Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 15, tweede lid, onderdeel b, van de Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen |
Citeertitel | Landsbesluit vrijstelling zendmachtiging overheidsinstanties |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | financiën en economie; telecommunicatie |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 14 april 1999, gepubliceerd in P.B. 1999, no. 68, en in werking getreden op 24 april 1999.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regeling en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Landsverordening op de telecommunicatievoorzieningen, artikel 15
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Geconsolideerde tekst (GT) | 28-02-2013 AB 2013, GT no. 456 | n.v.t. |
Als overheidsinstanties die zijn vrijgesteld van het vereiste van een machtiging voor het aanleggen, aanwezig hebben en gebruiken van een radio-elektrische zendinrichting worden aangewezen:
De aanwijzing van artikel 2 geldt uitsluitend voor de in hoofdstuk III van de landsverordening bedoelde inrichtingen bestemd voor telecommunicatie die worden gebruikt voor de uitoefening van de taken die aan deze overheidsinstanties zijn opgedragen, met dien verstande dat zulks voor wat betreft de artikel 2, onderdeel c, genoemde overheidsinstantie is beperkt tot radiocommunicatie met luchtverkeersbegeleidingscentra die eveneens deelnemen aan het MEVA-project (Mejoras al Enlace de Voz de Air Traffic Services) dat geëntameerd is door de Internationale Burgerluchtvaart Organisatie.
De minister wijst de frequentiebanden aan, die de in artikel 2 aangewezen overheidsinstanties nodig hebben voor de uitoefening van hun taken.
Indien een of meer toegewezen frequenties of frequentiebanden in het kader van een doelmatige uitoefening van de taken, die aan die overheidsorganen zijn opgedragen niet meer nodig zijn, kan de toewijzing ten aanzien van de betreffende frequenties of frequentiebanden worden ingetrokken.
De bij artikel 2 aangewezen overheidsinstanties zullen al het mogelijke doen wat redelijkerwijs van hen verwacht mag worden om te voorkomen dat het door hen uitgeoefende gebruik van de toegewezen frequenties storing of belemmering zal veroorzaken aan het telecommunicatienetwerk van de concessiehouders of de zend- of ontvanginrichtingen van anderen.