Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSBESLUIT tot uitvoering van de Landsverordening I. U. en D.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingLANDSBESLUIT tot uitvoering van de Landsverordening I. U. en D.
CiteertitelBesluit 1908
Vastgesteld doorregering
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 3 december 1908, gepubliceerd in P.B.1908, no. 62, en in werking getreden op 1 januari 1909.

De bijlage is niet opgenomen.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Landsverordening I.U. en D.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Geconsolideerde tekst (GT)

16-06-2014

AB 2014, GT no. 5

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSBESLUIT tot uitvoering van de Landsverordening I. U en D.

 

 

Kantooruren

 

Artikel 1
  • 1.

    De kantoren voor de dienst van de in-, uit- en doorvoer en de accijnzen zullen zijn geopend op de werkdagen maandag tot en met vrijdag van 07:30 uur tot 12:00 uur en van 13:30 uur tot 17:00 uur, behoudens zodanige voorzieningen als tot gerief van de handel door de Inspecteur der Belastingdienst zullen worden getroffen

  • 2.

    In- en uitklaring van schepen kan geschieden op alle dagen en uren.

Kosten van dienstverlening

 

Artikel 2
  • 1.

    In dit en de volgende artikelen worden de zaterdagen, de zondagen en de krachtens de Arbeidsregeling met de zondag gelijkgestelde dagen niet tot de gewone diensttijd gerekend.

  • 2.

    De gewone diensttijd is van 07:00 uur tot 12:00 en van 13:00 uur tot 16:00 uur

Artikel 3
  • 1.

    De dienstverlening van ambtenaren is, behoudens in nagenoemde gevallen, kosteloos wanneer zij plaats heeft op de bij de wettelijke regelingen aangewezen gewone plaatsen van in-, uit- en doorvoer en de accijnzen en lossing en in de gewone diensttijd.

  • 2.

    In de navolgende gevallen is NAƒ 7,50 per uur verschuldigd:

    • a.

      voor dienstverlening buiten de gewone plaatsen van in-, uit- en doorvoer en lossing;

    • b.

      voor dienstverlening op gewone plaatsen van in-, uit- en doorvoer en lossing buiten de gewone diensttijd;

    • c.

      in alle gevallen, waarin kosten van bewaking door de ambtenaren, van verzegeling of plombering volgens de verordening ten laste van belanghebbenden komen;

    • d.

      voor het toezicht van ambtenaren bij werkzaamheden in entrepots, in bergplaatsen onder genot van krediet om de accijns en in bergplaatsen voor tijdelijk opslag van goederen, waarvoor de termijn van vijf dagen, bedoeld in artikel 46, eerste lid, onder b, van de Landsverordening I. U. en D. is verlengd.

  • 3.

    Voor dienstverrichtingen, uitsluitend op verzoek en ten gerieve van belanghebbenden, is verschuldigd:

    • a.

      NAƒ 12,50 per uur, indien deze verrichtingen plaatsvinden tussen 06:00 uur en 18:00 uur;

    • b.

      NAƒ 15,- per uur, indien deze verrichtingen plaatsvinden tussen 18:00 uur en 06:00 uur;

    • c.

      NAƒ 25,- per uur, indien het betreft vrijmaking van goederen buiten de gewone diensttijd, doch niet op zaterdagen, zondagen en de krachtens de Arbeidsregeling met de zondag gelijkgestelde dagen;

    • d.

      NAƒ 25,- per uur, indien het betreft vrijmaking van goederen op zaterdagen, zondagen en de krachtens de Arbeidsregeling met de zondag gelijk gestelde dagen.

  • 4.

    Voor dienstverlening bij in- en uitklaring van schepen tussen 18:00 uur en 06:00 uur is NAƒ 11,- per uur verschuldigd.

Artikel 4
  • 1.

    Aan de ambtenaar der Belastingdienst, aan wie een dienstverrichting wordt opgedragen, zonder dat hij van tevoren in de gelegenheid was om de gedurende die dienstverrichting normaal benodigde voeding mee te nemen, worden maaltijdvergoedingen uitgekeerd, tenzij kosteloze verstrekking van voeding plaatsvindt of voldoende gelegenheid wordt gegeven om de maaltijden thuis te nuttigen.

  • 2.

