Organisatie | Sint Maarten |
---|---|
Organisatietype | Koninkrijksdeel |
Officiële naam regeling | LANDSVERORDENING houdende een herziene regeling met de betrekking tot de uitvoering van de postdienst |
Citeertitel | Postlandsverordening |
Vastgesteld door | regering en Staten gezamenlijk |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 23 december 1997, gepubliceerd in P.B. 2007, no. 319, en in werking getreden op 17 juli 1998.
Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.
Onbekend
Postlandsbesluit
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-05-2015 | Art. 17 | 17-04-2015 AB 2015, no. 9 | onbekend | ||
10-10-2010 | 30-05-2015 | Geconsolideerde tekst (GT) | 27-03-2013 AB 2013, GT no. 391 | onbekend |
In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
brieven: bescheiden en schriftelijke mededelingen, al dan niet verpakt, met uitzondering van die welke door toepassing van druk- of andere vermenigvuldigingstechnieken in een aantal geheel met elkaar overeenstemmende exemplaren ter verspreiding zijn vervaardigd en waarin, behoudens de adressering, geen bijvoegingen, doorhalingen of aanduidingen zijn aangebracht;
HOOFDSTUK II Bepalingen inzake het vervoer van postzendingen
Ter waarborging van een goede dienstverlening ter zake van het vervoer van postzendingen binnen Sint Maarten, van en naar Nederland en van en naar Aruba en Curaçao, alsmede van en naar het buitenland wordt aan een bij landsbesluit aan te wijzen rechtspersoon met uitsluiting van anderen voor de duur van ten minste 10 jaar concessie verleend voor:
De houder van concessies weigert het vervoer van een postzending indien het vervoer strijdig is met enig wettelijk voorschrift of gevaar oplevert voor personen of zaken en kan het vervoer weigeren indien het vervoer strijdig is met de eisen die met het oog op een doelmatig vervoer in algemene voorwaarden worden gesteld.
De houder van de concessie is gehouden bij de uitvoering van de ingevolge deze landsverordening op hem rustende verplichtingen ter zake van het internationale vervoer van postzendingen de voor Sint Maarten bindende verplichtingen na te komen, die voortvloeien uit de akten van de Wereldpostunie dan wel uit andere verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties.
De houder van de concessie kan de uitvoering van de ingevolge deze landsverordening op hem rustende verplichtingen geheel of gedeeltelijk doen geschieden door een rechtspersoon, waarvan de houder van de concessie tenminste 51 % van het geplaatste kapitaal bezit en waarin de houder van de concessie de bevoegdheid heeft de meerderheid van de bestuurders van de rechtspersoon te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
Een wijziging van de in artikel 5 bedoelde concessievoorwaarden wordt niet eerder van kracht dan een jaar na de vaststelling bij landsbesluit, tenzij een bij dit besluit aan te geven algemeen belang zulks dringend vordert of de houder van de concessie instemt dat de wijziging eerder van kracht wordt.
De houder van de concessie is voor schade als gevolg van verlies, beschadiging of vertraagde aflevering van binnenlandse postzendingen slechts aansprakelijk indien door de afzender gebruik wordt gemaakt van een wijze van vervoer waarbij de postzending volgens daartoe in de algemene voorwaarden te stellen regels wordt geregistreerd.
Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden bedragen vastgesteld waarboven de aansprakelijkheid, bedoeld in het eerste lid, zich niet uitstrekt, waarbij de hoogte van de afzonderlijke bedragen kan worden bepaald naar gelang van onder meer de soorten van registratie, alsmede naar gelang van de aard en de waarde van de postzending.
De houder van de concessie kan zich niet beroepen op een uit de voorgaande leden van dit artikel voortvloeiende uitsluiting of beperking van zijn aansprakelijkheid voor zover de schade is ontstaan uit zijn eigen handelen of nalaten, geschied hetzij met de opzet die schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap dat die schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien.
Ter zake van het internationale vervoer van postzendingen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, is de houder van de concessie slechts aansprakelijk overeenkomstig de bepalingen van de akten van de Wereldpostunie dan wel andere voor Sint Maarten bindende verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties.
