Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 82, tweede lid, van het Landsbesluit luchtverkeer

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingMINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 82, tweede lid, van het Landsbesluit luchtverkeer
CiteertitelRegeling gebruik hoogtemeter
Vastgesteld doorMinister van Toerisme_x002C_ Economische Zaken_x002C_ Verkeer en Telecommunicatie
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 20 juni 2006, gepubliceerd in P.B. 2007, no. 45, en in werking getreden op 14 juli 2007.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsbesluit luchtverkeer, artikel 82

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Geconsolideerde tekst (GT)

27-03-2013

AB 2013, GT no. 382

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 82, tweede lid, van het Landsbesluit luchtverkeer

 

 

Afdeling 1 Algemeen

Begripsbepalingen

 

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    grondkoers: de projectie op het aardoppervlak van de vliegbaan van een luchtvaartuig waarvan de richting wordt uitgedrukt in graden ten opzichte van het ware noorden afgekort T, het magnetische noorden afgekort M of het kaartnetnoorden afgekort G;

  • b.

    voet: de lengte gelijk aan 0,3048 m;

  • c.

    hoogte: de verticale afstand tussen een vlak, een punt of een als punt te beschouwen voorwerp en een referentievlak, referentiepunt of als referentiepunt te beschouwen voorwerp;

  • d.

    vliegniveau: een vlak van constante atmosferische druk in relatie tot het referentie-drukvlak van 1013,2 hectopascals (hPa), dat van soortgelijke vlakken is gescheiden door bepaalde drukintervallen;

  • e.

    overgangshoogte: de hoogte boven gemiddeld zeeniveau waarop en waar beneden de vlieghoogte wordt uitgedrukt in hoogte boven gemiddeld zeeniveau;

  • f.

    overgangsniveau: het laagst beschikbare vliegniveau boven de overgangshoogte;

  • g.

    QFE: de atmosferische druk op het vliegveldniveau;

  • h.

    QNH: de QFE herleid tot gemiddeld zeeniveau in de ICAO-standaardatmosfeer.

Vliegniveaus

 

Artikel 2
  • 1.

    Vliegniveau nul is gelegen op het atmosferisch drukvlak van 1013,2 hPa. Opeenvolgende vliegniveaus zijn gescheiden door een drukinterval dat overeenkomst met ten minste 500 voet in de ICAO-standaardatmosfeer.

  • 2.

    Een vliegniveau wordt aangeduid met de hoofdletters FL gevolgd door een getal, dat overeenkomt met een honderdste deel van de desbetreffende drukhoogte in voeten in de ICAO-standaardatmosfeer.

Overgangshoogte en overgangsniveau

 

Artikel 3
  • 1.

    De overgangshoogte in het vluchtinformatiegebied Sint Maarten is 2.500 voet en in het Sint Maarten TMA 5.000 voet.

  • 2.

    Het overgangsniveau in het vluchtinformatiegebied Sint Maarten is Fl 40 en in het Sint Maarten TMA Fl 65.

Artikel 4

Voor genoemde luchtvaartterreinen wordt ten minste elk uur door de Meteorologische Dienst de QNH geregistreerd en zo snel mogelijk aan de luchtverkeersdiensten doorgegeven.

Afdeling II Gebruik hoogtemeter

Hoogtemeterinstelling

 

Artikel 5
  • 1.

    Vóór de aanvang van een vlucht wordt elke drukhoogtemeter gecontroleerd op juiste aanwijzing.

  • 2.

    Vóór het opstijgen wordt ten minste een drukhoogtemeter ingesteld op de QNH van het luchtvaartterrein en wordt de hoogte van het luchtvaartuig uitgedrukt in voeten boven zeeniveau tot en met het bereiken van de overgangshoogte.

  • 3.

    Bij het tijdens de stijgvlucht passeren van de overgangshoogte wordt ten minste een drukhoogtemeter ingesteld op de drukwaarde van 1013,2 hPa en wordt de hoogte van het luchtvaartuig uitgedrukt in termen van vliegniveau.

  • 4.

    Tijdens een vlucht op een kruishoogte liggende tussen de overgangshoogte en het overgangsniveau wordt ten minsteeen drukhoogtemeter ingesteld op de drukwaarde van 1013,2 hPa en wordt de hoogte van het luchtvaartuig uitgedrukt in termen van vliegniveau.

  • 5.

