Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 105 van het Landsbesluit luchtverkeer |
Citeertitel | Regeling seinen luchtvaart |
Vastgesteld door | Minister van Toerisme_x002C_ Economische Zaken_x002C_ Verkeer en Telecommunicatie |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 12 augustus 2007, gepubliceerd in P.B. 2007, no. 89, en in werking getreden op 10 november 2007.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Landsbesluit luchtverkeer, artikel 105
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 21-07-2010 AB 2013, GT no. 389 | n.v.t. |
Een luchtvaartuig dat moeilijkheden heeft waardoor het gedwongen wordt te landen zonder dat onmiddellijke hulp nodig is, geeft de volgende spoedseinen, gezamenlijk of afzonderlijk:
Ten behoeve van zoek- en reddingsacties worden door de desbetreffende luchtvaartuigen, reddingsvoertuigen, reddingseenheden en overlevenden de seinen gebruikt als in de bij deze regeling behorende bijlage 1 is aangegeven. In deze bijlage is tevens aangegeven hoe overeenkomstig deze seinen moet worden gehandeld.
Bij onderschepping van een luchtvaartuig worden door het onderscheppende en het onderschepte luchtvaartuig de seinen gebruikt als in de bij deze regeling behorende bijlage 2 is aangegeven.
Luchtvaartuigen die zonder toestemming in of bijna in een beperkt, verboden of gevaarlijk gebied vliegen, worden bij dag en bij nacht gewaarschuwd door het met tussenpozen van 10 seconden vanaf de grond afvuren van een serie projectielen, die bij het springen rode en groene lichten of sterren vertonen.
Op een luchtvaartterrein worden de in de bij deze regeling behorende bijlage 3 opgenomen grondseinen met de daarachter vermelde betekenis gebruikt.
Bijlage 1 Behorende bij artikel 5 van de Regeling seinen luchtvaart
1°. schommelen met de vleugels,
2°. het openen en sluiten van de gashandel, of
3°. het veranderen van de spoed van de propeller,
1°. schommelen met de vleugels,
2°. het openen en sluiten van de gashandel, of
3°. het veranderen van de spoed van de propeller.
1°. het hijsen van een vlag met verticale rode en witte strepen,
2°. het met een lamp herhaald seinen van de letter T met het sein – in morse code,
3°. het veranderen van koers in de gewenste richting;
b.om aan te geven dat men niet aan de vraag kan voldoen:
1°. het hijsen van een blauw met wit geblokte vlag,
2°. het met een lamp herhaald seinen van de letter N met het sein –. in morse code.
Wanneer een gezagvoerder bemerkt dat een luchtvaartuig, voertuig of vaartuig in nood verkeert is deze verplicht, tenzij hij hiertoe niet in staat is of de omstandigheden dit onredelijk of onnodig maken:
het reddingscoördinatiecentrum of de luchtverkeersdienst indien mogelijk de volgende informatie te verstrekken:
1°. het type luchtvaartuig, voertuig of vaartuig in nood, diens identificatie en toestand;
2°. diens positie, uitgedrukt in geografische coördinaten of in afstand en ware koers gezien vanuit een bepaald landkenmerk of van een radionavigatiehulpmiddel;
3°. tijdstip van waarneming, uitgedrukt in uren en minuten gecoördineerde wereldtijd;
4°. aantal waargenomen personen;
5°. of personen in de omgeving van het in nood verkerende toestel zijn waargenomen;
Wanneer het eerste luchtvaartuig dat de plaats van een ongeval bereikt, niet van een zoekdienst of reddingsdienst is, is het belast met de leiding van de plaatselijke activiteiten van alle andere luchtvaartuigen totdat het eerste luchtvaartuig van een zoekdienst of reddingsdienst de locatie bereikt. Als het luchtvaartuig echter in de tussentijd niet in staat is te communiceren met het reddingscoördinatiecentrum of de luchtverkeersdienst, draagt het met wederzijdse goedkeuring zijn verantwoordelijkheid over aan een luchtvaartuig dat wel in staat is die communicatie te verzorgen, tot de komst van het eerste luchtvaartuig van de zoekdienst of reddingsdienst.
Wanneer het noodzakelijk is voor een luchtvaartuig om een voertuig of vaartuig te leiden naar de plaats waar een luchtvaartuig, voertuig of vaartuig in nood is, doet de gezagvoerder dat door nauwkeurige aanwijzingen te geven met elk willekeurig middel dat ter beschikking is. Wanneer geen radiocontact tot stand kan worden gebracht, gebruikt het luchtvaartuig de seinen, bedoeld in onderdeel 1 of 2.
Wanneer het noodzakelijk is voor een luchtvaartuig om informatie te verstrekken aan overlevenden of reddingseenheden en tweezijdig radiocontact niet mogelijk is, werpt het, indien uitvoerbaar, communicatiemiddelen waarmee wel rechtstreeks radiocontact mogelijk is, af, of verstrekt het de informatie door deze af te werpen.
Bijlage 2 behorende bij artikel 6 van de Regeling seinen luchtvaart
Wanneer radioverbinding met het onderscheppende luchtvaartuig tot stand is gebracht maar communicatie in een gemeenschappelijke taal niet mogelijk is, worden pogingen ondernomen om essentiële informatie en bevestiging van opdrachten over te brengen door gebruikmaking van de volgende bewoordingen en uitspraken, waarbij elke bewoording twee maal wordt uitgezonden en de klemtoon op de onderstreepte delen wordt gelegd:
a.Door onderschepte luchtvaartuigen
b.Door onderscheppende luchtvaartuigen
Bijlage 3 behorende bij artikel 9 van de Regeling seinen luchtvaart
De volgende grondseinen op een luchtvaartterrein hebben de daarachter vermelde betekenis:
Bijlage 4 behorende bij artikel 10 van de Regeling seinen luchtvaart