Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sint Maarten

MINISTERIËLE REGELING, ter uitvoering van artikel 2, aanhef, van de Politieregeling

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSint Maarten
OrganisatietypeKoninkrijksdeel
Officiële naam regelingMINISTERIËLE REGELING, ter uitvoering van artikel 2, aanhef, van de Politieregeling
CiteertitelInstructie bevordering misdaadvoorkoming
Vastgesteld doorMinister van Justitie
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De oorspronkelijke regeling is ondertekend op 9 november 1983, gepubliceerd in P.B. 1983, no. 114, en in werking getreden op 10 november 1983.

Zie www.overheid.nl voor de historie van deze regeling vóór 10-10-10 via lokale regelingen en uitgebreid zoeken, onder v.m. Nederlandse Antillen, met als zoekdatum 09-10-2010.

Deze regeling bevat geen bepaling over haar inwerkingtreding. Aangenomen is dat zij in werking trad met ingang van de dag nadat zij in het Publicatieblad is opgenomen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Politieregeling 1999, art. 31
  2. Politieregeling, art. 2
  3. Landsverordening politie, art. 8
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-2010Geconsolideerde tekst (GT)

15-03-2013

AB 2013, GT no. 159

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

MINISTERIËLE REGELING, ter uitvoering van artikel 2, aanhef, van de Politieregeling.

 

 

I  

Vast te stellen de navolgende

 

INSTRUCTIE BEVORDERING MISDAADVOORKOMING

Artikel 1

Voor de toepassing van deze Instructie wordt onder bevordering van misdaadvoorkoming verstaan het verzorgen van gedrag-beïnvloedende activiteiten in een adviserende, serviceverlenende relatie tot de samenleving, gericht op de individuele of collektieve zelfbescherming van particulieren tegen symptomen van crimineel gedrag.

Artikel 2
  • 1.

    De in artikel 2 van de Politieregeling bedoelde taak van de politie omvat mede de bevordering van misdaadvoorkoming.

  • 2.

    Deze taak strekt zich niet verder uit dan tot:

    • a.

      het attent maken van het publiek en het handels- en bedrijfsleven op de noodzaak van zelfbescherming tegen crimineel gedrag;

    • b.

      het ondersteunen en begeleiden van particulier initiatief en samenwerking tot bescherming van eigen lijf en goed tegen crimineel gedrag;

    • c.

      het gericht verstrekken van op misdaadvoorkoming gebaseerde informatie aan het publiek en aan potentiële slachtoffers, mede in de vorm van campagne-acties;

    • d.

      het verzamelen van gegevens die kunnen dienen ter ondersteuning van de overige misdaadpreventie en -bestrijding;

    • e.

      het attent maken van het publiek en het handels- en bedrijfsleven op het belang van de samenwerking met de politie bij het onderkennen van misdaadbevorderende situaties.

Artikel 3

Bij de bevordering van misdaadvoorkoming dient daadwerkelijk rekening te worden gehouden met het belang van de veiligheid van personen en goederen.

Artikel 4

De individuele vrijheid van personen mag niet op enigerlei wijze worden gehinderd, noch mag bij vaststelling van misdaadbevorderende situaties, behoudens de wettelijke bevoegdheden, rechtstreeks en ante delictum worden opgetreden tegen als potentiële daders aangemerkte personen.

II  

[vervallen]