Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | MINISTERIËLE REGELING houdende aanwijzing van gestichten als bedoeld in de Landsverordening beginselen gevangeniswezen |
Citeertitel | Aanwijzingsregeling gestichten |
Vastgesteld door | Minister van Justitie |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | strafrecht |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 6 augustus 1999, gepubliceerd in P.B. 1999, no. 118, en inwerking getreden op 13 augustus 1999.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Deze regeling is ingevolge artikel 7 in werking getreden met ingang van de dag waarop de Landsverordening beginselen gevangeniswezen (P.B. 1996, no. 73) in werking trad (zie besluit van 06-08-1999, P.B. 1999, no. 116).
Landsverordening beginselen gevangeniswezen, artikel 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | geconsolideerde tekst (GT) | 03-05-2013 AB 2013, GT no. 575 | n.v.t. |
Als gevangenis bedoeld in de artikelen 7, 8, 9, 10 en 11 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, wordt aangewezen de Strafgevangenis te Sint Maarten.
Een veroordeelde gedetineerde, bedoeld in artikel 5, derde lid, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, kan door de minister voor een aaneengesloten periode van maximaal drie maanden worden opgenomen in een huis van bewaring, onverminderd artikel 4, tweede lid, van deze regeling, indien:
Een in artikel 6, onderdeel c, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen bedoelde mannelijke gedetineerde kan door de minister op verzoek van de directeur van het gesticht alwaar hij opgenomen is dan wel zou moeten worden, voor maximaal zes aaneengesloten maanden worden geplaatst in een inrichting voor ter beschikking gestelden als bedoeld in artikel 2, derde lid, van deze regeling.
Zodra de reden voor plaatsing of verlenging niet meer aanwezig is, zulks op advies van de psychiater, bedoeld in het derde lid, wordt de plaatsing of verlenging door de minister ongedaan gemaakt en de gedetineerde geplaatst dan wel teruggeplaatst in de gevangenis of het huis van bewaring alwaar hij opgenomen was dan wel zou moeten worden.