Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 11 van de Landsverordening toezicht effectenbeurzen |
Citeertitel | Landsbesluit kosten toezicht effectenbeurzen |
Vastgesteld door | regering |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 8 maart 1999, gepubliceerd in P.B. 1999, no. 44, en in werking getreden op 15 maart 1999.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Landsverordening toezicht effectenbeurzen, artikel 11
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 699 | onbekend |
In dit landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt verstaan onder:
Met inachtneming van de bepalingen van deze regeling brengt de Bank zijn kosten in rekening bij de houders van effectenbeurzen in het bezit van een vergunning.
In overleg met de minister bepaalt de Bank de wijze waarop en het tijdstip waarvoor de betaling van het bedrag, bedoeld in artikel 4, dient te geschieden.
Aan de in artikel 4, eerste lid, bedoelde houders van effectenbeurzen aan wie na 1 januari van het lopende begrotingsjaar een vergunning is verleend worden de bedragen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, in rekening gebracht naar evenredigheid van het aantal voor dat jaar nog resterende dagen.
De minister kan bepalen dat de Bank de in het eerste lid bedoelde staat ter toetsing aan het onderhavige landsbesluit, houdende algemene maatregelen, voorlegt aan een externe accountant. In dat geval zendt de Bank de in het eerste lid bedoelde staat en de verklaring van de accountant gelijktijdig met het in artikel 12 van de landsverordening bedoelde verslag aan de minister.
Het verschil tussen de in een jaar gemaakte kosten en de ontvangsten voortvloeiende uit de in rekening gebrachte bedragen over dat jaar wordt geheel of gedeeltelijk verrekend met de houders van de in dat jaar onder toezicht staande beurzen. Niet of niet geheel verrekende verschillen worden verwerkt in eerstvolgende begroting.