateurstation waartussen de spanning meer dan 50 Volt voor wisselspanning of 110 Volt voor gelijkspanning kunnen bedragen of waarvan de spanning ten opzichte van de aarde meer dan 50 Volt voor wisselspanning of 110 Volt voor gelijkspanning kunnen bedragen, dienen deugdelijk tegen aanraking te zijn beschermd;
indien de voedingsspanning van de met de antenne of antennevoedingslijn gekoppelde laatste trap van de zendinrichting meer dan 50 Volt voor de wisselspanning of 110 Volt voor gelijkspanning kan bedragen, dient een deugdelijke voorziening aanwezig te zijn, die voorkomt dat de voedingsspanning op de antenne komt.
De bandbreedte van de uitzendingen dient beperkt te worden tot een voor de te nemen proeven noodzakelijke grens.
De stabiliteit van de frequentie van het uitgezonden signaal moet voldoen aan - naar de stand van de techniek - redelijk te stellen eisen.
De machtiginghouder mag het amateurstation uitsluitend gebruiken in overeenstemming met de in het navolgende schema weergegeven combinaties:
De machtiginghouder mag het amateurstation uitsluitend gebruiken in overeenstemming met de in het navolgende schema weergegeven combinaties:
De machtiginghouder mag het amateurstation uitsluitend gebruiken in overeenstemming met de in het navolgende schema weergegeven combinaties: