Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 32 van de Landsverordening toezicht beleggingsinstellingen en administrateurs |
Citeertitel | Landsbesluit kosten toezicht beleggingsinstellingen en administrateurs |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 30 juni 2003, gepubliceerd in P.B. 2003, no. 83, en in werking getreden op 19 juli 2003.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Landsverordening toezicht beleggingsinstellingen en administrateurs, artikel 32
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 27-03-2013 AB 2013, GT no. 327 | onbekend |
In dit landsbesluit wordt verstaan onder:
landsverordening: de Landsverordening toezicht beleggingsinstellingen en administrateurs;
kosten: de kosten die de Bank maakt voor de uitvoering van zijn toezichthoudende taken en bevoegdheden op grond van de landsverordening;
balanstotaal: het balanstotaal van de beleggingsinstellingen zoals dat blijkt uit de in het eerste kalenderkwartaal van het lopende ramingsjaar bij de Bank in te dienen gegevens, of indien die gegevens niet beschikbaar zijn, het meest recente bij de Bank bekende balanstotaal van de beleggingsinstelling;
Met inachtneming van de hiernavolgende bepalingen, brengt de Bank aan de beleggingsinstellingen en administrateurs de kosten in rekening op een zodanige wijze dat die kosten structureel worden gedekt uit de in rekening gebrachte bedragen.
De Bank brengt iedere beleggingsinstelling die ingevolge artikel 4 van de landsverordening en iedere administrateur die ingevolge artikel 15 van de landsverordening een aanvraag voor een vergunning indient, op het moment van de aanvraag eenmalig een vast bedrag in rekening. De Bank neemt een aanvraag niet in behandeling voordat bedoeld bedrag door de Bank is ontvangen.
Aan de beleggingsinstellingen en administrateurs die per 31 december van het aan het ramingsjaar voorafgaande jaar in het register als bedoeld in artikel 30 van de landsverordening zijn ingeschreven, wordt, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 6 en 7, vóór 1 juli van het lopende ramingsjaar jaarlijks een bedrag in rekening gebracht.
Het in artikel 5 bedoelde bedrag voor een beleggingsinstelling bestaat uit:
a) een vast bedrag dat voor alle beleggingsinstellingen gelijk is;
b) een bedrag in NAƒ per NAƒ 1 miljoen balanstotaal van de beleggingsinstelling, waarbij het balanstotaal voor de toepassing van deze bepaling buiten beschouwing wordt gelaten voor zover het balanstotaal van de beleggingsinstelling meer dan NAƒ 2 miljard bedraagt.
In afwijking van het eerste lid wordt aan vergunninghoudende beleggingsinstellingen waarvan de zetel of, indien het een beleggingsfonds betreft, die van de beheerder, buiten Sint Maarten gelegen is en die aldaar onder een door de Bank adequaat geacht toezicht staan, een vast bedrag in rekening gebracht dat voor al deze beleggingsinstellingen gelijk is en ten minste het in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde bedrag bedraagt.
Het in artikel 5 bedoelde bedrag voor een administrateur bestaat uit:
a) een vast bedrag dat voor alle administrateurs gelijk is;
b) een bedrag voor elke 25 beleggingsinstellingen waarvoor administratieve diensten verricht worden, waarbij het bedrag voor de toepassing van deze bepaling buiten beschouwing wordt gelaten voor zover het aantal geadministreerde beleggingsinstellingen meer dan 200 bedraagt.
De Bank deelt het door de beleggingsinstelling en administrateur te betalen bedrag als bedoeld in artikel 5 schriftelijk aan de beleggingsinstelling en administrateur mee, onder vermelding van het in aanmerking genomen balanstotaal en van het bedrag, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, respectievelijk het in aanmerking genomen aantal geadministreerde beleggingsinstellingen en van het bedrag, bedoeld in artikel 7, onderdeel b, alsmede de wijze waarop en het tijdstip waarvoor de betaling moet geschieden.
Aan de beleggingsinstelling of administrateur waaraan na 1 januari van het lopende ramingsjaar een vergunning is verleend, wordt het in het eerste lid, onderdeel a, van artikel 6 respectievelijk het in het eerste lid, onderdeel a, van artikel 7 bedoelde vaste bedrag naar evenredigheid van het aantal maanden van het jaar dat de beleggingsinstelling of administrateur een vergunning heeft, in rekening gebracht.
Aan een beleggingsinstelling of administrateur waarvan de inschrijving ingevolge artikel 11 van de landsverordening respectievelijk artikel 22 van de landsverordening, wordt ingetrokken, wordt het bedrag, bedoeld in artikel 5, terugbetaald naar evenredigheid van het aantal maanden van het ramingsjaar dat de beleggingsinstelling of administrateur niet meer staat ingeschreven.
De vaste bedragen, bedoeld in de artikelen 4 en 6, eerste lid, onderdeel a, en artikel 7, eerste lid, onderdeel a, alsmede de bedragen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, en artikel 7, eerste lid, onderdeel b, worden vóór 1 januari van het jaar waarop de raming betrekking heeft door de Bank bekend gemaakt.