Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING houdende uitvoering van het op 30 augustus 1962 te 's-Gravenhage gesloten Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en andere executoriale titels in burgerlijke zaken (Trb. 1963, no. 50)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING houdende uitvoering van het op 30 augustus 1962 te 's-Gravenhage gesloten Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en andere executoriale titels in burgerlijke zaken (Trb. 1963, no. 50)
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 29 december 1965, gepubliceerd in P.B. 1966, no. 3, en in werking getreden op 1 februari 1971.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010geconsolideerde tekst (GT)

19-04-2013

AB 2013, GT no. 500

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende uitvoering van het op 30 augustus 1962 te 's-Gravenhage gesloten Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en andere executoriale titels in burgerlijke zaken (Trb. 1963, no. 50)

 

 

Artikel 1

Het verlof tot tenuitvoerlegging, bedoeld in artikel 6 van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen en andere executoriale titels in burgerlijke zaken (Trb. 1963, no. 50; P.B. 1965, no. 61), wordt verleend door de rechter in eerste aanleg.

Artikel 2
  • 1.

    Het verlof tot tenuitvoerlegging wordt gevraagd bij verzoekschrift.

  • 2.

    Bij ongenoegzaamheid van de bij het verzoekschrift overgelegde stukken wordt de verzoeker de gelegenheid tot aanvulling gegeven.

Artikel 3
  • 1.

    De rechter in eerste aanleg geeft zijn beschikking met bekwame spoed. Zij wordt verleend in de vorm van een eenvoudig verlof, dat op de grosse van de ten uitvoer te leggen beslissing wordt gesteld.

  • 2.

    De rechter in eerste aanleg veroordeelt de schuldenaar in de kosten welke op de afgifte van het verlof zijn gevallen.

  • 3.

    De beschikking van de rechter in eerste aanleg is niet vatbaar voor verzet.

  • 4.

    Weigering van het verlof tot tenuitvoerlegging geschiedt bij een met redenen omklede uitspraak, welke door de griffier terstond ter kennis van de verzoeker wordt gebracht.

Artikel 4

Tegen de uitspraak waarbij het verlof is geweigerd, kan alleen de verzoeker binnen een maand na de dag waarop zij is gegeven, hoger beroep bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba instellen. De artikelen 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

Geschillen over de tenuitvoerlegging van beslissingen, welke overeenkomstig deze landsverordening uitvoerbaar zijn verklaard, worden gebracht voor de rechter in eerste aanleg.

Artikel 6

De rechter in eerste aanleg tot wie het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging werd gericht, neemt kennis van het geding, genoemd in artikel 14, tweede lid, van het Verdrag. Dit geding schorst de werking van het verlof tot tenuitvoerlegging, tenzij de rechter anders beslist.

Artikel 7

Het bepaalde bij de artikelen 1 tot en met 6 vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van de executoriale titels, genoemd in artikel 16 van het Verdrag.

Artikel 8

[regelt de inwerkingtreding]