Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING betreffende de openbare registers, bedoeld in artikel 16 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek |
Citeertitel | Landsverordening openbare registers |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 15 maart 2001, gepubliceerd in P.B. 2001, no. 25, en in werking getreden op 15 maart 2001.
Bij de vaststelling van deze regeling zijn de artikelnummers 2 tot en met 7, 48 tot en met 98 en 102 tot en met 115 niet gebruikt. Artikelen met deze nummers ontbreken dus in de regeling.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 16
Uitvoeringsregeling openbare registers
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2014 | Artikelen 27, 28 en 37a | 09-01-2014 AB 2014, no. 6 | onbekend | ||
10-10-2010 | 01-04-2014 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 729 | onbekend |
HOOFDSTUK 2 Openbare registers voor registergoederen
AFDELING 1 Omschrijving en vorm van de openbare registers; aantekeningen in de openbare registers, daaronder begrepen doorhalingen van inschrijvingen; vervanging van de inhoud van de openbare registers
De openbare registers waarin feiten die voor de rechtstoestand van registergoederen van belang zijn, worden ingeschreven, zijn:
het register van voorlopige aantekeningen onderscheidenlijk voor onroerende zaken, schepen en luchtvaartuigen en de rechten waaraan deze onderworpen zijn, waarin de aanbieding van stukken waarvan de inschrijving door de bewaarder ingevolge artikel 20 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek is geweigerd, wordt aangetekend onder vermelding van de gerezen bedenkingen.
Bij ministeriële regeling worden voorts, onverminderd het bepaalde dienaangaande bij of krachtens andere wetsbepaling, de gevallen bepaald waarin in de in het eerste lid bedoelde registers door de bewaarder aantekeningen, daaronder begrepen doorhalingen van inschrijvingen in die registers, worden gesteld, de aard van die aantekeningen en de wijze waarop deze worden gesteld, met dien verstande:
dat, indien ingevolge een wetsbepaling door een beschikking of door de inschrijving van enig stuk met betrekking tot een zaak bestaande lasten en rechten vervallen of tenietgaan, na de inschrijving van die beschikking of van dat stuk de inschrijvingen betreffende hypotheken en beslagen die door die beschikking, onderscheidenlijk de inschrijving van dat stuk, waardeloos zijn geworden, zo spoedig mogelijk worden doorgehaald.
Bij ministeriële regeling kan worden bepaald, dat de inhoud van de in artikel 8, eerste lid, bedoelde registers wordt vervangen door afschriften daarvan in dubbel in de vorm van door het kantoor van de dienst vervaardigde mechanische reproducties. In de regeling wordt tevens bepaald op welke wijze deze vervanging zal geschieden.
AFDELING 3 Vereisten voor inschrijving en de wijze waarop deze geschiedt
Voor inschrijving van een feit in de openbare registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a tot en met c, is vereist een stuk dat voldoet aan de eisen gesteld in titel 2 van dit hoofdstuk, alsmede een afschrift van dat stuk, gesteld op een door de dienst verstrekt formulier en voorzien van een verklaring van eensluidendheid.
Bij ministeriële regeling kan voor bijzondere gevallen worden bepaald dat geen afschrift als bedoeld in het eerste lid behoeft te worden aangeboden. In die gevallen doet de bewaarder het afschrift van het ter inschrijving aangeboden stuk vervaardigen. Het bepaalde in het zevende lid, derde volzin, is alsdan van overeenkomstige toepassing.
Bij ministeriële regeling kan in afwijking van het eerste lid worden bepaald, dat in plaats van het in dat lid bedoelde voor inschrijving vereiste afschrift de bewaarder een afschrift van het ter inschrijving aangeboden stuk in dubbel vervaardigt in de vorm van een mechanische reproductie. In dat geval dient het ter inschrijving aan te bieden stuk te zijn gesteld op een door hem verstrekt formulier of te voldoen aan andere bij ministeriële regeling te stellen eisen. De dienst is alsdan aansprakelijk voor schade voortvloeiend uit onjuistheden en onvolledigheden in het afschrift, ontstaan ten gevolge van de vervaardiging van de mechanische reproductie. Het vijfde en het zesde lid zijn, indien het bepaalde in de eerste volzin toepassing vindt, van overeenkomstige toepassing.