    De maaltijdvergoedingen zijn ten laste van de belanghebbenden, indien de dienstverrichting te hunnen gerieve plaatsvindt. De maaltijdvergoedingen worden berekend volgens onderstaand tarief:

    • a.

      indien de dienstverrichting langer dan zes maar niet langer dan 10 uur duurt: NAƒ 4,50;

    • b.

      indien de dienstverrichting langer dan 10 uur duurt: NAƒ 9,-.

  • 3.

    De maaltijdvergoedingen worden berekend volgens onderstaand tarief:

    • a.

      indien de dienstverrichting langer dan zes maar niet langer dan 10 uur duurt: NAƒ 10,-;

    • b.

      indien de dienstverrichting langer dan 10 uur duurt: NAƒ 15,-.

  • 4.

    De aanspraak op vorenbedoelde maaltijdvergoedingen vervalt, indien maaltijdvergoedingen toegekend worden op grond van andere algemeen verbindende voorschriften.

  • 5.

    Naar dezelfde regeling worden maaltijdvergoedingen uitgekeerd aan andere burgerlijke landsdienaren, die aangewezen worden om de ambtenaren der Belastingdienst in hun dienstverrichting bij te staan.

Artikel 5
  • 1.

    Bij alle berekeningen van kosten, volgens de voorgaande artikelen gelden de volgende regels.

  • 2.

    De kosten worden berekend voor iedere voor een dienstverrichting door de Inspecteur aangewezen ambtenaar, met dien verstande dat als kosten voor bewaking van een schip tenminste de kosten worden berekend voor dienstverrichting door één ambtenaar.

  • 3.

    Onder de kosten is niet begrepen de beloning van arbeiders, die door de ambtenaren in dienst moeten worden genomen die daarboven te vergoeden is; het staat echter aan de belanghebbenden vrij zelf arbeiders te verschaffen, mits deze zich gedragen naar de aanwijzingen van de ambtenaren.

  • 4.

    Gedeelten van een uur worden voor een geheel gerekend.

  • 5.

    Aanvragen van ambtenaren voor enige dienstverrichting moet geschieden met vermelding van de tijdsduur en het tijdstip van aanvang. Worden de werkzaamheden niet op het daarvoor aangegeven uur aangevangen of niet geregeld voortgezet, dan zijn die kosten niettemin van dat tijdstip af en voor de opgegeven duur verschuldigd, berekend volgens het tarief, genoemd in artikel 3, derde lid, tenzij door de overheid over de ambtenaren voor andere diensten is beschikt.

Artikel 6
  • 1.

    De kosten volgens de artikelen 2 tot en met 5 moeten door de schipper of degene, die het beheer van de goederen heeft, aan de Ontvanger of in buitengewone gevallen, ter beoordeling van de Inspecteur, aan de dienstdoende ambtenaren, tegen kwitantie worden betaald.

  • 2.

    Voor stoomschepen als bedoeld in artikel 159, tweede lid, van de Landsverordening I. U. en D., kan de Inspecteur vergunnen, dat de kosten elders of aan anderen dan de genoemde ambtenaren worden betaald.

Artikel 7

Voor het afgeven van ambtelijke verklaringen door of namens de Inspecteur op verzoek van belanghebbenden en buiten de kantooruren, zoals deze bij artikel 1 van dit besluit zijn geregeld, wordt aan de belanghebbende, ten behoeve van het Land in rekening gebracht voor iedere verklaring die door of namens de Inspecteur wordt getekend of op andere wijze van een merkteken wordt voorzien, een bedrag van NAƒ 10,-;

Worden meer dan vier verklaringen gelijktijdig ter ondertekening aangeboden, dan worden de volgende kosten in rekening gebracht;

voor 5 verklaringen of meer maar minder dan 10:

NAƒ 15,-;

voor 10 verklaringen of meer maar minder dan 20:

NAƒ 22,-;

voor 20 verklaringen of meer maar minder dan 30:

NAƒ 35,-;

voor 30 verklaringen of meer maar minder dan 40:

NAƒ 50,-;

voor 40 verklaringen of meer maar minder dan 50:

NAƒ 65,-;

voor 50 verklaringen of meer maar minder dan 60:

NAƒ 75,-;

en voorts voor ieder tiental verklaringen of gedeelten van een tiental boven het getal van 60 verklaringen een bedrag van NAƒ 10,-.

