Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, houdende regels met betrekking tot de bezoldiging en verdere inkomsten, pensioengrondslag, alsmede de overbruggingsuitkering na ontslag van dienstplichtigen |
Citeertitel | Bezoldigingsbesluit dienstplichtigen |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 6 januari 1987, gepubliceerd in P.B. 1987, no. 2, en in werking getreden op 25 april 1987, met terugwerkende kracht tot en met 1 december 1986.
De bijlagen zijn destijds niet meegepubliceerd. Het vergt dus een zelfstandig wetgevingsproces om de bijlagen alsnog vast te stellen en te publiceren. Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Dienstplichtverordening, artikelen 68 en 117
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 05-04-2013 A.B. 2013, GT no. 810 | onbekend |
In de bij dit landsbesluit behorende bijlage A zijn de bezoldigingsschalen en de pensioengrondslagen van de ongehuwde en de gehuwde dienstplichtigen vermeld, die behoren bij de onderscheiden leeftijden, klassen in de stand van matroos en rangen, die zij kunnen hebben.
De jaarlijkse en maandelijkse bezoldigingen alsmede de pensioengrondslagen van de vrijwillig nadienende dienstplichtigen worden naar de klasse in de stand van matroos, waarin zij zijn ingedeeld, dan wel naar de rang, die zij bekleden, vastgesteld aan de hand van de in Bijlage A vermelde bezoldigingschalen.
Verhoging van bezoldiging als gevolg van wijziging van de burgerlijke staat van de dienstplichtige gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op die, waarin de wijziging heeft plaats gehad, tenzij de wijziging zich voordoet op de eerste dag van de maand, in welk geval de wijziging ingaat op de eerste dag van die maand.
De bezoldiging van een vrijwillig nadienende dienstplichtige wordt door de minister bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en voldoende dienstijver periodiek verhoogd op de wijze als in de onderscheiden schalen van bezoldiging is aangegeven naar gelang van de voor de berekening van de bezoldiging geldende diensttijd in de eerste klasse in de stand van matroos dan wel in de rang.
Indien de betrokkene daarna in meer dan voldoende mate bekwaamheid, geschiktheid of dienstijver betoont, kunnen de nadelen aan de in het vorige lid bedoelde onthouding verbonden, hetzij met terugwerkende kracht, hetzij voor de toekomst geheel of gedeeltelijk door de minister ongedaan worden gemaakt.
Voor de berekening van de diensttijd, die aanspraak geeft op periodieke bezoldigingsverhoging, geldt de tijd in werkelijke dienst doorgebracht.
Als diensttijd, geldig voor de toekenning van periodieke bezoldigingsverhoging, blijft buiten aanmerking:
Indien het een dienstplichtige dan wel een niet in werkelijke dienst zijnde dienstplichtige op grond van artikel 27, derde lid, van de Dienstplichtverordening is vergund in werkelijke dienst te blijven onderscheidenlijk te komen met ingang van een andere dan de eerste dag van een kalendermaand, worden de voor periodieke bezoldigingsverhogingen gestelde tijdvakken van twee jaren geacht te beginnen op de eerste dag van de onmiddellijk daarop volgende kalandermaand.
Indien door onthouding van periodieke bezoldigingsverhogingen gedurende enige tijd of door toepassing van artikel 7 aanspraak op een periodieke bezoldigingsverhoging zou worden verkregen op een andere dan de eerste dag van een kalendermaand, gaat de periodieke verhoging in op de eerste dag van de onmiddellijk daarop volgende kalendermaand.
Bij bevordering tot de eerste klasse in de stand van matroos, een rang dan wel een hogere rang wordt aan de vrijwillig nadienende dienstplichtige met ingang van de dag, waarop de bevordering is ingegaan, de bezoldiging toegekend, die is gelegen onmiddellijk boven het bedrag, dat laatstelijk in onderscheidenlijk de tweede klasse in de stand van matroos, de eerste klasse in die stand, dan wel de lagere rang aan bezoldiging is genoten.Indien een vooruitgang van bezoldiging wordt verkregen, gelijk aan of minder dan het bedrag van de eerstvolgende periodieke bezoldigingsverhoging in de eerste klasse in de stand van matroos dan wel de vorige rang, telt de voor die verhoging vervulde diensttijd mee voor de toekenning van de eerstvolgende verhoging in de nieuwe rang.
