Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING houdende enige regelingen van burgerrechtelijke aard bij botsing, aan- of overrijding met motorrijtuigen en houdende regeling van de ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Artikel 2 van de Landsverordening houdende enige regelingen van burgerrechtelijke aard bij botsing, aan- of overrijding met motorrijtuigen en houdende regeling van de ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen (AB 2013, GT no. 718, zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Landsverordening verzekering lijfrente (AB 2014, no. 15), blijft van toepassing op schade die is veroorzaakt voor dat tijdstip.
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 20 april 1932, gepubliceerd in P.B. 1932, no. 46, en en in werking getreden op uitgegeven op 21 april 1932.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2015 | wijziging artikelen 3 en 5 | 17-04-2015 AB 2015, no.9 | onbekend | ||
01-04-2014 | 30-05-2015 | Artikel 2 | 09-01-2014 AB 2014, no. 15 | onbekend | |
10-10-2010 | 01-04-2014 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 718 | onbekend |
Indien een motorrijtuig waarmee op de weg wordt gereden, betrokken is bij een verkeersongeval waardoor schade wordt toegebracht aan, niet door dat motorrijtuig vervoerde, personen of zaken, is de eigenaar van het motorrijtuig of – indien er een houder van het motorrijtuig is – de houder verplicht om die schade te vergoeden, tenzij aannemelijk is dat het ongeval is te wijten aan overmacht, daaronder begrepen het geval dat het is veroorzaakt door iemand, voor wie onderscheidenlijk de eigenaar of de houder niet aansprakelijk is.
Bij veroordeling van de bestuurder van een motorrijtuig wegens overtreding van het bepaalde in artikel 5 van deze verordening, of wegens een feit, waarvan de staat van dronkenschap een wettelijk bestanddeel is, of wegens het veroorzaken van de dood of lichamelijk letsel door schuld, of wegens het plegen van, poging tot, of medeplichtigheid aan enig misdrijf tegen het leven gericht, zware mishandeling, mishandeling de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg hebbend, deelneming aan een aanval of vechterij, enig misdrijf tegen de zeden, diefstal, stroperij, afpersing, afdreiging, verduistering, bedrog, of enig misdrijf, waarvan geweld of bedreiging met geweld een wettelijk bestanddeel is, kan hem de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen worden ontzegd voor het leven, dan wel tijdelijk voor ten hoogste 20 jaar.
Bij veroordeling van de bestuurder wegens een feit met een motorrijtuig gepleegd, als omschreven in enige landsverordening tot regeling van het wegverkeer of wegens een van de feiten, omschreven in artikel 2:273, eerste of vijfde lid, of in artikel 3:1 van het Wetboek van Strafrecht, kan hem de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor ten hoogste vier jaren worden ontzegd.
Indien tijdens het plegen van een van de feiten genoemd in het tweede lid, nog geen zes jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze strafbare feiten onherroepelijk is geworden, kan hem de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor ten hoogste zes jaren ontzegd worden.
Bij toepassing van dit artikel verliest het aan de veroordeelde afgegeven rijbewijs of bijzonder rijbewijs zijn geldigheid zodra de veroordeling onherroepelijk is geworden. Door de politie wordt hiervan, na opgave van de bevoegde ambtenaar van het openbaar ministerie, aankondiging gedaan in de Landscourant.
Hij, die wetende, dat hem bij rechterlijke uitspraak onherroepelijk de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen is ontzegd, op een openbare weg een motorrijtuig bestuurt gedurende de tijd, dat hem die bevoegdheid ontzegd is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden en een geldboete van de tweede categorie.