Artikel 8

Het verzoek, verklaringen als in artikel 7 bedoeld van een ondertekening of merkteken te voorzien, wordt bij de Ontvanger schriftelijk en in tweevoud ingediend. De Ontvanger tekent op beide exemplaren het uur en de datum van aanbieding van het verzoek aan en int, alvorens aan het verzoek van belanghebbende te voldoen of te laten voldoen, de ingevolge het vorig artikel verschuldigde gelden tegen kwitantie.

Modellen

 

Artikel 9

De akten van inklaring, vracht- en doorvoerlijsten worden ingericht overeenkomstig de aan dit besluit gehechte modellen.

Artikel 9a
  • 1.

    Het Enig Document, genoemd in artikel 8 van de Landsverordening I. U. en D., is verkrijgbaar tegen betaling van NAƒ 0,50 per basisset of bislijst.

  • 2.

    De akten van inklaring, vrachtlijsten en vrachtlijsten binnenvellen, vertrekpassen en klaringslijsten, bedoeld in artikel 8 van de Landsverordening I.U. en D. zijn verkrijgbaar tegen betaling van NAƒ 0,25 per stuk.

Artikel 9b

Het Enig Document alsmede vrachtlijsten met één binnenvel, extra vrachtlijsten binnenvellen, klaringslijsten, vertrekpassen en akten van inklaring zijn verkrijgbaar bij de Ontvanger alsmede bij daartoe door de Inspecteur der Douane aangewezen aangiftepunten van de Douane.

Artikel 9c
  • 1.

    Slechts aangiften, gedaan door inlevering van een volledig ingevuld en ondertekend Enig Document, worden in behandeling genomen.

  • 2.

    Het Enig Document is niet vereist in geval:

    • a.

      [vervallen]

    • b.

      ingevolge artikel 46, derde lid, van de Landsverordening I.U. en D. tijdelijk opgeslagen goederen naar het overheidsentrepot worden overgebracht;

    • c.

      ingevolge verdragen, die voor het Land gelden, documenten worden gebruikt, die in overeenstemming zijn met de in die verdragen gegeven voorschriften.

Artikel 9d

De aangever is niet gehouden gebruik te maken van de formulieren die namens Sint Maarten verkrijgbaar zijn gesteld, doch kan desgewenst gebruik maken van een formulier dat door hemzelf is vervaardigd, mits hij van de Inspecteur der Douane schriftelijk toestemming tot het gebruik daarvan heeft verkregen zonodig onder door deze vast te stellen voorwaarden.

De Landsverordening I. U. en D.

 

Artikel 9e

Ter uitvoering van artikel 11, eerste lid, onder 2°, van de Landsverordening I. U. en D. wordt het volgende vliegveld aangewezen: de Prinses Juliana luchthaven.

Artikel 10

Als de ambtenaar, als bedoeld in artikel 18 van de Landsverordening I. U. en D., wordt aangewezen de Inspecteur der belastingdienst.

Reisbagage

 

Artikel 11
  • 1.

    De bagage, die reizigers, met schepen in Sint Maarten komende, met zich voeren, behoeft niet te worden ingeklaard, doch wordt op de losplaats ter visitatie aangeboden.

  • 2.

    Alvorens tot de visitatie over te gaan, vragen de ambtenaren de reiziger of zich onder diens bagage ook goederen bevinden, waarvoor invoerrecht of accijns is verschuldigd, met verzoek, die dan mondeling of schriftelijk aan te geven.

  • 3.

    Wordt dergelijke aangifte niet gedaan, dan wordt de bagage, na zo nodig te zijn onderzocht, zonder verwijl vrijgegeven.

  • 4.

    De mondelinge aangiften worden door de ambtenaren in een register geschreven waarvan elke bladzijde bestaat uit een vaste en een losse strook. De losse strook, die na betaling van de verschuldigde rechten uitgescheurd wordt, dient als kwitantie, waarop alsdan de visitatie plaats vindt.

  • 5.

    Naar regels door de Inspecteur der Belastingdienst te stellen, geschiedt het innen van de verschuldigde rechten door de Ontvanger of de visiterende ambtenaren zelf. De ambtenaar die de aldus verschuldigde rechten int is verantwoordelijk voor de berekening, ontvangst en afdracht daarvan.