Indien artikel 11, zevende lid, toepassing heeft gevonden geschiedt de inschrijving in afwijking van het bepaalde in het eerste lid door de vervaardiging van het afschrift in dubbel, bedoeld in artikel 11, zevende lid. Het bepaalde in het tweede en derde lid is alsdan van overeenkomstige toepassing.
Na de inschrijving, bedoeld in artikel 12, eerste lid, worden de ter inschrijving aangeboden stukken aan de aanbieder teruggegeven nadat zij door de bewaarder zijn voorzien van een aantekening, vermeldende het kantoor, dag, uur en minuut van aanbieding, alsmede het deel van het desbetreffende register waarin en het nummer waaronder in dat deel de opberging van het afschrift is geschied, dan wel ingeval artikel 11, zevende lid, toepassing heeft gevonden, de verwijzing naar de plaats waaronder de desbetreffende mechanische reproductie is opgeborgen.
Op de inschrijving van een feit, waarvan de inschrijving alsnog is bevolen overeenkomstig artikel 20, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek dan wel opnieuw is verzocht als bedoeld in artikel 20, vierde lid, tweede volzin, van Boek 3 van dat wetboek, zijn de artikelen 11 tot en met 13 van toepassing, voor zover daarvan in dit artikel niet wordt afgeweken.
AFDELING 4 Voorlopige aantekeningen en bewijs van ontvangst
De boeking, bedoeld in artikel 20, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, geschiedt in het register van voorlopige aantekeningen voor goederen als waarop het aangeboden stuk betrekking heeft, met vermelding van de gerezen bedenkingen, alsmede voor zover bekend, van de naam en woonplaats met adres van de aanbieder.
Na de boeking wordt dat stuk voorzien van een door de bewaarder ondertekende verklaring, vermeldende tenminste het kantoor, dag, uur en minuut van aanbieding, onder verwijzing naar de boeking in het desbetreffende register van voorlopige aantekeningen, alsmede de gerezen bedenkingen, en wordt het aan de aanbieder teruggegeven. Het voor inschrijving vereiste aangeboden afschrift van het stuk wordt in bewaring genomen. Artikel 12, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Ingeval het voor inschrijving vereiste afschrift niet is aangeboden, vervaardigt de dienst een afschrift van het in het eerste lid bedoelde stuk overeenkomstig bij ministeriële regeling daartoe te stellen regels, waarbij het bepaalde in artikel 11, zevende lid, derde volzin, van overeenkomstige toepassing is. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot in het eerste lid bedoelde stukken waarop ten aanzien van de inschrijving artikel 11, vierde lid, van toepassing is.
Bij ministeriële regeling worden worden regels gesteld in welk van de gevallen, waarin het in artikel 11, eerste lid, bedoelde formulier niet met inachtneming van de in artikel 11, zesde lid, bedoelde vereisten is ingevuld of aangeboden, de bewaarder een afschrift vervaardigt van het stuk waarvan de inschrijving is geweigerd, en op welke wijze deze vervaardiging geschiedt. Artikel 12, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing. Het aangeboden afschrift blijft berusten op het kantoor van de bewaarder, en wordt voor zover mogelijk opgeborgen in het desbetreffende register van voorlopige aantekeningen bij het desbetreffende door de dienst vervaardigde afschrift.
Indien artikel 11, zevende lid, toepassing heeft gevonden, vervaardigt de bewaarder, alvorens het stuk waarvan de inschrijving is geweigerd, aan de aanbieder terug te geven, voor zover mogelijk een afschrift van dat stuk overeenkomstig bij ministeriële regeling daartoe te stellen regels. Artikel 11, zevende lid, derde volzin is van overeenkomstige toepassing.
Van aan de bewaarder uitgebrachte oproepingen als bedoeld in artikel 20, vierde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en van uitspraken van de rechter in eerste aanleg, aangespannen ter verkrijging van het in artikel 20, tweede lid, van Boek 3 van dat wetboek bedoelde bevel, wordt aantekening gehouden in het desbetreffende register van voorlopige aantekeningen overeenkomstig bij ministeriële regeling daartoe te stellen regels.
Het bepaalde in het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van oproepingen uitgebracht aan de bewaarder ter verkrijging van een bevel van de rechter tot inschrijving van een notariële verklaring, bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder c. Het bepaalde in het tweede lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de in artikel 37, tweede lid, eerste volzin, bedoelde boeking en de doorhaling van een zodanige boeking in het register van voorlopige aantekeningen.
