Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSBESLUIT van de 12de december 1949 (P.B. 1949, no. 140) ter uitvoering van artikel 24 van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1949, no. 116) |
Citeertitel | Onbekend |
Vastgesteld door | Gouverneur van de Nederlandse Antillen |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling betreft de Landsloterij. Na 10 oktober 2010 is deze regeling een regeling van het land Curaçao geworden omdat de Landsloterij een Curacaose NV is. Omdat de Landsloterij actief is in Sint Maarten met een depothouder in Sint Maarten, is deze regeling ter informatie opgenomen.
Deze regeling is nog niet aangepast aan de huidige staatkundige situatie.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Dit landsbesluit is 29 keer gewijzigd bij P.B. 1953, no. 187, P.B. 1955, no. 72, P.B. 1957, no. 76, P.B. 1961, no. 133, P.B. 1961, no. 173, P.B. 1963, no. 114, P.B. 1967, no. 131, P.B. 1969, no. 26, P.B. 1974, no. 93, P.B. 1975, no. 168, P.B. 1977, no. 218, P.B. 1984, no. 20, P.B. 1986, no. 175, P.B. 1986, no. 175, P.B. 1986, no. 178, P.B. 1987, no. 98, P.B. 1987, no. 100, P.B. 1988, no. 57, P.B. 1989, no. 57, P.B. 1989, no. 102, P.B. 1990, no. 27, P.B. 1990, no. 32, P.B. 1990, no. 69, P.B. 1991, no. 56, P.B. 1991, no. 69, P.B. 1993, no. 93, P.B. 1995, no. 227, P.B. 1996, no. 121, P.B. 1998, no. 79, P.B. 1998, no. 206, en P.B. 1999, no. 48. Volstaan is om alleen de overige wetshistorische gegevens te vermelden van de oorspronkelijke regeling en van de laatste wijzigingsregeling.
Het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling is vastgesteld bij landsbesluit van 28-02-1952 (P.B. 1952, no. 18).
Krachtens landsbesluit van 15-08-1957 is een doorlopende tekst van deze regeling geplaatst in P.B. 1957, no. 109.
Loterijverordening 1949, art. 24
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | bestendiging Antilliaanse regelgeving in Sint Maarten | 21-07-2010 A.B. 2010, GT no. 1 en A.B. 2010, GT no. 30 | onbekend |
De trekking geschiedt ten overstaan van een commissie, bestaande uit de Procureur-Generaal, die zich van zijnentwege kan laten vervangen, de Directeur der Landsloterij, die op zijn verzoek om geldige redenen kan worden vervangen door een lid van de Raad van Toezicht en Advies, en twee door de Procureur-Generaal aan te wijzen getuigen.
Bij de gewone trekkingen wordt gebruik gemaakt van 37.318 houten balletjes, alle van gelijke afmetingen, waarvan 35.000 ongekleurd en 2.318 gekleurd zijn. De ongekleurde balletjes zijn genummerd 1 tot en met 35.000, overeenkomende met de nummers op de loten. Op de gekleurde balletjes worden de prijzen in cijfers vermeld.
Bij de bijzondere trekking in de maanden januari en juli wordt gebruik gemaakt van 37.583 houten balletjes, alle van gelijke afmetingen, waarvan er 35.000 ongekleurd en 2.583 gekleurd zijn. De ongekleurde balletjes zijn genummerd 1 tot en met 35.000, overeenkomende met de nummers op de loten. Op de gekleurde balletjes worden de prijzen in cijfers vermeld.
Bij de bijzondere trekking in de maanden april en oktober wordt gebruik gemaakt van 37.293 houten balletjes, alle van gelijke afmetingen, waarvan er 35.000 ongekleurd en 2.293 gekleurd zijn. De ongekleurde balletjes zijn genummerd 1 tot en met 35.000, overeenkomende met de nummers van de loten. Op de gekleurde balletjes worden de prijzen in cijfers vermeld.
Alvorens met de eerste trekking aan te vangen wordt door de commissie nagegaan of alle houten balletjes aanwezig zijn. In hun tegenwoordigheid worden de balletjes in de daarvoor bestemde, van gegalvaniseerd ijzer vervaardigde korven gestort, de ongekleurde balletjes in een grote korf en de gekleurde balletjes in een kleine korf.
Bij een volgende trekking kan de controle als bedoeld in lid 1 achterwege blijven, mits na afloop van de vorige trekking voldaan is aan het bepaalde in artikel 6, leden 2 en 3. In dit geval wordt door de commissie in het ex artikel 7 op te maken proces-verbaal melding gemaakt van de wederzijdse ontsluiting van de ruimte waarin het trekkingstoestel met de zich daarin bevindend korven wordt bewaard.
Het nummer van het lot en de grootte van de daarop gevallen prijs worden met luide stem afgeroepen en aangetekend onder toezicht van de commissie, terwijl onmiddellijk na deze bekendmaking ten minste een van de commissieleden zich van de juistheid van het afgeroepene overtuigt. Daarna worden de beide balletjes door een van de leden der commissie in de daartoe bestemde houten borden gedeponeerd met dien verstande, dat ten aanzien van de hoofdprijzen en de prijzen vanaf ƒ 100,—, de beide balletjes samen gevoegd zullen worden.
Tenminste drie maal per jaar wordt door de commissie op de door de Procureur-Generaal aangegeven tijdstippen nagegaan of de grote korf 35.000 ongekleurde houten balletjes, genummerd 1 tot en met 35.000, en in de kleine korf 2.318 gekleurde houten balletjes, waarop de juiste prijzen zijn vermeld, aanwezig zijn.
Door de commissie wordt minstens een week vóór de bijzondere trekkingen in de maand januari en in de maand juli nagegaan of in de grote korf 35.000 ongekleurde houten balletjes, genummerd 1 tot en met 35.000 en in de kleine korf 2.583 gekleurde houten balletjes, waarop de juiste prijzen zijn vermeld, aanwezig zijn.
Door de commissie wordt minstens een week vóór de bijzondere trekkingen in de maand april en in de maand oktober nagegaan of in de grote korf 35.000 ongekleurde houten balletjes, genummerd 1 tot en met 35.000 en in de kleine korf 2.293 gekleurde houten balletjes, waarop de juiste prijzen zijn vermeld, aanwezig zijn.