Aan een vrijwillig nadienende dienstplichtige, die bij administratieve maatregel is teruggesteld, wordt met ingang van de dag, waarop die maatregel is ingegaan, een bezoldiging toegekend gelijk aan het hoogste bedrag, voorkomende in deals dan op hem van toepassing zijnde schaal, dat niet hoger is dan het bedrag, dat laatstelijk voor de toepassing van de bedoelde maatregel aan bezoldiging is genoten.
Boven en behalve de vastgestelde bezoldiging geniet de gehuwde dienstplichtige voor zijn ongehuwde wettige, gewettigde, geadopteerde of stiefkinderen beneden de leeftijd van 18 jaar, laatstgenoemden voor zover zij ten laste van de dienstplichtige komen, een kindertoelage, die wordt toegekend door of namens de minister.
Het eerste lid is eveneens van toepassing op kinderen beneden de leeftijd van 18 jaar, die deel uitmaken van het gezin van de dienstplichtige, die hij geheel als eigen kinderen onderhoudt en opvoedt en die niet door de eigen ouders of hun voogden kunnen worden onderhouden en opgevoed, elk afzonderlijk geval door de minister te beoordelen.
Het bepaalde in het tweede lid is niet van toepassing op natuurlijke kinderen van de dienstplichtige, tenzij de moeder van deze kinderen is overleden en de dienstplichtige deze kinderen heeft erkend, dan wel de voogdij over deze kinderen uitoefent en bedoelde kinderen deel uitmaken van zijn gezin en geheel als eigen kinderen door hem worden onderhouden en opgevoed, elk afzonderlijk geval door de minister te beoordelen.
Voor toepassing van dit artikel worden met kinderen beneden de leeftijd van 18 jaar gelijkgesteld:
kinderen van 18 tot 25 jaar, die naar het oordeel van de minister ten gevolge van ziekte of gebreken blijvend buiten staat zijn om met arbeid, die voor hun krachten is berekend, een derde te verdienen van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde kinderen van gelijke leeftijd in staat zijn met arbeid te verdienen.
Aan de vrijwillig nadienende dienstplichtige, die is te werk gesteld in Aruba kan door de minister, indien daartoe naar diens oordeel aanleiding bestaat, ter zake van die tewerkstelling een toelage buitenland worden toegekend, waarvan het bedrag door de minister wordt vastgesteld.
Aan de dienstplichtige, die voor herhalingsoefening in werkelijke dienst is, wordt op zijn verzoek door de minister ter vergoeding van gederfde inkomsten een toelage herhalingsoefening toegekend, waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de inkomsten, die hij zeker zou hebben genoten als zelfstandig ondernemer dan wel uit een dienstbetrekking, indien hij niet in werkelijke dienst zou zijn, en de bezoldiging, waarop hij ingevolge artikel 3, eerste lid, van dit landsbesluit aanspraak heeft, mits het bedrag van de bedoelde inkomsten groter is dan dat van de bezoldiging.
De gratificatie bestaat uit het bedrag van de voor hem geldende bezoldiging per maand, verhoogd met eventuele kindertoelage en kostwinnerstoelage, die de vrijwillig nadienende dienstplichtige genoot op de dag waarop hij de op het ambtsjubileum betrekking hebbende diensttijd heeft volbracht, afgerond naar boven tot een veelvoud van vijf gulden.
Voor het verrichten van een etmaal (wacht)dienst als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder b, van de Regeling werk- en rusttijden militairen zeemacht wordt bovendien een toelage toegekend NAf 180,- in Nederlands courant, indien die (wacht)dienst wordt verricht op een zondag of een dag als bedoeld in artikel 24, tweede en derde lid, van het Reglement rechtstoestand dienstplichtigen (Stb. 1982, no. 280) of een dag als bedoeld in artikel 66 van de Dienstplichtverordening.
Voor de berekening van de toelage voor een gedeelte van een etmaal wordt een (wacht)dienst van ten minste 15 achtereenvolgende uren aangemerkt als (wacht)dienst gedurende een geheel etmaal. Voor een (wacht)dienst van minder dan 15 achtereenvolgende uren wordt de toelage, bedoeld in het tweede lid, gehalveerd.