Bij ministeriële regeling wordt de vorm vastgesteld van het bewijs van ontvangst, bedoeld in artikel 18 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede worden regels vastgesteld omtrent de wijze waarop op dat bewijs de verrichte inschrijving desverlangd wordt aangetekend, bedoeld in artikel 19, derde lid, van Boek 3 van dat wetboek.
TITEL 2 Vereisten met betrekking tot in te schrijven stukken
AFDELING 1 Algemene vereisten waaraan in te schrijven stukken moeten voldoen
Onverminderd de overige uit deze titel voortvloeiende eisen, moet een ter inschrijving aangeboden notariële akte, notariële verklaring of authentiek afschrift of uittreksel van een zodanige akte of verklaring vermelden:
met dien verstande dat, indien opgave van één of meer van deze gegevens niet mogelijk is, de redenen daarvan worden vermeld.
In elk geval worden de in het eerste lid omschreven gegevens opgegeven van de partij ten behoeve van wie de aanbieding ter inschrijving geschiedt. Indien het ter inschrijving aangeboden stuk één of meer van deze gegevens niet vermeldt en naar zijn aard niet voor aanvulling vatbaar is, wordt vermelding van de ontbrekende gegevens en, indien opgave van één of meer van deze gegevens niet mogelijk is, de vermelding van de redenen daarvan in een nadere door of namens die partij ondertekende verklaring alsnog op het stuk gesteld of daaraan gehecht.
Ingeval het ter inschrijving aangeboden stuk betrekking heeft op een bepaald reeds eerder ingeschreven stuk, bevat het een verwijzing naar dit eerdere stuk overeenkomstig bij ministeriële regeling daartoe te stellen regels.
Indien een stuk ter inschrijving wordt aangeboden en het daarin vermelde in te schrijven feit betrekking heeft op een onroerende zaak of op een recht waaraan een zodanige zaak is onderworpen, vermeldt dit stuk de aard, de plaatselijke aanduiding indien deze er is, en de kadastrale aanduiding van die onroerende zaak onderscheidenlijk van de onroerende zaak die aan dat recht is onderworpen. Ontbreekt een kadastrale aanduiding dan is een meetbrief vereist. Indien het in te schrijven feit betrekking heeft op een appartementsrecht, wordt in het ter inschrijving aangeboden stuk vermeld de plaatselijke aanduiding van het desbetreffende gedeelte van het gebouw dat is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, alsmede de aard en de kadastrale aanduiding van dat appartementsrecht.
Indien het in te schrijven feit betrekking heeft op een in de registratie voor schepen te boek staand schip of op een recht waaraan een zodanige zaak is onderworpen, bevat het ter inschrijving aangeboden stuk:
het type en de inrichting van het schip, het materiaal waarvan de romp is gemaakt, jaar en plaats van de bouw, en, voor zover het een schip met een mechanische voortstuwing betreft, ook al betreft het slechts een hulpmotor, het aantal motoren, het type, vermogen en de fabrikant van elke motor, alsmede het fabrieksnummer daarvan met aanduiding van de plaats waar dit nummer is aangebracht;
het nummer waaronder de inschrijving van het verzoek tot teboekstelling van het schip in het desbetreffende register is geschied, de aanwijzing van de rubriek waartoe dat schip behoort, de aanduiding van het kantoor waar de teboekstelling is geschied, en het jaar van teboekstelling, welke gegevens tezamen in genoemde volgorde het brandmerk van het schip vormen.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op ter inschrijving aangeboden rechterlijke uitspraken. Deze stukken kunnen, onverminderd andere vereisten gesteld bij of krachtens de wet, echter slechts worden ingeschreven, indien en voor zover de identiteit van het desbetreffende schip voldoende vaststaat.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan worden volstaan met het vermelden van de naam van het schip en de in dat lid, onder c, genoemde gegevens in het ter inschrijving aangeboden stuk, indien dat stuk betreft:
Het bepaalde in de eerste volzin is ook van toepassing op de inschrijving van stukken als bedoeld in de artikelen 32, eerste lid, 38, eerste lid, en 39, eerste lid.
