De raad van de gemeente Alphen-Chaam;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 22
maart 2005;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
besluit :
vast te stellen de "Inspraakverordening" overeenkomstig de tekst zoals die
aan dit besluit is gehecht.
Aldus besloten in de vergadering
van 28 april 2005
DE RAAD VOORNOEMD,
,voorzitter
,griffier
INSPRAAKVERORDENING
Artikel 1 Begripsbepalingen
De verordening verstaat onder:
- a.
inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de
voorbereiding van gemeentelijk beleid;
- b.
inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt
gegeven;
- c.
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het
vaststellen of wijzigen van beleid.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
- 1.
Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden
of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk
beleid.
- 2.
Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.
- 3.
Geen inspraak wordt verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder
vastgesteld beleidsvoornemen;
- b.
indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is
uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving
waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks
beleidsvrijheid heeft;
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke
dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van
de Gemeentewet;
- e.
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate
spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
- f.
indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang
van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare
groepen in de samenleving.
Artikel 3 Inspraakgerechtigden
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
Artikel 4 Inspraakprocedure
- 1.
Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4. van de Algemene wet
bestuursrecht van toepassing, met dien verstande dat de termijn van
terinzagelegging bij de voorbereiding van de toepassing van artikel
19, lid 1, jo. 19a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, vier weken
bedraagt.
- 2.
Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere
inspraakprocedure vaststellen.
Artikel 5 Eindverslag
- 1.
Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een
eindverslag op.
- 2.
Het eindverslag bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
- b.
een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak
mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
- c.
een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed
wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing
van het beleidsvoornemen wordt overgegaan;
- 3.
Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze
openbaar.
- 4.
De burgemeester vermeld het eindverslag in zijn
burgerjaarverslag.
Artikel 6 Intrekken oude
verordening
De “inspraakverordening 1997”, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 februari
1997, wordt ingetrokken.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van
haar bekendmaking.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening.