Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 85, tweede lid, van het Landsbesluit luchtverkeer |
Citeertitel | Regeling valschermspringen |
Vastgesteld door | Minister van Toerisme_x002C_ Economische Zaken_x002C_ Verkeer en Telecommunicatie |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 1 augustus 2007, gepubliceerd in P.B. 2007, no. 63, en in werking getreden op 25 augustus 2007.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Landsbesluit luchtverkeer, artikel 85
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 27-03-2013 AB 2013, GT no. 386 | onbekend |
Voor het regelmatig gebruik van een valschermspringgebied moet door de betrokken luchtverkeersleidingorganisatie schriftelijk toestemming zijn verleend en moet het valschermspringgebied als zodanig zijn bekend gesteld aan luchtvarenden door middel van een publicatie in de luchtvaartgids AIP of een kennisgeving aan luchtvarenden (NOTAM).
Het voornemen tot incidenteel gebruik van een deel van het luchtruim als valschermspringgebied moet bekend zijn gesteld aan luchtvarenden door middel van een NOTAM.
Voor het incidenteel gebruik van een valschermspringgebied dat geheel of ten dele is gelegen binnen een (of meerdere) luchtverkeersleidingsgebied(en) moet toestemming zijn verkregen van de betrokken luchtverkeersleidingsdienst(en) nadat de betrokken luchtverkeersleidingsdienst overleg met de directeur van de Directie Luchtvaart heeft gepleegd.
Een verzoek tot toestemming als bedoeld in het eerste lid moet ten minste vijf werkdagen tevoren de betrokken luchtverkeersleidingsdienst hebben bereikt; indien een (voorlopige) toestemming wordt verleend, verzorgt laatstgenoemde dienst en wanneer meerdere luchtverkeersleidingsdiensten betrokken zijn, de luchtverkeersleidingsdienst die luchtverkeersleiding geeft in het luchtverkeersleidingsgebied met de laagste verticale begrenzing, de bekendstelling als bedoeld in artikel 3.
Een verzoek tot toestemming als bedoeld in het derde lid moet ten minste 5 werkdagen tevoren de havenmeester hebben bereikt. Indien een (voorlopige) toestemming wordt verleend, meldt de aanvrager het voorgenomen incidentele gebruik van het valschermspringgebied zo spoedig mogelijk maar ten minste 3 dagen tevoren aan bij de Luchtvaartinlichtingendienst (AIS) ten behoeve van de NOTAM zoals bedoeld in artikel 3.
De gezagvoerder van het luchtvaartuig van waaruit de valschermsprongen worden uitgevoerd, overtuigt zich voor de aanvang van de vlucht ervan dat het valschermspringgebied door middel van een publicatie in de luchtvaartgids of een kennisgeving aan luchtvarenden (NOTAM) is bekend gesteld aan luchtvarenden.