Indien het in te schrijven feit betrekking heeft op een in de registratie voor luchtvaartuigen te boek staand luchtvaartuig of op een recht waaraan een zodanige zaak is onderworpen, bevat het ter inschrijving aangeboden stuk:
de naam en woonplaats van de fabrikant en het type van het luchtvaartuig, jaar en plaats van de bouw, het fabrieksnummer indien het luchtvaartuig dat heeft, met vermelding van de plaats waar dit nummer is aangebracht, en het aantal motoren, het type, vermogen en de fabrikant van elke motor, alsmede het fabrieksnummer daarvan met aanduiding van de plaats waar dit nummer is aangebracht;
Vermeldt een ter inschrijving aangeboden stuk niet één of meer van de gegevens, in de artikelen 19 tot en met 22 voor een zodanig stuk voorgeschreven, en is het naar zijn aard niet voor aanvulling vatbaar, dan wordt de vermelding van de ontbrekende gegevens in een nadere, door degene die de inschrijving verlangt, ondertekende, verklaring alsnog op het stuk gesteld of daaraan gehecht.
AFDELING 2 Vereisten waaraan ter inschrijving aangeboden stukken moeten voldoen in verband met de aard van het in te schrijven feit
Ter inschrijving van een akte van levering, vereist voor de overdracht van een registergoed, voor de vestiging, afstand of wijziging van een beperkt recht dat een registergoed is, of voor de overgang van een registergoed na toedeling uit hoofde van de verdeling van een gemeenschap, wordt aangeboden de notariële akte betreffende deze levering, dan wel een authentiek afschrift of een authentiek uittreksel daarvan. In geval van vestiging van een recht van hypotheek op een schip in aanbouw wordt mede ter inschrijving aangeboden een verklaring van de ambtenaar van de Scheepsmetingsdienst, inhoudende dat de bouw van het schip nog niet is voltooid.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de inschrijving van het proces-verbaal van toewijzing, bedoeld in de artikelen 525, eerste lid, en 584o, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, onverminderd hetgeen in ieder van die artikelen in het tweede lid is bepaald.
Het aangeboden stuk mag op meer leveringen als bedoeld in het eerste lid betrekking hebben, voor zover voor ieder daarvan aan de in de vorige leden gestelde eisen is voldaan. Betreft het stuk een overdracht onder voorbehoud van een beperkt recht of van een beding als bedoeld in artikel 252 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, dan wordt de vestiging van dit recht dan wel het op zich nemen van het beding afzonderlijk en duidelijk vermeld, bij gebreke waarvan de inschrijving van het stuk geacht wordt niet mede dit recht of dit beding te betreffen.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de inschrijving van een akte van grensvastlegging, opgemaakt krachtens artikel 31 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede op de inschrijving van een akte van splitsing als bedoeld in artikel 109, eerste lid, van Boek 5 van dat wetboek, en een akte tot wijziging of opheffing van een zodanige splitsing.
Ter inschrijving van een rechterlijke uitspraak die voor een akte van levering in de plaats treedt of die anderszins krachtens wetsbepaling kan worden ingeschreven, wordt een authentiek afschrift van de rechterlijke uitspraak aangeboden, alsmede:
indien de onder a bedoelde eis voor inschrijfbaarheid niet is gesteld en de rechterlijke uitspraak niet uitvoerbaar bij voorraad is: een verklaring van de griffier van het gerecht dat de uitspraak heeft gedaan, inhoudende hetzij dat daartegen geen gewoon rechtsmiddel meer openstaat, hetzij dat hem zes weken na de uitspraak niet van het instellen van een gewoon rechtsmiddel is gebleken; betreft het een beroep in cassatie dan is een verklaring vereist van de griffier van de Hoge Raad der Nederlanden, inhoudende dat hem drie maanden na de uitspraak niet van een beroep in cassatie is gebleken;
Ter inschrijving van een rechtshandeling naar burgerlijk recht die krachtens wetsbepaling kan worden ingeschreven, wordt, tenzij anders is bepaald, aangeboden een door een notaris met inachtneming van artikel 37 opgemaakte verklaring, inhoudende dat de rechtshandeling naar de verklaring van degene die de inschrijving verlangt, is verricht en wat zij inhoudt, met daaraan gehecht de stukken waaruit van die rechtshandeling blijkt, of authentieke afschriften van die verklaring van de notaris en van die stukken.
Ter inschrijving van een afwijkend beding als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek wordt, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, een door de eigenaar van het schip ondertekende verklaring aangeboden, waarin het scheepstoebehoren ten aanzien waarvan het afwijkend beding is gemaakt, eenduidig is omschreven.
