Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, tot uitvoering van artikel 1 van de Landsverordening, houdende bepalingen omtrent het vervoer, de in-, uit- en doorvoer, aanmaak, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontplofbare stoffen |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 4 juli 1911, gepubliceerd in P.B. 1911, no. 30, en in werking getreden op 1 augustus 1911.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Landsverordening, houdende bepalingen omtrent het vervoer, de in-, uit- en doorvoer, aanmaak, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontplofbare stoffen, artikel 1
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 28-02-2013 AB 2013, GT no. 428 | n.v.t. |
HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen
Voor het vervoer, de in-, uit- en doorvoer, aanmaak, verkoop en opslag van licht ontplofbare stoffen als: buskruit, niet vloeibare mengsels van nitroglycerine en op zich zelf niet ontplofbare stoffen (in het bijzonder dynamiet en lithofracteur), nitrocellulose (in het bijzonder schietkatoen), enzovoort is een vergunning vereist van de Minister van Justitie, welke vergunning slechts wordt verleend onder de nodig geachte voorschriften.
Deze vergunning wordt niet verleend voor:
Het bedrag van de zekerheid, bedoeld in artikel 4 van de Landsverordening, houdende bepalingen omtrent het vervoer, de in-, uit- en doorvoer, aanmaak, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontplofbare stoffen, wordt bepaald door de ambtenaar van het openbaar ministerie met de vervolging van het misdrijf belast.
In geval van verbeurdverklaring wordt, bij gebreke van uitlevering van het tegen zekerheid ontslagen voer- of vaartuig met zijn inventaris, de gestorte of de op de borg of de borgen verhaalde som aan de Landskas verantwoord; indien de zekerheid in effecten is gesteld, worden die ten bate van die kas te gelde gemaakt op de door de Minister van Algemene Zaken, hierna te noemen: de minister, te bepalen wijze; ingeval van niet-verbeurdverklaring wordt de gestorte som of worden de gedeponeerde geldswaardige papieren aan de belanghebbende teruggegeven, laatstgemelde papieren met de daarop verschenen renten of dividenden, en vervalt de borgtocht.
De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing op ontplofbare stoffen, bestemd voor de Landsdienst, voor zover die in eigen beheer ingevoerd, bezeten, aangemaakt, vervoerd of gebruikt worden, en evenmin op vervoer of bezit door particulieren van buskruit, munitie of vuurwerk tot een hoeveelheid van 3 kilogram ontplofbare stof.
De schipper van enig binnenkomend vaartuig (daaronder niet begrepen Nederlandse of vreemde oorlogsschepen), dat meer dan 100 kilogram ontplofbare stoffen aan boord heeft, is verplicht op de rede van de in artikel 4 bedoelde plaatsen voor anker te gaan op een afstand van ten minste 300 meter van andere vaartuigen of van bewoonde plaatsen en zo spoedig mogelijk aan de Havenmeester aangifte te doen van:
1°. de aan boord aanwezige hoeveelheid, soort en merken van de ontplofbare stoffen en de wijze van verpakking;
3°. de naam van de afzender en, voor zover hem bekend, van de geconsigneerde;
Wanneer geen invoer bedoeld wordt, kan de aangifte zich beperken tot de bijzonderheden onder 1° en 2° van de voorafgaande alinea aangegeven.
Op een vaartuig, dat buskruit en munitie of vuurwerk, waarin buskruit voorkomt, aan boord heeft, geborgen in een daartoe afzonderlijke afgeschoten bergplaats of kruitkamer, welke ten minste vier meter van de stookplaatsen en ketelruimte verwijderd en behoorlijk afgeschoten is en welke in geval van brand gemakkelijk onder water kan gezet worden, is het in de vorige alinea’s van dit artikel bepaalde niet van toepassing.
HOOFDSTUK III. Van het vervoer
De ontplofbare stoffen moeten stevig ingepakt zijn in daarvoor geschikte emballage, hetzij in metalen kisten of bussen, dan wel in houten kisten, tonnen, vaten of bussen. Deze voorwerpen moeten goed gesloten zijn. Aan de houten voorwerpen mogen geen ijzeren banden of beslag aanwezig zijn, terwijl zij, indien zich daarin buskruit bevindt, alleen mogen voorzien zijn van houten nagels of pennen, of wel van verzonken koperen of messing nagels en schroeven.
De tonnen en vaten moeten op de beide bodems, de houten of metalen kisten en bussen aan weerszijden of wel enkel op het deksel voorzien zijn van een opschrift, waardoor de soort van de stof wordt aangeduid in de Nederlandse, Franse, Engelse of Duitse taal, en de firma of het merk van de fabriek, waarvan deze stoffen afkomstig zijn.
Ontplofbare stoffen behalve buskruit, welke langer dan drie maanden in een bergplaats opgeborgen zijn geweest, moeten, alvorens vervoerd te mogen worden, opnieuw onderworpen worden aan een keuring door de commissie, bedoeld in artikel 6, welke zo spoedig mogelijk op aan de minister een proces-verbaal van haar bevinding indient.
Aan het geleide wordt steeds verstrekt een afschrift van de vergunning tot vervoer en van de voorschriften dat vervoer betreffende, en voorts een opgave van de weg aan het transport voorgeschreven, welke stukken, bij het verwisselen van het geleide, door het ene geleide aan het andere worden overgegeven.
Behoudens de uitzondering vermeld in artikel 19 mogen met een transport ontplofbare stoffen niet gelijktijding licht ontvlambare stoffen worden vervoerd, waartoe onder andere gerekend worden: alcohol, chloroform, aether, zwavelkoolstof, chloorzwavel, fosfor, terpentijn, benzol, nafta, benzine, lichte petroleumaether, benzine, petroleum, oleanafta, koolteer, houtteer en soortgelijke artikelen.
Het vervoer, voor zover het door een bewoond gedeelte van Sint Maarten geschiedt, mag buiten bepaalde noodzakelijkheid, ter beoordeling van de Minister van Justitie, niet anders dan tussen 06:00 uur en 18:00 uur geschieden.
§ 3. Bijzondere voorschriften voor het vervoer te water
Op stil liggende geladen vaartuigen is de schipper verplicht te zorgen, dat steeds één persoon de wacht houdt, die, indien hij wordt aangeroepen verplicht is onmiddellijk antwoord te geven.
Aan de top van de mast van vaartuigen, welke ontplofbare stoffen vervoeren, anders dan in daarvoor ingerichte kruitkamers, is zowel bij dag als bij nacht bevestigd een aan een winkelhaak uitgezette witte vlag, ten minste 1,3 meter lang en 0,65 meter breed, waarop in goed leesbare zwarte letters, hetzij het opschrift "Buskruit”, of het opschrift "Dynamiet” gesteld is.
Slaghoedjes en lont mogen niet in hetzelfde lokaal met ontplofbare stoffen worden opgeborgen.
In bergplaatsen van ontplofbare stoffen mag geen vuur, licht, lucifers of andere tot vuurmaking bestemde voorwerpen aanwezig zijn, en niet worden gerookt.
Het in de voorgaande artikelen van dit hoofdstuk bepaalde is niet van toepassing op het buskruit, de munitie en vuurwerk, welke kooplieden of winkeliers voor hun handel in voorraad hebben tot een hoeveelheid van 50 kilogram ontplofbare stof.
Iedere koopman of winkelier, die voornemens is buskruit, munitie, of vuurwerk te verkopen, is verplicht vooraf aangifte van dat bedrijf te doen aan de Minister van Justitie.