Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

LANDSVERORDENING regelende de verplichting tot publicatie van de boekhoudkundige gegevens van bedrijven van openbaar nut

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieSint Maarten
Officiële naam regelingLANDSVERORDENING regelende de verplichting tot publicatie van de boekhoudkundige gegevens van bedrijven van openbaar nut
CiteertitelOnbekend
Vastgesteld doorregering en Staten gezamenlijk
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 10 mei 1949, gepubliceerd in P.B. 1949, no. 52, en in werking getreden op 1 januari 1950, met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 1949.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-04-201430-05-2015Artikel 3

09-01-2014

AB 2014, no. 13

onbekend
10-10-201001-04-2014geconsolideerde tekst (GT)

03-05-2013

AB 2013, GT no. 677

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

LANDSVERORDENING regelende de verplichting tot publicatie van de boekhoudkundige gegevens van bedrijven van openbaar nut

Artikel 1

  • 1. Alle natuurlijke personen en rechtspersonen, die in Sint Maarten een bedrijf van openbaar nut uitoefenen, zijn verplicht uiterlijk binnen acht maanden na het einde van het boekjaar aan de Minister van Financiën, hierna te noemen: de minister, te doen toekomen, een naar waarheid opgemaakte, door hen ondertekende balans en winst- en verliesrekening aangaande dat bedrijf, vergezeld van een toelichting, die vermeldt naar welke maatstaf de goederen zijn gewaardeerd.

  • 2. In bijzondere gevallen kan de minister om gewichtige redenen deze termijn verlengen met ten hoogste vier maanden.

  • 3. De minister zendt onverwijld een afschrift van deze stukken aan de Staten.

Artikel 2

Onder bedrijven van openbaar nut worden verstaan:

  • a.

    elektriciteitsbedrijven;

  • b.

    telefoon- en radiotelefoonbedrijven;

  • c.

    telegraafbedrijven;

  • d.

    verzekeringsbedrijven, voor zover omvattende de verzekering ingevolge de Landsverordening ongevallenverzekering en de Landsverordening ziekteverzekering;

  • e.

    waterleidingbedrijven;

alle voor zover zij voor het publiek in Sint Maarten werkzaam zijn.

Artikel 3

  • 1. De in artikel 1 bedoelde verplichting rust, indien het bedrijf wordt uitgeoefend door:

    • a.

      een openbare vennootschap: op alle besturende vennoten;

    • b.

      een rechtspersoon: op alle bestuurders;

    • c.

      de Sint Maarten: op het Hoofd van Dienst, waaronder het bedrijf ressorteert.

  • 2. Indien geen persoon, als bedoeld in het eerste lid, aanwezig is in Sint Maarten, rust de verplichting op degene, die onder welke benaming ook het bedrijf in Sint Maarten bestuurt.

Artikel 4

  • 1. Hij die, hoewel krachtens de bepalingen van deze landsverordening daartoe verplicht, opzettelijk niet voldoet aan het bepaalde in artikel 1, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van ten hoogste tienduizend gulden.

  • 2. Hij die, hoewel krachtens de bepalingen van deze landsverordening daartoe verplicht, door zijn schuld nalaat te voldoen aan het bepaalde in artikel 1, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste 14 dagen of een geldboete van ten hoogste duizend gulden.

  • 3. Deze feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 5

  • 1. Hij, die een balans of een winst- en verliesrekening of een toelichting daarop, als bedoeld in artikel 1, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om deze als echt en onvervalst aan de minister te doen toekomen, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaar.

  • 2. Dit feit wordt beschouwd als misdrijf.

Artikel 6

Geen straf wordt uitgesproken tegen de vennoot of de bestuurder, van wie blijkt, dat het feit buiten zijn toedoen is gepleegd.

Artikel 7

  • [regelt de inwerkingtreding]

Artikel 8

[vervallen]