Ter inschrijving van een executele, een bij uiterste wilsbeschikking ingesteld bewind of de benoeming van een vereffenaar van de nalatenschap wordt een verklaring van erfrecht als bedoeld in artikel 188 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek aangeboden, waaruit van de executele, het bewind, onderscheidenlijk de benoeming blijkt, dan wel een authentiek afschrift van die verklaring. De eerste volzin laat onverlet de mogelijkheid van inschrijving van de benoeming van een vereffenaar door inschrijving van de desbetreffende rechterlijke uitspraak.
Ter inschrijving van een verkrijging door het Land van registergoederen krachtens artikel 189 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt aangeboden een verklaring van een notaris waarin deze vermeldt dat het registergoed door het Land krachtens artikel 189 van Boek 4 van dat wetboek is verkregen, dan wel een authentiek afschrift van die verklaring.
Ter inschrijving van het verval aan het Land van registergoederen of hetgeen daarvoor in de plaats is gekomen krachtens artikel 226, vierde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt aangeboden een verklaring van de Minister van Financiën, inhoudende dat tijdens het in dat artikel genoemde tijdvak van twintig jaren die goederen niet zijn opgeëist.
Ter inschrijving van de aanvaarding van een nalatenschap onder het voorrecht van boedelbeschrijving of de verwerping van een nalatenschap wordt een door de griffier getekend uittreksel uit het boedelregister aangeboden, inhoudende de verklaring betreffende de aanvaarding of de verwerping die krachtens artikel 191 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek in het boedelregister is ingeschreven.
Ter inschrijving van de afstand van een huwelijksgemeenschap wordt een door de griffier getekend uittreksel uit het huwelijksgoederenregister aangeboden, inhoudende de verklaring betreffende de afstand, die krachtens artikel 104 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in het huwelijksgoederenregister is ingeschreven.
Ter inschrijving van de vervulling van een voorwaarde, gesteld in een ingeschreven voorwaardelijke rechtshandeling, of van de verschijning van een onzeker tijdstip, aangeduid in de aan een ingeschreven rechtshandeling verbonden tijdsbepaling, wordt aangeboden een door een notaris met inachtneming van artikel 37 opgemaakte verklaring, inhoudende dat naar de verklaring van degene die de inschrijving verlangt, de voorwaarde is vervuld, onderscheidenlijk het tijdstip is verschenen, met daaraan gehecht de stukken waaruit van deze vervulling of verschijning blijkt, of authentieke afschriften van de verklaring van de notaris en van die stukken.
Op de inschrijving van reglementen en andere regelingen die tussen medegerechtigden in registergoederen zijn vastgesteld, zijn van overeenkomstige toepassing:
Ter inschrijving van een van de in artikel 211 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek genoemde voorrechten, wordt aangeboden een door een deurwaarder ondertekend verzoek tot inschrijving van het voorrecht, inhoudende naar de verklaring van degene die de inschrijving verlangt:
Indien het verzoek van de deurwaarder ter inschrijving wordt aangeboden na het verloop van de termijn, genoemd in artikel 219, eerste lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, wordt ter inschrijving tevens aangeboden een stuk waaruit blijkt dat de schuldeiser zijn vordering binnen die termijn in rechte heeft geldend gemaakt, op de inschrijving van welk bewijsstuk artikel 38 van overeenkomstige toepassing is.
Op de inschrijving van een voorrecht als bedoeld in artikel 1320, eerste lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek is het bepaalde in de eerste volzin van het derde lid van overeenkomstige toepassing. Indien het verzoek van de deurwaarder ter inschrijving wordt aangeboden drie maanden of langer na het in die volzin, onder d, bedoelde tijdstip, wordt ter inschrijving tevens aangeboden een stuk waaruit blijkt dat binnen de in artikel 1320, eerste lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek genoemde termijn:
Ter inschrijving van een verandering in de voornaam of de geslachtsnaam van tot registergoederen gerechtigde natuurlijke personen wordt een door of namens deze persoon ondertekend stuk aangeboden, inhoudende de gegevens, bedoeld in artikel 18, eerste lid, onder 1, met vermelding van de oude en de nieuwe naam of voornaam, en de dag waarop de verandering is ingegaan. Indien de verandering blijkt uit de registers van de burgerlijke stand, wordt een uittreksel daaruit overgelegd, dat de verandering vermeldt. In andere gevallen wordt een ander bewijsstuk betreffende deze verandering overgelegd.
