Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING houdende bepalingen tot het bergen van petroleum en andere licht ontvlambare oliën

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieSint Maarten
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING houdende bepalingen tot het bergen van petroleum en andere licht ontvlambare oliën
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 28 november 1905, gepubliceerd in P.B. 1905, no. 47, en in werking getreden op 1 december 1905.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Geen

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-201030-05-2015Geconsolideerde tekst (GT)

28-02-2013

AB 2013, GT no. 427

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende bepalingen tot het bergen van petroleum en andere licht ontvlambare oliën

Artikel 1

  • 1. Petroleum en andere licht ontvlambare oliën mogen, in een grotere hoeveelheid dan van 180 liter – ongeacht of zij al dan niet van een soort zijn – alleen worden geborgen in overheids- of particuliere bergplaatsen, die daarvoor bepaald zijn aangewezen door de Minister van Justitie, hierna te noemen: de minister.

  • 2. De Ontvanger is belast met het toezicht op de berging.

Artikel 2

  • 1. De particuliere bergplaatsen moeten voorzien zijn van twee verschillend werkende sloten, terwijl de sleutels van een van die sloten in bezit zijn van de in de laatste alinea van het vorig artikel genoemde ambtenaar.

  • 2. In die bergplaatsen mogen geen andere goederen dan petroleum en andere licht ontvlambare oliën worden geborgen.

Artikel 3

  • 1. Het brengen van de olie in, en het weghalen er van uit de bergplaatsen geschiedt door en op kosten van de belanghebbenden.

  • 2. Voor bergloon in de overheidsbergplaatsen, wordt aan de Landskas betaald 1/6 cent voor elke liter olie, die geborgen wordt.

  • 3. Geen olie wordt uit de bergplaatsen afgeleverd, dan nadat het daarvoor verschuldigde bergloon is betaald.

  • 4. Noch de ambtenaar, die met het toezicht op de bergplaatsen is belast, noch Sint Maarten is verantwoordelijk voor lekkage of andere schaden aan het geborgene overkomen.

  • 5. Echter moet aan de belanghebbenden, telkens wanneer zij dit vragen, de gelegenheid worden verschaft om het voor hen geborgene, in de bergplaatsen, in bijzijn van hem, die met het toezicht daarop belast is, te bezien en maatregelen te nemen ter voorkoming, of het doen ophouden van lekkage of andere schade. Gedurende de gewone kantooruren wordt die gelegenheid kosteloos verschaft, doch buiten de gewone kantooruren moet aan hem, die met het toezicht belast is, voor het verschaffen van die gelegenheid, door de belanghebbenden voor ieder uur of gedeelte daarvan een gulden worden betaald.

Artikel 4

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Landscourant.

  • 2. De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen;

    • d.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen.

  • 3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onder d, verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen.

  • 5. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 5

Indien bevonden wordt dat in strijd met het bij het eerste lid van artikel 1 bepaalde is gehandeld, wordt hetgeen de bij dat artikel bedoelde hoeveelheid van 180 liter te boven gaat, vanwege de politie en op kosten van de belanghebbende, onmiddellijk verwijderd en geborgen in de aangewezen plaatsen.

Artikel 6

  • 1. Wanneer in de havens of op de reden schepen liggen, die een grote hoeveelheid petroleum of andere licht ontvlambare oliën aan boord hebben, kan de minister, zo hij dit voor de openbare veiligheid nodig acht, gelasten dat die olie in een van de in artikel 1 bedoelde bergplaatsen wordt opgeslagen.

  • 2. Wanneer belanghebbenden weigeren dit te doen, geschiedt zulks vanwege de politie, op hun kosten.

Artikel 7

Overtreding van de bepaling van artikel 1, eerste lid, wordt gestraft met gevangenisstraf van 1 tot 3 maanden en geldboete van 100 tot 300 gulden, gezamenlijk of afzonderlijk.

Artikel 8

[regelt de inwerkingtreding]