Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING tot aanmelding van geldtransporten in het kader van maatregelen tegen het witwassen van geld |
Citeertitel | Landsverordening aanmeldingsplicht van grensoverschrijdende geldtransporten |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 25 maart 2002, gepubliceerd in P.B. 2002, no. 74, en in werking getreden op 18 mei 2002.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2015 | Artikel 7 | 17-04-2015 AB 2015, no. 9 | onbekend | ||
10-10-2010 | 30-05-2015 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 730 | onbekend |
HOOFDSTUK II Aanmeldingsplicht
Personen die Sint Maarten binnenkomen of uitgaan zijn verplicht om geld ter waarde van NAƒ 20.000,- of meer, dat zij met zich meevoeren, aan te melden bij de ambtenaren der Douane. Het bepaalde in de eerste volzin is ook van toepassing indien het gaat om binnenkomende of uitgaande personen, die aantoonbaar samen reizen en gezamenlijk geld ter waarde van NAƒ 20.000,- of meer met zich meevoeren.
De aanmelding moet geschieden door het inleveren van een door de aanmelder ondertekende aangifte volgens een door de minister vast te stellen model. In het geval, genoemd in het eerste lid, tweede volzin, rusten de bij of krachtens deze landsverordening gestelde verplichtingen op alle in het eerste lid, tweede volzin, bedoelde personen afzonderlijk.
Indien een geldtransport plaatsvindt per beroepsvervoerder, maar deze niet tot de aanmelding, bedoeld in het eerste lid, in staat is gesteld, wordt de aanmelding gedaan bij de Inspecteur der Douane door de verzender van het geld uiterlijk op het tijdstip van de feitelijke binnenkomst of het uitgaan van het geld.
Aanmelding moet voor binnenkomende personen geschieden uiterlijk op het tijdstip, waar door de ambtenaar der Douane kan worden overgegaan tot controle van door reizigers meegebrachte bagage. Als de bevoegde autoriteit een controlezone instelt, moet aanmelding geschieden voordat de controle-zone wordt betreden. Is ter plekke geen ambtenaar der Douane aanwezig, dan moet na de doorgang onverwijld aanmelding worden gedaan bij de dichtstbijzijnde ambtenaar der Douane.
Aanmelding moet voor uitgaande personen geschieden uiterlijk op het tijdstip, waarop door de ambtenaar van politie werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst wordt overgegaan tot paspoortcontrole of als geen paspoortcontrole plaatsvindt uiterlijk op het tijdstip, waarop door de ambtenaar der Douane tot controle van door reizigers meegebrachte bagage overgegaan kan worden. Is ter plekke geen ambtenaar der Douane aanwezig, dan moet vóór doorgang aanmelding worden gedaan bij de dichtstbijzijnde ambtenaar der Douane.
Bij de aanmelding, als bedoeld in het tweede lid van artikel 2, dienen juiste gegevens te worden verstrekt omtrent:
HOOFDSTUK III Ambtelijke bevoegdheden in het kader van toezicht
Van de inbewaringneming, bedoeld in het tweede lid, maken de ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, onverwijld proces-verbaal op. De inbewaringneming kan geschieden voor maximaal zeven dagen. Deze termijn kan door hun diensthoofd eenmaal met maximaal zeven dagen worden verlengd. Na afloop van deze termijn wordt het geld onverwijld teruggegeven aan de aanmelder, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6, tweede lid.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld omtrent het proces- verbaal, alsmede de bewaarplaats, de overdracht en het beheer van het geld.
De ambtenaren of personen belast met de opsporing van de bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten, zijn te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van alle in verband met de bepalingen van deze landsverordening ingevolge het Wetboek van Strafvordering voor inbeslagneming vatbare voorwerpen. Zij kunnen daartoe hun uitlevering vorderen. Artikel 5, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.