Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, houdende omschrijving van het sein, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Quarantainverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, houdende omschrijving van het sein, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Quarantainverordening
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorregering
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpvolksgezondheid

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 11 december 1917, gepubliceerd in P.B. 1917, no. 46, en in werking getreden op 14 januari 1918.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Quarantaineverordening, art. 8

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Geconsolideerde tekst (GT)

15-03-2013

AB 2013, GT no. 202

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, houdende omschrijving van het sein, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Quarantaineverordening

 

 

Artikel 1

Het sein, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Quarantaineverordening, bestaat:

  • a.

    gedurende de gehele tijd tussen zonsopkomst en zonsondergang, uit een gele vlag aan de top van de mast, of, bij gebreke van die vlag, de natievlag van het schip, op een zichtbare plaats uit het voorwant;

  • b.

    gedurende de gehele tijd, tussen zonsondergang en zonsopkomst, uit twee lichten, geplaatst waar zij het best gezien kunnen worden, horizontaal naast elkaar, met een onderlinge afstand van ten minste 18 dm en zodanig ingericht, dat zij over de gehele horizon zichtbaar zijn op een afstand van ten minste 2 zeemijlen (60 in een graad).

Artikel 2

[regelt de inwerkingtreding]