Ter inschrijving van de naamsverandering van een rechtspersoon wordt een opgave van een notaris aangeboden, inhoudende de gegevens, bedoeld in artikel 18, eerste lid, onder 2, met vermelding van de oude en de nieuwe naam en de dag waarop de verandering is ingegaan. Gaat het om een publiekrechtelijke rechtspersoon, dan kan deze de opgave zelf doen.
Ter inschrijving van een omzetting van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 300 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt een opgave van een notaris aangeboden, inhoudende de in artikel 18, eerste lid, onder 2, bedoelde gegevens, met vermelding van de oude en nieuwe rechtsvorm, de oude en nieuwe naam alsmede van de dag waarop de omzetting van kracht is geworden.
Ter inschrijving van een fusie van rechtspersonen als bedoeld in artikel 309 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt een opgave van een notaris aangeboden, inhoudende met betrekking tot elk van de fuserende rechtspersonen en, indien de verkrijgende rechtspersoon een door hen samen bij de fusie opgerichte nieuwe rechtspersoon is, tevens met betrekking tot die rechtspersoon de in artikel 18, eerste lid, onder 2., bedoelde gegevens, met vermelding wie de verkrijgende rechtspersoon is alsmede van de dag waarop de fusie van kracht is geworden.
Ter inschrijving van een splitsing van rechtspersonen als bedoeld in artikel 335 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt een opgave van een notaris aangeboden, inhoudende met betrekking tot elke partij bij de splitsing en, zo bij de splitsing verkrijgende rechtspersonen worden opgericht, tevens met betrekking tot die rechtspersonen de in artikel 18, eerste lid, onder 2., bedoelde gegevens, met vermelding op welke verkrijgende rechtspersoon welke registergoederen zijn overgegaan alsmede van de dag waarop de splitsing van kracht is geworden.
Ter inschrijving van een verjaring wordt een door een notaris met inachtneming van artikel 37 opgemaakte verklaring of een authentiek afschrift daarvan aangeboden, inhoudende dat naar de verklaring van degene die de inschrijving verlangt, de verjaring is ingetreden, alsmede
Ter inschrijving van een of meer verklaringen van waardeloosheid als bedoeld in artikel 28 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, wordt een door een notaris opgemaakte verklaring aangeboden, die inhoudt dat degenen te wier behoeve de inschrijving zou hebben gestrekt, schriftelijk hebben verklaard dat zij waardeloos is, en waaraan deze schriftelijke verklaringen zijn gehecht, dan wel een authentiek afschrift van de verklaring van de notaris en de daaraan gehechte verklaringen.
Tenzij de inschrijving een hypotheek of een beslag betreft, vermelden de in het eerste lid bedoelde schriftelijke verklaringen van degenen te wier behoeve de inschrijving zou hebben gestrekt, tevens de feiten waarop de waardeloosheid berust en houdt de in dat lid bedoelde verklaring van de notaris tevens in dat de vermelde feiten een rechtsgrond voor de waardeloosheid van de inschrijving opleveren.
Ter inschrijving van het feit dat het nut van een mandelige zaak voor elk van de erven is geëindigd, wordt een door een notaris met inachtneming van artikel 37 opgemaakte verklaring aangeboden, inhoudende dat naar de verklaring van hen die de inschrijving verlangen, het nut voor elk van de erven is geëindigd, of een authentiek afschrift van de verklaring van de notaris. Werken niet alle rechthebbenden op de mandelige zaak mee, dan vermeldt de notaris in zijn verklaring de reden daarvan.
Ter inschrijving van het bestaan van een grondrente als bedoeld in artikel 100 van de Landsverordening regelende het overgangsrecht ter gelegenheid van de invoering van de Boeken 1, 3 en volgende van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, wordt een door een notaris met inachtneming van artikel 37 opgemaakte verklaring aangeboden, waarin het bestaan van het recht wordt geconstateerd, en die tevens inhoudt:
Ter inschrijving van het ontstaan van een erfdienstbaarheid door bestemming of herleving, bedoeld in artikel 111, eerste volzin, van de Landsverordening, regelende het overgangsrecht ter gelegenheid van de invoering van de Boeken 1, 3 en volgende van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, wordt een door een notaris met inachtneming van artikel 37 opgemaakte verklaring aangeboden, waarin het ontstaan van de erfdienstbaarheid wordt geconstateerd, en die tevens inhoudt:
In het in het eerste lid, onder c, bedoelde geval boekt de bewaarder de aanbieding van de notariële verklaring slechts in het register van voorlopige aantekeningen en kan inschrijving alleen plaatsvinden op bevel van de rechter. Het tweede, derde en vierde lid, eerste volzin, alsmede het vijfde en zesde lid van artikel 20 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat het bevel slechts wordt gegeven, indien de eiser naast de bewaarder allen die als partij bij het in te schrijven feit zijn betrokken, tijdig in het geding heeft geroepen.