Artikel 12
  • 1.

    Bagage, die zonder de reizigers binnenkomt, wordt, bij inklaring met vrachtlijsten, als laatste post op de vrachtlijst vermeld of er wordt daarvoor een afzonderlijke vrachtlijst ingeleverd; de omschrijving geschiedt als “reisbagage”, met vermelding van het aantal colli.

  • 2.

    De bagage wordt dadelijk bij de lossing of na tijdelijke opslag op aanvraag van de belanghebbenden en na, zo nodig, te zijn gevisiteerd, vrijgegeven, tenzij zich daaronder belaste goederen bevinden, in welk geval daarvoor de gewone bepalingen op de voet als voor handelsgoederen toepasselijk zijn.

Artikel 13

Reisbagage kan, behoudens de bevoegdheid tot visitatie, wegens bijzondere redenen nodig geacht, ongeopend worden doorgevoerd met doorvoerlijsten, met dezelfde omschrijving als in artikel 12 bepaald, behoudens bewaking bij het vervoer van de losplaats naar de plaats van inlading.

Handelsmonsters

 

Artikel 14

Voor stalen of monsters van handelsartikelen (behalve die van een geheel onbeduidende handelswaarde ter beoordeling van de overheid, welke vrij en zonder enige andere formaliteiten van visitatie kunnen worden toegelaten) wordt, behoudens maatregelen tot herkenning van de identiteit, een transitopaspoort afgegeven tegen zekerheidsstelling voor of consignatie van het invoerrecht.

Tijdschriften

 

Artikel 15
  • 1.

    Ingevoerd wordende kleine pakken tijdschriften en dergelijke kunnen bij inklaring met vrachtlijsten aan de voet van de vrachtlijst ingeschreven worden in van dezer voege: "10 pakken tijdschriften en andere drukwerken".

  • 2.

    In dit geval worden deze goederen na aangifte desverlangd terstond gevisiteerd.

Artikel 16

[vervallen]

 

Reglement van orde voor de Commissies van beoordeeling

 

Artikel 17
  • 1.

    De voorzitter leidt de behandeling van de zaak en zorgt voor spoedige afdoening.

  • 2.

    Zaken, waarin de afgifte van de goederen op de voet van artikel 67 van de Landsverordening I. U. en D. niet mogelijk was, hebben voorrang.

  • 3.

    De belanghebbende wordt steeds opgeroepen om inlichtingen te verstrekken.

  • 4.

    De leden van de commissie en de deskundigen hebben toegang tot de goederen of de aangehouden stalen enzovoort. In het geval, voorzien in artikel 67, vierde lid, gemeld, stelt de voorzitter de belanghebbenden in kennis van de plaats waar en de tijd, waarop de goederen aan een of meer leden van de commissie of de deskundigen moeten worden getoond.

  • 5.

    Indien de commissie daartoe termen vindt, kan zij op verzoek van de belanghebbende de goederen bezichtigen, ter plaatse waar deze zich bevinden.

  • 6.

    Na gedachtewisseling in de vergadering van de commissie wordt de beslissing omtrent de waarde, of de schadevergoeding in stemming gebracht. Vóór een beslissing omtrent het bedrag van de schadevergoeding, wordt in behandeling genomen de vraag of de aangever het oponthoud van de goederen niet had kunnen voorkomen door bespoediging van de behandeling van de zaak of meerdere medewerking tot afgifte van de goederen op de voet van artikel 67 van de Landsverordening I. U. en D.

  • 7.

    Bij alle stemmingen stemt de voorzitter het laatst.

  • 8.

    De beslissing van de commissie is met redenen omkleed en wordt door de voorzitter aan de belanghebbende meegedeeld.

  • 9.

    De schriftelijke bescheiden, aangehouden stalen, enzovoort worden, zodra daarvan het nodige gebruik is gemaakt, ter beschikking van de belanghebbende gesteld.

  • 10.

    Het archief van de commissie berust onder de voorzitter.

  • 11.

    Bij verhindering van de voorzitter treedt op een van de leden naar volgorde waarin zij zijn benoemd.

  • 12.

    De onkosten door de commissie gemaakt, waaronder begrepen de beloning van deskundigen worden aan de commissie uit de Landskas, op declaratie van de voorzitter, vergoed.