De gezagvoerders van vertrekkende schepen en luchtvaartuigen zijn verplicht zich te belasten met het vervoer - tegen vergoeding - van stukken en pakketten, dat hun door de houder van de concessie wordt opgedragen, voor zover bij andere wettelijke regelingen geen kosteloos vervoer is verplicht gesteld.
De gezagvoerders van schepen en luchtvaartuigen zijn verplicht de stukken en pakketten, waarvan het vervoer hun is opgedragen, zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen 12 uren na aankomst, op de plaats van bestemming af te geven aan het dichtstbij gelegen postkantoor, tenzij de stukken en pakketten reeds door een persoon werkzaam bij de houder van de concessie zijn opgevraagd en aan hem ter hand gesteld.
Onbestelbare gesloten postzendingen die niet aan de afzender kunnen worden teruggegeven kunnen slechts geopend worden op last van het Gerecht in eerste aanleg zulks uitsluitend ter opsporing van de voor teruggave of aflevering nodige gegevens.
Beslag op postzendingen die ten vervoer aan de houder van de concessie zijn toevertrouwd, is slechts toegelaten in de gevallen waarin bij landsverordening een zodanig beslag uitdrukkelijk is geregeld.
Het eerste lid is niet van toepassing op de brieven die:
binnen Sint Maarten, naar Nederland, Aruba en Curaçao dan wel naar het buitenland worden vervoerd op een wijze die ten aanzien van dat vervoer in een dienstverlening voorziet, die het niveau van dienstverlening ten aanzien van het normale versnelde vervoer dat door de houder van de concessie voor een ieder in het gehele land wordt aangeboden, voor wat betreft snelheid van overkomst, de garantie daarvoor en de lokaliseerbaarheid tijdens het vervoer in betekenende mate te boven gaat, en die:
De minister is bevoegd om voor bijzondere omstandigheden, waarin de houder van de concessie niet voorziet in het vervoer van brieven die elk afzonderlijk ten hoogste 2.000 gram wegen, aan anderen dan de houder van de concessie van het verbod bedoeld in artikel 12, eerste lid, ontheffing te verlenen onder door de minister daaraan te verbinden voorschriften en beperkingen, die in verband met de bijzondere omstandigheden redelijkerwijze nodig zijn.
Met een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft:
degene, die door de houder van de concessie doet vervoeren enig niet door middel van postzegels of daarmee gelijkgestelde wijze gefrankeerd stuk, waarvan de inhoud niet uitsluitend betreft de openbare dienst, terwijl dat stuk is voorzien van zodanige opschriften of aanduidingen, die zijn vastgesteld voor stukken, uitsluitend de openbare dienst betreffende, waarvan de frankering geschiedt op de voor zodanige stukken vastgestelde wijze;
Met de opsporing van de bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde ambtenaren, belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanige aanwijzing wordt bekend gemaakt in de Landscourant. Zij zijn bevoegd tot aanhouding en visitatie van vaar- en voertuigen waarmee de overtreding vermoed wordt te zijn begaan.
HOOFDSTUK V Overige bepalingen
In bijzondere omstandigheden in verband met de handhaving van de internationale rechtsorde of met de internationale betrekkingen is de minister bevoegd om in overeenstemming met de Minister van Algemene Zaken aan de houder van de concessie aanwijzingen te geven met betrekking tot het vervoer van postzending van en naar het buitenland.
De afbeelding van de Koning op een postzegel of postzegelafdruk behoeft diens goedkeuring.
Alle bescheiden, die door de houder van de concessie bij de uitvoering van de postdienst worden gebezigd voor handelingen ten behoeve van de gebruikers van de dienst of hun gemachtigden zijn vrij van zegel mits deze bestemming uit de stukken blijkt.
Bij de voorbereiding van besluiten als bedoeld in de artikel 2, tweede lid, aanhef, onder a, 3, derde lid, 5, eerste lid, 7, vierde lid, 9, eerste lid, 12, tweede lid, onderdeel a, onder 2°, 14, eerste lid, of wijzigingen van die besluiten, voert de minister tijdig overleg met de houder van de concessie.