Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING houdende bepalingen omtrent het vervoer, de in-, uit- en doorvoer, aanmaak, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontplofbare stoffen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieSint Maarten
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING houdende bepalingen omtrent het vervoer, de in-, uit- en doorvoer, aanmaak, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontplofbare stoffen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 1 april 1911, gepubliceerd in P.B. 1911, no. 29, en in werking getreden op 30 juli 1911.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, tot uitvoering van artikel 1 van de Landsverordening, houdende bepalingen omtrent het vervoer, de in-, uit- en doorvoer, aanmaak, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontplofbare stoffen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-201030-05-2015Geconsolideerde tekst (GT)

15-03-2013

AB 2013, GT no. 171

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende bepalingen omtrent het vervoer, de in-, uit- en doorvoer, aanmaak, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontplofbare stoffen

Artikel 1

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen in het belang van de openbare veiligheid, voorschriften worden gegeven omtrent het vervoer, de

in-, uit- en doorvoer, aanmaak, verkoop en opslag van buskruit en andere licht ontplofbare stoffen.

Artikel 2

Overtreding van de krachtens artikel 1 van deze verordening uit te vaardigen besluiten wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en geldboete van vijfentwintig tot duizend gulden, tezamen of afzonderlijk.

Artikel 3

  • 1. Het voer- of vaartuig met zijn inventaris, alsmede de in artikel 1 bedoelde stoffen met haar verpakking, waarmee het strafbare feit is gepleegd, kunnen in beslag worden genomen, tenzij die stoffen op last van een van de personen, in artikel 7 bedoeld, naar een plaats gelegen buiten Sint Maarten worden vervoerd.

  • 2. Voor zoveel in het belang van de openbare veiligheid nodig is, worden de in beslag genomen voorwerpen vernietigd of onschadelijk gemaakt op last van de ambtenaar van het openbaar ministerie met de vervolging van het misdrijf belast.

  • 3. De vernietiging of onschadelijkmaking geschiedt niet dan na waardering door een of meer deskundigen, te benoemen en te beëindigen door degene die de vernietiging of onschadelijkmaking heeft gelast.

  • 4. De geldsom, vertegenwoordigende de waarde van hetgeen vernietigd of onschadelijk gemaakt is, wordt, in geval van vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging en in geval de verbeurdverklaring niet is uitgesproken, aan de eigenaar van de voorwerpen ten laste van de Landskas uitgekeerd.

  • 5. In geval van veroordeling kunnen de in beslag genomen stoffen met haar verpakking, en zo het feit door de vervoerder is gepleegd, ook het voertuig of vaartuig met zijn inventaris door de rechter worden verbeurd verklaard.

  • 6. Bij vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging kan vernietiging of onschadelijkmaking van de in beslag genomen voorwerpen worden bevolen, tegen schadeloosstelling bij het vonnis van de rechter na verhoor van één of meer deskundigen te bepalen.

Artikel 4

Het in beslag genomen voer- of vaartuig met zijn inventaris wordt tegen zekerheid ontslagen volgens regels, die bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, uit kracht van artikel 1 van deze verordening genomen, worden vastgesteld.

Artikel 5

Met gevangenisstraf van drie dagen tot drie maanden en geldboete van vijf tot drie honderd gulden, tezamen of afzonderlijk, wordt gestraft hij, die opzettelijk niet voldoet aan een bevel of een vordering krachtens deze verordening of de ingevolge artikel 1 uitgevaardigde besluiten gedaan door een van de personen, in artikel 7 bedoeld, alsmede hij, die opzettelijk enige handeling door een van die personen ondernomen ter uitvoering van deze verordening of van de bovenbedoelde besluiten, belet, belemmert of verijdelt.

Artikel 6

Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen twee jaren zijn verlopen sedert de schuldige wegens hetzelfde feit onherroepelijk is veroordeeld, kunnen die in de artikelen 2 en 5 bepaalde straffen met een derde worden verhoogd.

Artikel 7

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de politie- en douaneambtenaren.

  • 2.

    De krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen;

    • d.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen;

    • e.

      vaartuigen, stilstaande voertuigen en de lading daarvan te onderzoeken.

  • 3.

    Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onder d, verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 4.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren.

  • 5.

    Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

[regelt de inwerkingtreding]