Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, houdende toepassing van artikel 7, derde lid, van de Landsverordening minimumlonen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, houdende toepassing van artikel 7, derde lid, van de Landsverordening minimumlonen
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorregering
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 7 augustus 2001, gepubliceerd in P.B. 2000, no. 79, en in werking getreden op 1 augustus 2000.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening minimumlonen, artikel 7

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010geconsolideerde tekst (GT)

03-05-2013

AB 2013, GT no. 614

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, houdende toepassing van artikel 7, derde lid, van de Landsverordening minimumlonen

 

 

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens de Landsverordening minimumlonen bepaalde wordt mede onder loon verstaan:

het vrije genot van kost en inwoning alsmede maaltijden voor werknemers, die uitsluitend of in hoofdzaak huishoudelijke diensten in de huishouding van natuurlijke personen verrichten.

Artikel 2

Voor de toepassing van de Landsverordening minimumlonen wordt voor de werknemer, bedoeld in artikel 9, vierde lid, van die landsverordening, de waarde van het genot van kost en inwoning, alsmede van maaltijden gesteld op ten hoogste de hieronder aangegeven bedragen:

  • I.

    kost en inwoning: NAƒ 425,-;

  • II.

    een ontbijt of broodmaaltijd: NAƒ 2,10;

  • III.

    een warme maaltijd: NAƒ 7,-.

 

Artikel 3

[regelt de inwerkingtreding]