Onvrij terrein

 

Artikel 18

De grenzen van de plaatsen, bedoeld in artikel 103 van de Landsverordening I. U. en D., worden bepaald als volgt:

  • a.

    [vervallen]

  • b.

    [vervallen]

  • c.

    [vervallen]

  • d.

    Philipsburg wordt begrensd:

    ten noorden: door de zuidelijke oever van het Zoutmeer;

    ten zuiden: door het strand van de zee;

    ten oosten: door een lijn gaande van de westzijde van de uitwatering van het Kanaal Rolandus aan het zeestrand, langs de westzijde van de dam van dit kanaal tot aan de noordoosthoek van de omheining van het erf van wijlen Haddocks en vandaar in de richting van de piek van de Paradijsberg langs de oostelijke omheiningen van de erven langs aan het Oosteinde van het dorp, dwars voor de uiteinden van de achterstraat en van het pad aan de panzijde tot aan de zuidelijke oever van het Zoutmeer:

    ten westen: door een rechte lijn, lopende van het strand van de zee in de richting van de dwarsstraat ten westen van de R.K. begraafplaats, tot aan de zuidelijke oever van het Zoutmeer;

  • e.

    [vervallen]

  • f.

    [vervallen]

Artikel 19

[vervallen]

Vrijstelling van Invoerrecht

 

Artikel 20
  • [vervallen]

Postpakketten

 

Artikel 21

Voor de invoerrechten, verschuldigd voor postpakketten, wordt steeds uitstel van betaling verleend overeenkomstig artikel 123, tweede lid, van de Landsverordening I. U. en D.; er wordt geen zekerheid gevorderd. Eenzelfde uitstel wordt verleend voor accijns.

Interest van zekerheidstelling

 

Artikel 22

De interest ingevolge artikel 191, tweede lid, van de Landsverordening I. U. en D. wordt bepaald op 2,4% per jaar.

Monsters van goederen in entrepot

 

Artikel 23

Monsters van goederen in entrepot kunnen door de entrepositarissen vrij van invoerrechten of accijns worden genomen in een matige hoeveelheid ter beoordeling van de Inspecteur en voor dranken niet dan in proefflesjes van hoogstens drie deciliter; bij uitzondering kan voor wijn een halve gewone fles worden toegelaten.

Huur van overheidsentrepot en overheidsbergplaatsen

 

Artikel 24
  • 1.

    Voor huur van overheidsentrepot of overheidsbergplaats is verschuldigd:

    • a.

      bij tijdelijke opslag van goederen voor een eerste termijn van vijf dagen NAƒ 5,- per m³, daarna voor elke van de eerstkomende twee termijnen van 14 dagen NAƒ 15,- per m³ en vervolgens voor elke termijn van 14 dagen NAƒ 22,50 per m³;

    • b.

      bij entreposering van goederen voor elk van de eerstkomende twee termijnen van 14 dagen NAƒ 15,- per m³ en vervolgens voor elke termijn van 14 dagen NAƒ 22,50 per m³;

    • c.

      bij tijdelijke opslag van goederen, ingeklaard volgens de derde afdeling van Hoofdstuk IV van de Landsverordening I.U. en D. en waarvan bij uitslag de doorvoer vaststaat, voor een eerste termijn van vijf dagen NAƒ 2,50 per m³, daarna voor elke van de eerstkomende zes termijnen van 14 dagen NAƒ 4,- per m³ en vervolgens voor elke termijn van 14 dagen NAƒ 15,- per m³.

  • 2.

    Voor goederen in tijdelijke opslag, die ingevolge artikel 46, laatste lid, van de Landsverordening I. U. en D. naar het overheidsentrepot worden overgebracht, wordt de eerste termijn van 5 dagen ingekort met het aantal dagen, dat de goederen zich reeds in tijdelijke opslag bevinden.

  • 3.

    In al de hiervoor bedoelde gevallen wordt een tijdvak, korter dan de genoemde termijnen, zowel als een gedeelte van een m³ voor een vol gerekend.

  • 4.

    De huur moet worden betaald bij de uitslag van de goederen en voor goederen, die bij het einde van een kwartaal in het entrepot of de bergplaats aanwezig zijn, na afloop van het kwartaal.