Overheidsorganisatie | Sint Maarten |
---|---|
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING vaststellende de regelen, volgens welke een vergunning voor de oprichting van een industrie voor de verwerking van producten van de haaienvangst kan worden verleend |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 7 november 1931, gepubliceerd in P.B. 1931, no. 75, en in werking getreden op 12 november 1931.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Onbekend
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | 29-05-2015 | Geconsolideerde tekst (GT) | 15-03-2013 AB 2013, GT no. 175 | onbekend |
Het is verboden een industrie tot verwerking van producten van de haaienvangst op te richten, in werking te brengen of in werking te houden, zonder vooraf verkregen vergunning, door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Infrastructuur, hierna te noemen: de minister, met inachtneming van de navolgende bepalingen verleend.
De vergunning, in artikel 1 bedoeld, kan, met of zonder uitsluitend recht, doch voor niet langer dan 25 jaren verleend worden.
De plannen voor de inrichting, waarin de industrie zal worden gevestigd, zomede de keuze van de plaats van de fabriek, van de los- en opslagplaatsen en van de overige werkplaatsen, lokaliteiten, terreinen en watergebieden, waarin of waarop het bedrijf van de industrie zal worden uitgeoefend, behoeven de goedkeuring van de minister.
In geen geval zal het bedrijf van de industrie uitgeoefend mogen worden binnen de bebouwde kom. Het bewaren van producten, van het bedrijf afkomstig, die voor de bevolking hinderlijk zijn, is in de bebouwde kom verboden.
De minister bepaalt de termijn, binnen welke met de bouw van de fabriek een begin gemaakt zal moeten zijn en de exploitatie moet zijn aangevangen en kan aan de vergunning de voorwaarden verbinden, welke hij in het belang van het verkeer en van de volksgezondheid nodig acht.
Indien de termijnen, in het voorgaande lid bedoeld, niet in acht zijn genomen of de voorwaarden, overeenkomstig het voorgaande lid vastgesteld, niet worden nagekomen, kan de minister de vergunning intrekken of, voorzover zij met uitsluitend recht is verleend, het uitsluitend recht er aan ontnemen.
Overtreding van de artikelen 1 of 3 wordt gestraft met geldboete van ten hoogste driehonderd gulden.
De feiten bij deze verordening strafbaar gesteld, worden beschouwd als overtredingen.
[vervallen]
[regelt de inwerkingtreding]