    Bij het tijdens de daalvlucht passeren van het overgangsniveau wordt ten minste een drukhoogtemeter ingesteld op de QNH van het luchtvaartterrein en wordt de hoogte van het luchtvaartuig uitgedrukt in voeten boven zeeniveau

Artikel 6

De instelling op QNH kan reeds vóór het passeren van het overgangsniveau geschieden, indien de betrokken luchtverkeersleidingsdienst – na het verstrekken van de naderingsklaring – toestaat om vlieghoogte uit te drukken in hoogte boven gemiddeld zeeniveau uitgedrukt in voeten nadat de einddaling is ingezet en wordt voorzien dat boven de overgangshoogte geen horizontale vlucht meer zal plaatsvinden.

Afdeling III Kruishoogte

Algemeen

 

Artikel 7

Kruishoogte en andere vlieghoogtes moeten worden uitgedrukt in:

  • a.

    hoogte boven zeeniveau uitgedrukt in voeten op of beneden de overgangshoogte. In dit geval is ten minste een drukhoogtemeter ingesteld op de QNH van het dichtstbijzijnde luchtvaartterrein;

  • b.

    vliegniveau op of boven het overgangsniveau;

  • c.

    vliegniveau tijdens stijgvlucht tussen de overgangshoogte en het overgangsniveau;

  • d.

    hoogte boven zeeniveau uitgedrukt in voeten tijdens daalvlucht tussen overgangsniveau en overgangshoogte;

  • e.

    vliegniveau bij een kruisvlucht liggende tussen de overgangshoogte en het overgangsniveau.

Artikel 8
  • 1.

    Een horizontaal deel van een VFR-vlucht boven 3.000 voet (900m) binnen het vluchtinformatiegebied Sint Maarten boven de grond of het water moet worden uitgevoerd op een vliegniveau als aangegeven in de bij deze regeling behorende bijlage.

  • 2.

    Een horizontaal deel van een VFR-vlucht boven 5.000 voet (1.500m) binnen het Sint Maarten TMA boven de grond of het water moet worden uitgevoerd op een vliegniveau als aangegeven in de bij deze regeling behorende bijlage.

  • 3.

    Een horizontaal deel van een gecontroleerde vlucht binnen een luchtverkeersleidingsgebied moet worden uitgevoerd op een kruishoogte als in de bij deze regeling behorende bijlage aangegeven voor een IFR-vlucht behoudens dat de correlatie tussen vlieghoogten en de magnetische grondkoers niet van toepassing zal zijn wanneer anderzijds aangeduid in klaringen.

  • 4.

    Een horizontaal deel van een IFR-vlucht buiten een luchtverkeersleidingsgebied moet worden uitgevoerd op een kruishoogte als aangegeven in de bij deze regeling behorende bijlage.

Artikel 9

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gebruik hoogtemeter.

BIJLAGE

Algemene tabel van kruishoogtes

GRONDKOERS (Magnetisch)

0000 - 1790

1800 - 3590

IFR

VFR

IFR

VFR

FL

Hoogte MSL

FL

Hoogte MSL

FL

Hoogte MSL

FL

Hoogte MSL

Meter Voet

Meter Voet

Meter Voet

Meter Voet

-

-

30

50

70

90

110

130

150

170

190

210

230

250

270

290

310

330

350

370

390

410

450

490

etc.

- -

- -

900 3000

1500 5000

2150 7000

2750 9000

3350 11000

3950 13000

4550 15000

5200 17000

5800 19000

6400 21000

7000 23000

7600 25000

8250 27000

8850 29000

9450 31000

10050 33000

10650 35000

11300 37000

11900 39000

12500 41000

13700 45000

14950 49000

etc. etc.

-

-

35

55

75

95

115

135

155

175

195

- -

- -

1050 3500

1700 5500

2300 7500

2900 9500

3500 11500

4100 13500

4700 15500

5350 17500

5950 19500

noot : de maximale VFR kruishoogte is FL 195.

-

-

40

60

80

100

120

140

160

180

200

220

240

260

280

300

320

340

360

380

400

430

470

510

etc.

- -

- -

1200 4000

1850 6000

2450 8000

3050 10000

3650 12000

4250 14000

4900 16000

5500 18000

6100 20000

6700 22000

7300 24000

7900 26000

8550 28000

9150 30000

9750 32000

10350 34000

10950 36000

11600 38000

12200 40000

13100 43000

14350 47000

15550 51000

etc. etc.

-

-

45

65

85

105

125

145

165

185

- -

- -

1350 4500

2000 6500

2600 8500

3200 10500

3800 12500

4400 14500

5050 16500

5650 18500

noot : de maximale VFR kruishoogte is FL 185.

Afkortingen: FL vliegniveau

Hoogte MSL: hoogte boven gemiddeld zeeniveau