Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 6 van de Landsstudietoelagenregeling |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling niet is aangepast aan de nieuwe staatkundige situatie aangezien de regering voornemens is om de regeling op korte termijn in te trekken, en te vervangen door een nieuwe regeling.
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 12 juli 1982, gepubliceerd in P.B. 1982, no. 176, en in werking getreden op 1 augustus 1982.
De bijlage ontbreekt.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Landsstudietoelagenregeling, artikel 6
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | bestendiging Antilliaanse regelgeving in Sint Maarten | 21-07-2010 A.B. 2010, GT no. 1 en A.B. 2010, GT no. 30 | onbekend |
HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen
Dit landsbesluit verstaat onder:
ouders: ouders, voogden en verzorgers;
verzorgers: meerderjarige personen die, geen ouders of voogden zijnde, kinderen van anderen als eigen kinderen onderhouden en opvoeden, elk afzonderlijk geval door de Minister van Onderwijs te beoordelen;
studenten: minderjarige kinderen, meerderjarige personen die geen inkomen hebben en pleegkinderen;
pleegkinderen: kinderen die door verzorgers als eigen kinderen worden onderhouden en opgevoed, elk afzonderlijk geval door de Minister van Onderwijs te beoordelen.
De ouders van studenten aan wie een studietoelage vanwege het Land wordt toegekend, zijn een ouderlijke bijdrage per jaar verschuldigd in de kosten van onderhoud en studie van de betrokken studenten, afhankelijk van hun inkomen en tot de bedragen vermeld in de bij dit landsbesluit behorende tabel.
HOOFDSTUK II Van het inkomen en de ouderlijke bijdrage.
Onder inkomen wordt verstaan het belastbaar inkomen van degene die de ouderlijke bijdrage verschuldigd is, over het kalenderjaar voorafgaande aan dat waarin de studietoelage werd of zal worden toegekend. Hierbij wordt uitgegaan van het belastbaar inkomen dat is aangegeven in het persoonlijke aangiftebiljet en dat tevens is geakkordeerd door de Inspektie der Belastingen tenzij de Minister van Financiën op grond van bijzondere omstandigheden bij met redenen omklede beschikking een ander bedrag vaststelt.
De ouderlijke bijdrage zal jaarlijks worden bepaald aan de hand van het inkomen dat vastgesteld is overeenkomstig het eerste lid en is verschuldigd met ingang van de dag waarop de studietoelage wordt toegekend. Indien de student reeds in het genot van de studietoelage is vindt aanpasssing van de ouderlijke bijdrage plaats met ingang van een door de Inspektie der Belastingen op te geven datum.
Voor de derde student van dezelfde ouders wordt de ouderlijke bijdrage bepaald op 25% van de voor de eerste student verschuldigde ouderlijke bijdrage. Ter verkrijging van het uiteindelijke bedrag der te betalen ouderlijke bijdrage wordt deze, na toepassing van het vorige lid, naar boven afgerond op een veelvoud van twaalf.
Indien reeds één of meer studenten van de ouders bedoeld in artikel 2, die op 1 januari van het jaar waarin de studietoelage werd of zal worden toegekend de leeftijd van 25 jaren nog niet hebben bereikt, buiten de Nederlandse Antillen voor eigen rekening van die ouders onderwijs - met uitzondering van gewoon lager onderwijs - volgens [bedoeld zal zijn: volgen], ondergaat het bedrag der ouderlijke bijdrage volgens de tabel verschuldigd voor de student aan wie een studietoelage werd of zal worden toegekend, nadat daarop eventueel het voorgaande artikel is toegepast de volgende verminderingen: indien één kind voor eigen rekening onderwijs in het buitenland volgt: 20%;