Wanneer het aangeboden stuk ook overigens niet aan de vereisten voor inschrijving voldoet, vermeldt de bewaarder bij de voorlopige aantekening tevens de gerezen bedenkingen en is artikel 20 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek in zoverre van overeenkomstige toepassing dat het daarbedoelde bevel slechts tezamen met dat uit hoofde van het tweede lid kan worden gevorderd.
AFDELING 3 Vereisten waaraan stukken moeten voldoen, aangeboden ter inschrijving van het instellen van een rechtsvordering, van het indienen van een verzoekschrift, van tegen rechterlijke uitspraken ingestelde rechtsmiddelen of van de waardeloosheid van zodanige inschrijvingen
Ter inschrijving van het instellen van een rechtsvordering of de indiening van een verzoekschrift ter verkrijging van een rechterlijke uitspraak die de rechtstoestand van een registergoed betreft, wordt aangeboden een afschrift daarvan, getekend door de griffier van het gerecht waar de zaak aanhangig is.
Ter inschrijving van de instelling van een rechtsmiddel tegen een rechterlijke uitspraak als bedoeld in artikel 38, is dat artikel van overeenkomstige toepassing. Indien het ingestelde rechtsmiddel een beroep in cassatie is, wordt aangeboden een door de griffier van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba of door de griffier van de Hoge Raad der Nederlanden getekende verklaring dat beroep in cassatie is ingesteld.
AFDELING 4 Overige bepalingen betreffende inschrijvingen
Ter inschrijving van een feit dat is opgenomen in een stuk gesteld in een andere taal dan het Nederlands of het Engels, wordt naast dat ter inschrijving aangeboden stuk een letterlijke vertaling in het Nederlands of het Engels ter inschrijving aangeboden, vervaardigd en voor overeenstemmend verklaard door een voor die taal als bevoegd toegelaten beëdigd vertaler.
Het bepaalde in het eerste lid lijdt uitzondering ingeval met betrekking tot luchtvaartuigen een proces-verbaal van inbeslagneming, opgemaakt in het buitenland door een deurwaarder of door een andere volgens de daar geldende wet daartoe bevoegde persoon en gesteld in een vreemde taal, aan de bewaarder wordt toegezonden of bij deze wordt ingeleverd. Alsdan wordt door de zorg van de aanbieder zo spoedig mogelijk een vertaling van een zodanig proces-verbaal vervaardigd door een hier te lande toegelaten beëdigd vertaler.
Op de inschrijving van stukken tot verbetering van onjuistheden en onvolledigheden in ingeschreven stukken, zijn de bepalingen, gegeven bij of krachtens dit hoofdstuk, van overeenkomstige toepassing.
Indien het ter inschrijving aangeboden stuk waarin het in te schrijven feit is opgenomen, niet voldoet aan de vereisten, gesteld in de artikelen 18 tot en met 42, kan het met ontbrekende gegevens worden aangevuld door een verklaring aan de voet van het stuk, ondertekend door degene die bevoegd is tot het opmaken en ondertekenen van een zodanig stuk, een en ander voor zover de aard van het stuk zich daartegen niet verzet.
Door de bewaarder wordt, overeenkomstig bij ministeriële regeling vast te stellen regels, van de overlegging melding gemaakt op het ter inschrijving aangeboden stuk, alsmede ingeval artikel 11, zevende lid, geen toepassing heeft gevonden, op het afschrift van dat stuk. De stukken die moeten worden overgelegd maar waarvan de inschrijving niet wordt geëist of verlangd, worden onverwijld aan de aanbieder teruggegeven.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld omtrent de vereisten waaraan stukken dienen te voldoen die worden aangeboden ter inschrijving van andere inschrijfbare feiten dan die waarop de artikelen 24 tot en met 40 betrekking hebben, voor zover dit niet reeds in deze dan wel bij of krachtens een andere landsverordening is geschied.
Voor zover in het in het eerste lid bedoelde landsbesluit niet anders is bepaald, wordt ter inschrijving van een beschikking of van een uitspraak waarbij een beschikking werd vernietigd, ingetrokken of gewijzigd, een afschrift van die beschikking onderscheidenlijk van die uitspraak aangeboden, afgegeven door het bestuursorgaan onderscheidenlijk het rechterlijk orgaan dat de beschikking of de uitspraak gaf.
TITEL 3 Inschrijfbaarheid van andere stukken en van verandering van woonplaats
Naast feiten die voor de rechtstoestand van registergoederen van belang zijn, kunnen in de openbare registers tevens algemene voorwaarden, modelreglementen en andere stukken, die niet op een bepaald registergoed betrekking hebben, worden ingeschreven, met het uitsluitend doel dat daarnaar in later ter inschrijving aangeboden stukken kan worden verwezen. De artikelen 18, 19, 20, eerste lid, eerste volzin, 22 en 30 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.
Ter inschrijving van de in het eerste lid bedoelde stukken is naast het stuk zelf vereist een afschrift van dat stuk, gesteld op een door de bewaarder verstrekt formulier en voorzien van een verklaring van eensluidendheid. Het bepaalde in artikel 11, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
De artikelen 18 tot en met 23 zijn niet van toepassing. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen eisen worden gesteld waaraan ter inschrijving aangeboden stukken, als bedoeld in het eerste lid, moeten voldoen. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de wijze waarop de verwijzing in de latere stukken geschiedt.
Een verandering van een in een ingeschreven stuk gekozen woonplaats, een alsnog ter zake van een inschrijving gedane keuze van woonplaats en de opheffing van een gekozen woonplaats kunnen worden ingeschreven. Ter inschrijving van de verandering, keuze of opheffing wordt een door of namens de belanghebbende ondertekende verklaring aangeboden die de nieuwe en de vorige gekozen dan wel wettelijke woonplaats vermeldt, alsmede de datum van ingang.
Een krachtens artikel 18, vierde lid, van deze landsverordening of de artikelen 260, eerste lid, van Boek 3 of 252, tweede lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gekozen woonplaats, heeft, ongeacht of zij met het oorspronkelijke stuk dan wel krachtens het eerste lid is ingeschreven, geen ander gevolg dan dat:
Door of krachtens deze landsverordening voorgeschreven mededelingen en kennisgevingen worden in elk geval gedaan aan de laatste bij de dienst bekende woonplaats van de belanghebbende. In geval van overlijden van een persoon die tot een registergoed gerechtigd was, worden zodanige mededelingen en kennisgevingen aan zijn rechtsopvolgers gedaan aan het laatste bij de dienst bekende adres van de boedel of, zo deze onbekend is, aan de laatst bekende woonplaats van de overleden persoon, alsmede aan de boedelnotaris, zo deze bekend is.
HOOFDSTUK 3 Verstrekking van inlichtingen uit de openbare registers
Desverlangd verleent de bewaarder inzage van de openbare registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, en geeft hij voor eensluidend gewaarmerkte afschriften of uittreksels van de in deze registers ingeschreven dan wel geboekte stukken, alsmede getuigschriften omtrent het al dan niet bestaan van inschrijvingen dan wel voorlopige aantekeningen betreffende een registergoed of een persoon af of zendt deze toe.
Indien met betrekking tot een registergoed inschrijvingen ter zake van hypotheken en beslagen in de openbare registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a tot en met c, zijn doorgehaald, wordt op de getuigschriften inzake dat registergoed ten aanzien van hypotheken en beslagen melding gemaakt van het feit dat doorhaling heeft plaatsgevonden.
Indien de verstrekking van inlichtingen, bedoeld in artikel 99, eerste lid, onroerende zaken en de rechten waaraan deze onderworpen zijn betreft, is daarmee belast de Stichting Kadaster en Hypotheekwezen Sint Maarten.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de wijze waarop vergissingen, verzuimen of andere onregelmatigheden, begaan door de bewaarder bij de inschrijving van stukken in de openbare registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a tot en met c, bij het stellen daarin van aantekeningen, daaronder begrepen doorhalingen van inschrijvingen in die registers, bij de boeking van stukken in de registers van voorlopige aantekeningen, of bij de doorhaling van voorlopige aantekeningen, worden hersteld.